![]() CD-recensie
© Aarnout Coster, september 2010
|
||
Haydn: Symfonieën: nr. 12 in E – nr. 22 in Es Filosoof) – nr. 26 in d (Lamentatione) - nr. 93 in D – nr. 98 in Bes – nr. 103 in Es (Paukenroffel) – nr. 104 in D (Londense). Wiener Philharmoniker o.l.v. Christoph von Dohnányi (nr. 12), Zubin Mehta (nr. 22), Franz Welser-Möst (nrs. 26 en 98), Nikolaus Harnoncourt (nrs. 93 en 103) en Pierre Boulez (nr. 104). Wiener Philharmoniker Records WPH-L-H 2009/1-3 • 49' + 59' + 57' • (3 cd’s). In het juni-nummer 2010 van Gramophone werden de 250 ‘Greatest recordings of all time’ gepubliceerd: het betrof een keuze van 35 ‘of the world’s leading musicians’: dirigenten en solisten. Wanneer we kijken welke componisten hoog scoren bij deze toonkunstenaars dan blijkt (aantal malen dat een cd van werk van een componist genoemd is – ter vergelijking de scores van dezelfde componisten uit de ‘400 beste gekozen klassieke muziekstukken’ van radio 4 in 2009): Gramophone / Radio 4 De overige componisten scoren lager dan 10, velen komen slechts één keer in de lijst voor. Ook bij het publiek volgens Radio 4 scoren deze componisten hoog. Opvallend is wel dat Haydn maar één keer in de Gramophone-lijst voorkomt en drie keer bij Radio 4 (nog geen 1%!). Die lage voorkeurscijfers zijn merkwaardig. Haydn, een grootheid uit de muziekgeschiedenis, die vorm gaf aan de symfonie en het strijkkwartet – een invloed die reikte tot ver na Brahms. Hij heeft in deze twee genres schitterende meesterwerken geschreven, waarvan talloze prachtige opnamen zijn gemaakt. Ook van zijn pianosonates en pianotrio’s is er een groeiend aantal opnamen, al dan niet authentiek. Richard Wigmore stelt terecht: ‘In the two centuries since his death Joseph Haydn has been scandalously underrated’ (Gramophone juni 2009). Vooral in de 19de eeuw en ook later werd Haydn ‘slechts’ gezien als de voorloper van Mozart en Beethoven: ‘Pappa’ Haydn. De vaak opgewekte toon van zijn muziek en zijn humor werden afgedaan als naïef en kinderlijk, zonder dat men oog had voor de grote melodische, dramatische en expressieve kwaliteiten van zijn oeuvre. Dat werkt blijkbaar nog steeds door in opiniepeilingen, maar, paradoxaal genoeg, verschijnen er gelukkig steeds meer opnamen van zijn werk. Zo is er nu een bijzondere uitgave ter gelegenheid van de 200e sterfdag van Haydn in 2009: de Wiener Philharmoniker spelen een bloemlezing uit Haydns symfonieën, uit twee perioden van zijn leven. Op drie cd’s zijn drie vroege en vier late (Londense) symfonieën onder 5 dirigenten vastgelegd, live opnamen uit een periode van 37 jaar (1972-2009). Daarbij is het is verrassend hoe dirigenten als Mehta en Dohnányi – van wie we ander repertoire gewend zijn - Haydn zo idiomatisch vertolken. De uitvoeringen onder Welser-Möst zijn precies en geacheveerd. Boulez dirigeert de grote Londense symfonie nr. 104 indrukwekkend en meeslepend – enkele kleine ongelijkheden doe daar niets aan af. Hoogtepunten in de collectie zijn de frisse en dynamische uitvoeringen onder Harnoncourt van nr. 93 en de nr. 103. Bij deze laatste houdt Harnoncourt een korte toespraak, waarin hij onthult dat de vioolsolo door Haydn speciaal gecomponeerd was voor Viotti, die bij de première van de symfonie dezelfde Stradivarius bespeelde als de concertmeester in deze uitvoering. Harnoncourt voegt er aan toe: ‘Also authentischer geht’s nicht mehr.’ Ook wijst hij erop dat tegenwoordig nr. 103 de ‘Symfonie met de paukenroffel’ genoemd wordt, maar dat in de partituur staat ‘Intrada’, dus eigenlijk zou de naam moeten luiden: ‘Symfonie met de pauken-intrada’, waarbij de paukenroffel het slot van die intrada vormt. Zo voert Harnoncourt met de Wiener het werk ook uit, met een luid klinkende paukensolo (aan begin en einde van het eerste deel), waarna het orkest met de lage instrumenten zachtjes het ’Dies Irae’ motief van het Adagio inzet. Het is verheugend dat de Wiener Philharmoniker zo’n boeiende bijdrage aan de Haydn-discografie leveren, een bijdrage die tevens een proeve van het kunnen van een toporkest in dit repertoire is. Het is de eerste cd-uitgave van de Wiener Philharmoniker op eigen label, gesponsord door een horlogefabrikant. De mooi klinkende opnamen zijn in verschillende locaties gemaakt: Musikverein (4x), Konzerhaus Wien (2x) en Luzern (1 x). De drie cd’s zijn verpakt in een chic zwart doosje met goudopdruk en de beeltenis van Haydn. Het rijk geïllustreerde boekje geeft toelichtingen op de gespeelde werken, de dirigenten, het orkest en de locaties. Een voorbeeldige productie. index | ||