CD-recensie

 

© Aarnout Coster, maart 2009

 

 

Haydn: Pianosonate nr. 48 in C, Hob. XVI:48 - nr. 49 in Es, Hob. XVI:49 - nr. 52 in Es, Hob. XVI:52 - Variaties in f, Hob. XVII:6 - Variaties in G over 'Gott erhalte' Hob. III:77.

Gary Cooper (fortepiano).

Channel Classics CCS SA 26509 67'

 

 


Gary Cooper is bij de cd-verzamelaars bekend van zijn voortreffelijke opnamen, samen met Rachel Podger, van de vioolsonates van Mozart op authentieke instrumenten.

De vondst van een Weense fortepiano uit 1785 inspireerde hem tot het maken van deze opnamen met pianowerken van Haydn uit de jaren 1789-1799. Volgens Cooper heeft dit instrument de klank die Haydn voor de geest zweefde toen hij deze werken componeerde. Het instrument is gestemd zoals dat aan het einde van de achttiende eeuw gangbaar was, hetgeen andere effecten sorteert dan de moderne gelijkzwevende stemming.

Het Andante con espressione van de tweedelige sonate in C, in variatievorm en contemplatief van karakter, stelt aan de speler hoge eisen; niet qua ingewikkeld notenbeeld of virtuositeit, maar qua interpretatie. Voor een geslaagde uitvoering moet de speler het hebben van zijn creativiteit op het gebied van frasering en van subtiliteiten in de aanslag, bovendien moet hij de 'stiltes' die Haydn hier toepast, goed tot hun recht laten komen. Cooper slaagt er volledig in van dit sonatedeel een mooi verhaal te maken dat de luisteraar geboeid houdt. Het tweede deel is humoristisch en uitgelaten van karakter en als het ware een pre-echo van Beethovens Wut über den verlorenen Groschen en wordt door Cooper met bravoure en gusto ten gehore gebracht.

De sonate nr. 49 in Es heeft een vitaal eerste deel met daarin een neventhemaatje dat doet denken aan het 'noodlotsmotief' uit Beethovens Vijfde symfonie. In het tweede en derde deel is al een schubertiaans romantisch geluid te horen. Een rijp werk, dat ook een doorgewinterde romanticus onder de pianisten als Rudolf Serkin op zijn repertoire had.

Haydns laatste, groots opgezette sonate in Es is de kroon op zijn sonatenoeuvre (zoals zijn laatste Symfonie nr 104 een samenvatting en een schitterende afsluiting van zijn symfonisch oeuvre is).
Met het robuuste, dynamische Allegro, het serene Adagio en het bruisende Presto sluit Haydn niet alleen een tijdperk af, maar wijst als het ware ook de weg naar de vroege Beethoven.

Van de beide opgenomen variatiewerken is Haydns pianobewerking van zijn variaties op Gott erhalte Franz den Kaiser, uit zijn strijkkwartet Hob. III:77, een aardig speelstuk.  Veel aangrijpender is het Andante con variazioni in f. Het is een dubbelvariatiewerk op twee thema's: het eerste in mineur, het tweede in majeur. Volgens Cooper heeft deze muziek pas echt zijn maximale werking als het op een fortepiano als deze gespeeld wordt zodat de vereiste accenten en dynamische verschillen adequaat gerealiseerd kunnen worden. Op een moderne concertvleugel klinken de forti te hard en zijn de pianissimi ook niet goed te doen waardoor het als een weemoedig liedje gaat klinken. De daad bij het woord voegend, geeft Cooper een voorbeeldige uitvoering van dit werk, ook hier creatief in de weer met frasering, notes inégales en bij de herhalingen kleine versieringen.

Kleinigheden: de maten 146-150, gemerkt 'vide' speelt hij niet; in de voorlaatste maat speelt hij de gepuncteerde octaafsprong één keer (in de Wiener Urtext Edition staat deze twee keer genoteerd) - een dichterlijke vrijheid?

Deze productie is qua uitvoering en presentatie zeer geslaagd. Cooper is een fantastisch pianist die zich heeft ingeleefd in de wereld van Haydn en zijn betrokkenheid blijkt uit de zeer informatieve toelichting die hij in het boekje heeft geschreven.

De originele achttiende-eeuwse fortepiano heeft een prachtige klank, maar helaas klinken in de forte-passages de bassen soms te luid, zodat ik mij genoodzaakt zag de basknop iets terug te draaien.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links