Boeken

 over muziek (algemeen)

 

© Emanuel Overbeeke, augustus 2024

 

Rens Tienstra: Duizend jaar doorgegeven – Verkenningen van het gregoriaans in Nederland

Uitg. Verloren, Hilversum (2024)
ISBN 978-9-464-550900
255 blz., gebonden, geïllustreerd


Dit boek bevat een van de langste literatuurlijsten en overzichten van geraadpleegde archieven die ik ooit in een proefschrift ben tegengekomen. (Het boek is een handelseditie van een proefschrift.) Ondanks die imposante omvang, die in een proefschrift niet helemaal uitzonderlijk is, spreekt de auteur in de titel van zijn proefschrift van verkenningen. Dat is geen valse bescheidenheid, maar getuigt van inzicht in cruciale kwesties inherent aan dit onderwerp. Bij gregoriaans denken velen aan een min of meer gestandaardiseerd repertoire dat een wezenlijke rol speelde in de katholieke liturgie, vooral zoals dat in de middeleeuwen leefde in het huidige Frankrijk en Italië. Die liturgie en bijbehorende muziek werden echter pas in de loop der jaren gestandaardiseerd. Rome wilde wellicht de wet stellen, maar in het vroegste gregoriaans (van kort voor het jaar 1000, zeker in Nederland) is sprake van lokale uitingen waarop Rome weinig vat had. En toen het resoluut vat kreeg middels het concilie van Trente (1545-1563) was dat op een moment dat de Reformatie reeds in volle gang was en deze de dominantie van de katholieke kerk met bijbehorende muziek resoluut had aangetast. De Contrareformatie hoort bij een periode (1600-1800) waarin Rome koortsachtig probeerde via ‘wetgeving' en uniformering het oude gezag trachtte te herstellen. Datzelfde speelde ook in de 19 e eeuw, toen diverse katholieken buiten Nederland, diep ontevreden als ze waren met de ideologie van Verlichting en Franse Revolutie, terug wilden naar de wereld van het ancien régime. Oude kerken werden gerestaureerd en geestelijken op diverse plaatsen begonnen aan de revival van de ancien régime muziek bij uitstek, het gregoriaans. Die ijver bereikte ook Nederland. Vanaf dat moment was de grote vraag bij die Nederlandse ijver: is die meer gestuurd vanuit Rome of is die primair een Nederlands fenomeen? Die vraag kwam voor het Concilie van Trente nauwelijks op. Vervoer over grote afstanden was een probleem, de boekdrukkunst bestond weliswaar aanvankelijk niet, maar manuscripten konden worden gekopieerd en werden verspreid. Die manuscripten zeggen net als die van buiten Nederland niet alles over de uitvoeringspraktijk, maar wel iets over nationale verschillen. Over het belang van zijn boek is Tienstra terecht niet bescheiden. ‘De meest recente (en bekende) Nederlandse ode aan 'de wereld van het gregoriaans' is Hélène Nolthenius' Muziek tussen hemel en aarde (eerste druk 1981). En hoewel Nolthenius op het moment van schrijven gedetailleerd kennis had van de Nederlandse bronnen, beperkte ook zij haar wereld bewust tot Romeinse en Frankische sferen.' (blz. 21) Die lacune vult Tienstra met zijn boek.

Ook al is Tienstra voldoende wetenschapper om te weten dat men voorzichtig moet zijn met generalisaties als ‘het Nederlandse gregoriaans', hij erkent dat zoiets wel bestaat. Dit Nederlandse ziet hij terug in kleine wendingen in tekst en muziek die anders zijn dan of ontbreken in buitenlandse manuscripten. Tienstra's boek opent met die identiteit die hij typeert als een ‘pluriform erfgoed'. Als volleerd wetenschapper maakt hij niet de fout die identiteit te willen vangen in een reeks van populaire slogans, wat Herman Pleij wel deed in zijn populaire boekjes over onze identiteit. Tienstra beseft dat die veel vloeibaarder en ongrijpbaarder is dan dat. Wel bespreekt hij vooral afzonderlijke manuscripten in vaak chronologische volgorde, waardoor niettemin enigszins een beeld ontstaat van het gregoriaans zoals zich dat in Nederland heeft ontwikkeld. Uiteenlopende fenomenen komen ter sprake zoals manuscripten gevonden in kerken op diverse plaatsen in het land en uit diverse tijden, de rol van de Moderne Devotie aan het einde van de middeleeuwen, de Reformaties en het gregoriaans in de periode dat het figuurlijk gezegd ondergronds werd beoefend (zeg maar ten tijde van de Nederlandse Republiek). De bijlagen bevatten onder meer transcripties van delen uit oude manuscripten, tekstselecties in Laaglandse lamentaties, de index van een manuscript aanwezig in de Utrechtse Universiteitsbibliotheek, bronnen inzake de rituelen van de Moderne Devotie rond het sterven en de Teksten van de gezangen voor de Johannes-officies van Missio en Reverio. En dit is nog maar een fractie van de besproken documenten.

Dat dit boek geen proefschrift is maar de handelseditie van een proefschrift blijkt uit allerlei zaken. De verklarende woordenlijst waarin cruciale termen worden uitgelegd, wekt de indruk dat dit een boek is voor beginners. De beschrijving van de afzonderlijke muziekstukken daarentegen is duidelijk voor de specialisten. Diezelfde dubbelheid typeert ook de illustraties. Het boek bevat vele prachtige reproducties van pagina's uit oude manuscripten. Sommige stukken zijn genoteerd op oude gregoriaanse wijze, andere in modern schrift. Veel Latijnse teksten zijn gelukkig vertaald. Daarentegen wordt zeer veel bekend verondersteld. Dit is beslist geen gregoriaans voor beginners.

De leken die nog niet goed vertrouwd zijn met gregoriaans en de liturgie, leren niet alleen veel over de muziek maar ook over de omstandigheden waarin de muziek ontstond en hoe musici daarop reageerden. Zeker de hoofdstukken over de jaren na 1500 zijn voor historici zeer de moeite waard. Voor de kenners die vertrouwd zijn met het gregoriaans zoals dat in het buitenland werd en wordt beoefend, is het boek een welkome uitbreiding van onze kennis. Dat Rome nog niet de wet stelde, maakte het palet enerzijds lastiger te onderzoeken, maar bracht anderzijds een vrijheid en rijkdom waarmee Tienstra uitstekend omgaat.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links