Boeken over muziek (algemeen)
© Gerard van der Leeuw, december 2018
|
||||||
Wie vanuit het station het mooie centrum van Hoorn binnenloopt, kan er bijna niet naast kijken: in een parkje staat het kleine, maar mooie standbeeld van Johannes Messchaert. Klein probleem: wie was dat ook al weer?
Johannes Messchaert (1857-1922) was een zeer groot, internationaal bekende zanger en gezaghebbend docent. Bevriend met mensen als Johannes Brahms, Julius Röntgen, Willem Mengelberg, Gustav Mahler, Richard Strauss en Edvard Grieg. Daarbij een van de oprichters van het Amsterdams conservatorium en een innemend en bescheiden mens. Als leerling van o.a. Julius Stockhausen, de grote Brahmszanger en een van de voorgangers in het stemfysiologisch onderzoek èn Julius Hey, een wagneriaan, stond Messchaert midden in het toenmalige muziekleven. Enerzijds de intieme kamermuziekachtige sfeer van het door Schubert geschapen lied, anderzijds de mede door Wagner opgeroepen vergroting van de concertzalen en de onvermijdelijke gevolgen daarvan voor de stem. Messchaert, de perfectionist heeft, zoals uit deze studie blijkt uiteindelijk gekozen voor het lied. Maar hij zocht ook naar een mogelijke verzoening tussen het Italiaanse bel canto van Rossini, Bellini, Donizetti en Verdi met de Germaanse op het woordaccent gerichte manier van zingen, zoals die zich sinds Heinrich Schütz in Duitsland ontwikkeld had. Frans Schouten schreef over Messchaert een klein maar fijn boekje, waarin aan de hand van tientallen recensies van optredens niet alleen het leven en opleiding van Messchaert aan bod komt, zijn succes in liederen van Schubert, Schumann, Mendelssohn, Loewe, Brahms, Mahler en Strauss maar ook zijn werkzaamheden als koordirigent en zijn optredens in opera’s en oratoria. Het laatste hoofdstuk is geheel gewijd aan de betekenis van Messchaert als kunstenaar en als zangleraar. Als geen ander is Frans Schouten een betrouwbare gids in deze, zeker voor niet zangers ingewikkelde materie. Uitgangspunt voor dit hoofdstuk waren de geschriften van Franziska Martienssen, leerlinge en latere medewerkster van Messchaert, met name haar Die echte Gesangskunst dargestellt an Johannes Messchaert (uitgave 1927). Toen hij in 1902 op een huldiging ter ere van zijn 25-jarig jubileum als zanger een portret toegezegd kreeg, te maken door Jan Veth, moet Messchaert het volgende gezegd hebben: '... ik weet zeer goed, dat wij zangers, wanneer ons instrument zijn tol aan de tijd heeft betaald, weldra vergeten zijn, en dat de bezoekers aan het Rijksmuseum, die over 20 of 25 jaar door deze zaal wandelen, niet zullen zeggen, ‘daar heb je het portret van Messchaert’, maar: ‘wat hangt daar een prachtige Veth’. Messchaert is, zeker buiten zijn geboortestad Hoorn waar het index | ||||||