![]() Boeken over musici
© Maarten Brandt, februari 2013
|
||||||||
Jan Stulen : De Tao van het dirigeren Molenaar Edition bv, Wormerveer, hard cover, 119 blz.,
Wat is dirigeren? Een wonderlijk veelzijdig vak. Een vak waarvan de essentie bepaald niet voor een gat valt te vangen, integendeel. Ik herinner mij de volgende schitterende anekdote over een musicus die aan een beroemd dirigent vroeg of deze hem het geheim van dirigeren zou willen vertellen. Dat wilde deze. “Kijk. Hier is een dirigeerstok. Gezien? En nu sla ik de driekwartsmaat, een, twee, drie. Begrepen? Mooi. En nu ga ik de vierkwartsmaat slaan. Let op! Een, twee, drie, vier. Een twee, drie, vier. Duidelijk? Nu, waarde vriend, dit is het geheim van het dirigeren. Maar vertel het alsjeblieft niet verder.” Hieraan moest ik bij voortduring denken toen ik het voortreffelijke boek De Tao van het dirigeren van Jan Stulen las, de Nederlandse dirigent die natuurlijk in ons land vooral bekend is vanwege zijn rol in het welbekende TV-muziekprogramma Una voce particolare van de NCRV, maar wiens veelzijdige activiteiten zich – evenals die van nogal wat andere Nederlandse dirigenten – voor een niet-onaanzienlijk deel buiten onze landsgrenzen afspelen. Al zijn er belangrijke uitzonderingen, zoals Stulens directie bij het Orkest van het Oosten in de spraakmakende Nederlandse première van de door Rudolf Barshai ingerichte uitvoeringsversie van Mahlers Tiende symfonie en, om een ander voorbeeld te noemen, uitvoeringen van Bach’s Matthäus Passion. Ook bij de radio heeft Stulen menige productie geleid, waaronder tevens van muziek van eigen bodem, zoals een imponerende vertolking van het Te Deum van Diepenbrock. Verder staat Stulen bekend als een eminent pedagoog in welke hoedanigheid hij zitting had en heeft in menige eindexamencommissie orkestdirectie.
Kennis is slechts gereedschap Verder is het buitengewoon ontwapenend dat Stulen al evenmin verzuimt eigen fouten gedurende zijn carrière tijdens zijn betoog onverbloemd aan de orde te laten komen en, sterker nog: dat het maken van die fouten niet zelden onontbeerlijk is om tot het inzicht – en inzicht is vanuit deze optiek gezien duidelijk meer dan louter kennis; kennis is, hoe belangrijk ook, slechts het gereedschap – te komen hoe het wel moet. Net zoals ieder vak is dus ook dirigeren er een van vallen en opstaan, niet alleen voor onverschillig welke orkestdirectiedirigent, ook voor de waarlijk groten. En dan hoef ik slechts te wijzen op de ontwikkeling die de jonge Bernard Haitink destijds heeft moeten doormaken. Wel te verstaan in een periode waarin de vercommercialisering nog niet had toegeslagen. Wat op zijn beurt tot de intrigerende vraag leidt hoe het Haitink anno 2013 zou zijn vergaan als jonge, onervaren en aankomende dirigent. Zen-Koan index | ||||||||