Boeken over componisten
© Siebe Riedstra, augustus 2022
|
||
Dit boek is een waar ‘labour of love', ontstaan uit de intensieve samenwerking van twee mannen die de strijkkwartetten van Dmitri Sjostakovitsj na aan het hart liggen: violist Daniel Rowland en programma toelichter Jan Auke Walburg. Verschenen naar aanleiding van de integrale uitvoering tijdens de zeventiende versie van het Stift International Music Festival in 2021. Violist Daniel Rowland (1972) werd geboren in Londen, maar verhuisde in 1975 naar het Twentse dorpje Weerselo, waar hij vijftien jaar lang bleef wonen. Zijn vader is de Britse componist en dirigent David Rowland (1939-2007), die lesgaf aan het Twents Conservatorium. Daniel studeerde in Nederland bij Davina van Wely en in Brussel bij Igor Oistrakh. Veel heeft hij geleerd van de legendarische virtuoos en pedagoog Ivry Gitlis (1922). Rowland was van 2007 tot mei 2019 primarius van het Brodsky Quartet en begon in 2005 een eigen festival in Weerselo onder de naam Stift Festival, waar de nadruk ligt op minder bekende en eigentijdse kamermuziek. Daniel Rowland heeft als primarius van het Brodsky Quartet de strijkkwartetten als geen ander leren kennen. Het Brodsky verzorgde van 4 tot 6 maart 2016 een live-uitvoering van de complete kwartetten in het Muziekgebouw in Amsterdam, die door het label Chandos werd opgenomen en op cd uitgebracht. Aart van der Wal heeft er op deze site uitgebreid aandacht aan besteed. In het kader van het Stift International Music Festival in 2021 besloot Rowland dit huzarenstukje te herhalen met bevriende musici. Bij die gelegenheid verzorgde Jan Auke Walburg de toelichting die in boekvorm werd gepubliceerd en nu aan zijn tweede druk toe is. De titel van het boek is raak gekozen: Een leven in kwartetten. Om Rowland te citeren:
De toelichtende tekst maakt gretig gebruik van Rowlands expertise en rake wijze van typeren. Het eerste dat opvalt is de indeling van het boek, dat aan ieder van de kwartetten een naam geeft – iets dat door Sjostakovitsj zelf heel bewust is nagelaten. Walburg en Rowland komen tot de volgende karakteristieken: 1. Het Jeugdkwartet. 2. Het Sollertinsky-kwartet. 3. Het oorlogskwartet. 4. Het joodse kwartet. 5. Het Bach-kwartet. 6. Het Margarita-kwartet. 7. Het Nina-kwaretet. 8. Het requiemkwartet voor Sjostakovitsj. 9. Het Irina-kwartet. 10. Het Weinberg-kwartet. 11. Het Vasili Sjirinski-kwartet. 12. Het Tsyganov-kwartet. 13. Het Borisovski-kwartet. 14. Het Sergej Sjirinski-kwartet. 15. Het afscheid-kwartet. De meeste van de namen spreken voor zichzelf, maar de nummers 11 tot 14 behoeven enige toelichting. Sjostakovitsj vertrouwde de premières van al zijn kwartetten (Behalve de nummers 1 en 15) toe aan het Beethoven kwartet. Het Beethoven Kwartet ontstond in 1923 en bleef tot 1990 bestaan, waarvan de eerste 41 (!) jaar in ongewijzigde samenstelling. In 1965 overleed Vasili Sjirinski, tweede violist van het kwartet. Voor Sjostakovitsj lag het voor de hand om zijn zojuist voltooide kwartet aan hem op te dragen. De primarius van het kwartet, Dmitri Tsyganov, vierde in maart 1968 zijn vijfenzestigste verjaardag, een dag na de voltooiing van het Twaalfde kwartet, dat aan hem werd opgedragen. De inmiddels gepensioneerde altviolist van het Beethoven Kwartet, Vadim Borisovski, ontving de opdracht van het volgende kwartet. De laatste eer is aan cellist Sergej Petrovitsj Sjirinski, de broer van primarius Dmitri. Wanneer Sjostakovitsj de partituur aan Dmitri Sjirinski overhandigt zegt hij: ‘Zo, nu kan ik sterven'. Walburg mag dan geen opleiding tot musicoloog hebben gevolgd, zijn psychologisch inzicht in de gemiddelde muziekliefhebber heeft gezorgd voor een uiterst toegankelijk en tegelijkertijd informatief betoog. Ieder van de kwartetten kreeg zijn eigen hoofdstuk, met een vaste indeling in paragrafen: Vooraf – Aanleiding – Muziek – Betekenis – Ontvangst. En hoewel er dus – mede dankzij Rowland – op plastische wijze op de muziek wordt ingegaan is er heel verstandig afgezien van het opnemen van notenvoorbeelden. Het boek wordt afgerond met een literatuurlijst en een daaraan verbonden notenlijst, maar een alfabetische index ontbreekt. Wat me opviel is dat het boek van J. van Leeuwen dat in 1987 bij Gottmer verscheen wel in de literatuurlijst is opgenomen, maar dat van het gezaghebbende boek van Krzysztof Meyer alleen de Duitse uitgave wordt vermeld. Daarvan verscheen toch echt een uitstekende vertaling van Willem Bruls bij uitgeverij Olympus. Beide boeken zijn – hoe kan het anders – inmiddels alleen nog antiquarisch verkrijgbaar. Daaruit blijkt eens te meer dat ‘Een leven in kwartetten' nu als enig boek in het Nederlands over Sjostakovitsj in een dringende behoefte voorziet, vooral omdat het zich niet beperkt tot de kwartetten alleen, maar ook ruim aandacht schenkt aan het leven van deze toondichter, wiens kwartetten als geheime dagboeken van een bewogen bestaan getuigen. index |
||