Boeken over componisten
© Aart van der Wal, juli 2022
|
||||||||||||||
Ondanks de inmiddels talloze biografieën (de eerste verscheen al in 1801 van de hand van de organist Johann Nikolaus Forkel, die zich daarbij vooral baseerde op de getuigenissen van Wilhelm Friedemann en Carl Philipp Emanuel Bach, de beide oudste zoons van de ruim vijftig jaar eerder overleden Thomascantor) weten we relatief weinig van het leven van Johann Sebastian Bach. En wat we weten is althans op meerdere punten nogal anekdotisch of bestaat er onvoldoende zekerheid over het waarheidsgehalte van berichten of waarnemingen van tijdgenoten. In feite zijn de enige echt betrouwbare bronnen de overgeleverde muziek, de (helaas bescheiden) correspondentie, de kwitanties (van Orgelprüfungen e.d.) en notities en mededelingen van allerlei aard. Dit maakt het voor de biograaf beschikbare materiaal niet alleen dun, maar verleidt het ook tot speculaties en vaak ongefundeerde veronderstellingen. De beste weg blijkt steeds weer die naar Bachs kolossale oeuvre, met als belangrijkste voordeel daarvan dat het van verschillende kanten en vanuit even verschillende gezichtshoeken kan worden belicht. Immers, op Bachs muziek raakt niemand ooit uitgestudeerd. Ten goede gekeerd Wrange vruchten Catastrofe brengt ontdekking
Er moest na de catastrofe worden geïnventariseerd, waarbij men stomtoevallig op een manuscript stuitte dat bij nader onderzoek al snel tot de enig juiste conclusie leidde: dat het een origineel handschrift van Bach betrof. Het leverde de muziekwereld uiteindelijk een ‘nieuw' opus op: de cantate Alles mit Gott und nichts ohn' ihn (in het Latijn omnia cum deo et nihil sine eo) ofwel 'alles met God en niets zonder hem'. De feitelijke ontdekker: Michael Maul, verbonden aan het Bach-Archiv, tevens de auteur van de onlangs verschenen, lijvige Bachbildbiografie. Op 17 mei 2005 was hij, na zich eerst door een enorme stapel kartonnen dozen met boeken te hebben geworsteld, op een gelukwens uit 1713 gestoten die was bedoeld voor hertog Wilhelm Ernst von Sachsen-Weimar. Op zich leek dit vanuit muzikaal perspectief geen bijzondere vondst, maar het werd anders toen op de laatste twee bladzijden een strofenaria werd aangetroffen dat op het eerste gezicht op een onbekend handschrift duidde, maar waarvan Maul, aan de hand van de zwierig aangebrachte vioolsleutel, al gelijk aan Bach dacht. Op 6 juni volgde de wetenschappelijke bevestiging, door de eveneens aan het Bach-Archiv verbonden musicoloog Peter Wollny, een handschriftdeskundige bij uitstek. De wereld was een nieuw BWV-nummer rijker: 1127!
Dit zegt niet alleen iets over het dicht bij elkaar liggen van toeval, ontdekking en wetenschap, maar ook dat alleen een zekere categorie van historische documenten in dit opzicht doorslaggevend kan zijn, naast uiteraard de feiten en omstandigheden die daarop betrekking hebben. Documenten waarvan vaststaat dat ze de waarheid, in casu de feiten vertegenwoordigen (wat niet hetzelfde hoeft te zijn als bijvoorbeeld de een of andere subjectieve observatie van een van Bachs tijdgenoten). Uit een ver verleden De hieronder besproken 'beeldboeken' zijn gestoeld op overgeleverde manuscripten, correspondentie, kwitanties, notities, portretten, boeken, aankondigingen, enz. Historisch materiaal van het grootste belang. Een uitzondering daargelaten laten de vele afbeeldingen zien dat ze in goede staat verkeren. Wie er doorheen bladert zal niet direct op de gedachte komen dat ingrijpende restauratie menig document heeft behoed voor de ondergang. Het grootste gevaar is immers: inktvraat.
Inktvraat... Inktvraat is niets anders dan een katalytische chemische reactie die tot totale vernietiging van cellulose leidt. Al aan het einde van de negentiende eeuw was men erachter dat dit werd veroorzaakt door de samenstelling van de toen en nu nog steeds gebruikte inkt, bestaande uit ijzersulfaat en galluszuur. Door zuurstofinwerking oxydeert deze inkt en beschadigt aldus de uit cellulosemoleculen opgetrokken vezelstructuur van het papier. Daarbij komt dan nog dat de zuinige Bach vaak goedkope inkt met een hoog ijzersulfaatgehalte gebruikte, waardoor het invretingsproces nog verder werd bespoedigd. Wetenschappers zijn het er over eens dat, eenmaal op gang gekomen, dat proces niet meer kan worden gestopt, maar wel kan worden vertraagd. Maar er gloorde hoop. De EU stelde financiële middelen beschikbaar voor nader onderzoek naar een geschikt middel dat tenminste de chemische reactie in de gebruikte inkt vertraagt. Of, zoals het Bach-Archiv het uitdrukte, Verfall im Adagissimo. In het door wetenschappers geleide onderzoeksproject, InkCor, werd naarstig naar een antioxidant gezocht dat het vervalproces zo ver mogelijk naar de toekomst kon verschuiven, het zo lang mogelijk kon uitstellen. Het leidde tot een melkachtige substantie met de codenaam Desnova P 50, waarvan de resultaten hoopgevend waren om er patent op te vestigen.
De huidige stand van zaken wat betreft de restauratie van de Bach-handschriften is dat de Staatsbibliotheek inmiddels vrijwel haar volledige bestand heeft gerestaureerd en dat komt dan neer op niet minder dan 80% van alle overgeleverde handschriften wereldwijd. Dat proces vindt nog steeds voortgang, want ook de handschriften van minder of meer beroemde, althans bekende tijdgenoten van Bach - waaronder ook zijn zoons - zijn licht tot ernstig beschadigd en behoeven een opknapbeurt. Toch was het niet alleen maar kommer en kwel. De belangrijke collecties in Leipzig (Bach-Archiv) en Krakow (Jagiellonska) verkeerden voor het merendeel in goede toestand of bleken slechts licht beschadigd. Van de verzameling in de Staatsbibliotheek in Berlijn was van de 6.785 pagina's weliswaar de helft min of meer ernstig beschadigd, maar nog wel te restaureren. De handschriften waarmee in de loop der tijd het minst was gezeuld - en daartoe behoorden gelukkig ook de jaargangen met Bachs koraalcantates - kwamen er uiteindelijk het beste vanaf en kon worden volstaan met bescheiden ingrepen. Fascinerend inzicht De 'beeldbiografie' met Bachs leven en werken als onderwerp kan, mits vakkundig samengesteld, alleen maar zo fascinerend zijn omdat de archivering van de onderliggende documenten, schilderijen en tekeningen op orde is en de kwaliteit ervan dankzij de inzet van de modernste hulpmiddelen behouden kon blijven. Bach in beeld I (Wolff) Van het 'beeldboek', dat oorspronkelijk werd uitgegeven in 2017, is sinds december van het vorig jaar in een herziene versie beschikbaar als deel 5 (de vorige versie, deel 4, verscheen in 1979 onder de titel Bach-Dokumente) van de Neue Bach Ausgabe (NBA). Het is uitgegeven door Bärenreiter, omvat 469 pagina's en telt ruim 600 afbeeldingen, de meeste ervan in kleur. De verkoopprijs is hoog: € 298,--, wat voor menigeen zeker een beletsel zal zijn. Het lijvige boekwerk kwam tot stand met behulp van een uit medewerkers van het Bach-Archiv samengesteld onderzoek- en redactieteam dat aan de hand van het her en der verspreide beeldmateriaal een eerste zifting maakte, waarna de zorgvuldige selectie plaatsvond zoals we die in het boek aantreffen. Aan het boek kleeft het - voor de een wel en voor de ander geen noemenswaardig - nadeel dat de afbeeldingen zijn voorzien van slechts een korte toelichting (in het Duits en Engels), waardoor de (historische) context letterlijk buiten beeld blijft. Ik geef grif toe dat dit het boek aanzienlijk volumineuzer had gemaakt, maar we zijn tenslotte niet allemaal goed ingevoerde Bach-kenners of hebben die kennis direct paraat. Bovendien vraagt niet iedere afbeelding om een naderverklarende tekst. Wel is er een concordantie opgenomen waarin wordt verwezen naar (voor de desbetreffende afbeelding) relevante commentaren zoals die zijn opgenomen in Bachdokumente IV. Handig is dit evenwel niet. Kloek is het boek in zijn huidige vorm toch al: 30,5 x 25 cm, maar mét context had het de waarde ervan zeker nog aanmerkelijk verhoogd. De kwaliteit van de afbeeldingen is zonder uitzondering zeer hoog, zelfs dusdanig dat ten opzichte van het origineel er, afgezien van de grootte en voor zover ik mij dit kan herinneren, niet of nauwelijks een verschil valt te ontdekken. Afgezien van deze kritiek is de grote documentaire waarde van dit boek onmiskenbaar. Het merendeel van de illustraties zal voor de meesten onder ons neerkomen op een ontdekkingstocht, zoals er natuurlijk ook afbeeldingen zijn die iedere Bach-liefhebber wel zal kennen. Maar door de zeer hoge afbeeldingskwaliteit kan het zelfs in het laatste geval toch als 'eye-opener' gelden. Immers, de afbeeldingen op het internet vormen slechts een vage afspiegeling van de kwaliteit ervan in dit boek, terwijl de afbeeldingskwaliteit - anders dan in biografieën e.d. - voor zowel de samenstellers als de uitgever de hoogste prioriteit had. Bach in Beeld II (Maul) Een ander sterk punt van deze Bildbiografie is dat Maul erin is geslaagd om tekst en afbeelding als het ware organisch in te vlechten en te verlevendigen met veelal gebruikmaking van sprekende citaten van en over Bach, in de oorspronkelijke orthografie (tenzij de leesbaarheid ervan dit verhinderde en alsnog voor een gemodernseerde versie werd gekozen). Voor de echte 'diehards' zijn ze volledig na te lezen in de delen 1 t/m 3 en 5 van Bach-Dokumente (Kassel, 1963-2007), verschenen als Supplement zu Johann Sebastian Bach - Neue Ausgabe sämtlicher Werke, gepubliceerd door Bärenreiter (wie zich minder diepgaand wil oriënteren kan uitstekend terecht op https://jsbach.de). De afbeeldingen in beide boeken zijn merendeels verschillend van aard, wat tevens betekent dat beide boeken hun eigen waarde en betekenis hebben. In die zin dus complementair, terwijl ze beide zonder meer als aanwinst kunnen worden bestempeld. Met als enige kritiek wat betreft de door Christoph Wolff verzorgde uitgave het ontbreken van een bij de afbeeldingen passende context. Qua beeld- en papierkwaliteit ontlopen de beide uitgaven elkaar niet of nauwelijks. index | ||||||||||||||