![]() CD-recensie
© Aarnout Coster, augustus 2008 |
||
Beethoven: Allegretto in Es, WoO 38 - Pianotrio in Bes, op. 97 (Aartshertog). Haydn: Pianotrio in D, Hob XV: 16. Brahms: Hoorntrio in Es, op. 40. Prokofjev: Cellosonate op. 119. Emil Gilels en Svjatoslav Richter (piano), Leonid Kogan (viool), Msistlav Rostropovitsj (cello), Yakov Shapiro (hoorn). Urania URN 22.351 (2 cd)'s • 128' • Opnamen uit de jaren ’50 van pianotrio’s
gespeeld door een drietal topartiesten in hun jonge
jaren, dat moet een interessant resultaat opleveren.
En inderdaad, hier worden voorbeeldige interpretaties
gegeven. Van Beethoven zijn twee uitersten opgenomen: het vroege
trio in Es (het cd-boekje vermeldt abusievelijk Bes)
uit 1792 en het laatste en meest expansieve trio: het
z.g. ‘Aartshertog’ trio in Bes, op. 97 uit
1811. Het ‘Aartshertog’ wordt door de drie met de vereiste grandeur gespeeld. De musici zijn volledig op elkaar ingespeeld en laten de muziek ook in de interpretatief ‘moeilijke’ passages op natuurlijke wijze doorlopen en zij voeren zo de luisteraar mee langs de hoogten en diepten van dit werk. Het Haydn trio is een heerlijk levenslustig speelsuk en zo wordt het hier ook gespeeld: de musiceervreugde spat er vanaf. Alle lof ook voor de uitvoering van het prachtige Hoorntrio van Brahms. Mooi van opvatting en met goed getroffen climaxen. Ik vind sterke vibrato van de hoornisthet een minpunt. Vooral in de langzame passages valt dat erg op. Als ‘bonus’ is een opname van Prokofjevs cellosonate door Rostropovitsj en Richter uit 1973 bijgevoegd. Evenals in hun beroemde opnamen van de Beethoven cellosonates, is hier het voortreffelijke en expressieve samenspel van dit duo te beluisteren. De toelichting bij deze productie is minimaal: alleen de titels, tracks, tijden en uitvoerenden zijn vermeld. Het betreft Russische opnamen uit de periode 1950-1958, met een klankbeeld waar je even aan moet wennen. De cd’s zijn kennelijk van langspeelplaten overgenomen (pre-echo, ruis); het zijn mono-opnamen, maar het Aartshertog- en het Hoorntrio zijn in nep-stereo gemanipuleerd. In het Aartshertog klinken de eerste twee delen aan de schelle kant, terwijl het derde en vierde deel een donkere klank en meer echo hebben. Bij het Brahms-trio treedt bij de climaxen overmodulatie op. De modernere Prokofjev opname staat er goed op. Wanneer men genoemde onvolkomenheden voor lief neemt - het is mogelijk er ‘doorheen’ te luisteren - biedt deze productie, voor een prettige prijs, veel luistergenot. index | ||