Wie Leo Samama (1951) als auteur vermeld ziet, weet wat al bij voorbaat wat hij kan verwachten: een grondige verhandeling over een fascinerend onderwerp in een direct aansprekende stijl. Maar er zijn niet alleen de vele boeken, maar ook het grote aantal hoorcolleges waarmee Samama (hij is tevens een gewaardeerd musicoloog en belangrijke Nederlandse componist) een groot publiek voor zich heeft weten te winnen. Op onze site hebben we niet alleen meerdere boeken van zijn hand besproken, maar vindt u er ook door hem geschreven artikelen (gebruik hiervoor de zoekfunctie, rechts op onze thuispagina).
Aantrekkingskracht
De laatste aanwinst draagt de korte maar krachtige titel 'Het strijkkwartet', een boek dat zeker in het Nederlands taalgebied zijn gelijke niet kent (wat trouwens voor alle boeken van Samama geldt). We worden meegenomen of beter: meegezogen, in de fascinerende wereld van een genre dat zich sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw in een (nog steeds) groeiende belangstelling heeft mogen verheugen. Natuurlijk, het strijkkwartet was altijd al volwassen en van groot muzikaal belang, maar het heeft vooral in de laatste vier decennia de weg afgelegd van wat merendeels het domein was van connaisseurs, van de kenners en liefhebbers, naar de interessesfeer van de gewone muziekliefhebber. Het heeft in de breedte aan aantrekkingskracht gewonnen. Ook het groeiende aantal ensembles, meestal bestaande uit jonge mensen, dat zich op het genre heeft toegelegd heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Alleen al in ons land heeft zich een twintigtal professionele strijkkwartetten gevestigd, waarvan een aanzienlijk aantal bovendien een belangrijke internationale status hebben bereikt.
Het is een ontwikkeling die we ook op onze site hebben gezien: door de jaren heen nam het aantal cd's op dit gebied hand over hand toe. Het elitaire karakter (vaak met een negatieve connotatie) van het genre heeft geleidelijk plaats gemaakt voor een, zij het vergelijkenderwijs nog steeds bescheiden, mate van populariteit. Het nieuwe boek van Samama vormt daarvan deels zeker ook zijn weerslag. Ze vallen uitstekend samen: dit boek en de toegenomen belangstelling voor het strijkkwartet.
Avontuurlijke reis
De loftrompet kan niet hoog genoeg worden gestoken: dit boek is zowel een magnum opus als een opus Herculeum op het gebied van het strijkkwartet. Alleen al wat dit laatste betreft: het moet een ware herculische inspanning en tegelijkertijd uiterst nauwgezette monnikenarbeid zijn geweest om deze schat aan informatie niet alleen te verzamelen en te wegen, maar ook zo uit te werken dat deze voor een breed publiek toegankelijk werd. En niet alleen dat: de lat moet zelfs nog hoger worden gelegd om als leesstof te blijven boeien maar ook als naslagwerk te kunnen dienen.
Wat dit boek zo bijzonder en waardevol maakt
is de avontuurlijke reis, met de auteur als enthousiaste en deskundige leidsman. Hij neemt ons mee vanaf het prille begin, toen het strijkkwartet zich nog schoorvoetend losmaakte uit de huiselijke sfeer, waarna hij ons langs zowel de bekende als de (veel minder) bekende mijlpalen voert, om te eindigen bij de eigentijdse kwartetkunst. Dankzij het grote aantal notenvoorbeelden kan de lezer Samama's uiteenzettingen zowel zonder als met instrument (de piano is daarvoor uitermate geschikt!) naar believen nog verder aanscherpen. Maar wie geen noten kan lezen komt aan informatie echt niets tekort, terwijl er bovendien meerdere wegen naar verdere exploratie zijn, zoals de eigen cd- of platencollectie en muziekdiensten als Spotify, Tidal en Qobuz. Dat is ook het mooie van deze leesstof: dat het aanzet om de ontdekkingsreis voort te zetten, het avontuur uit te breiden naar het daadwerkelijk beluisteren van de muziek die Samama zo vakkundig en bezield exploreert.
Geheim van de smid
Dat Samama aan de 'groten' van de kwartetliteratuur (waaronder Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert) extra aandacht besteedt ligt bijna in de natuur der dingen, maar er is ook de nodige aandacht besteed aan de componisten die zich in dit genre meer aan de periferie verdienstelijk hebben gemaakt. Dat levert op zich al een inspirerende stroom van ontdekkingen op, waarbij ook het boeiende relaas van de vele kruisbestuivingen en dwarsverbanden de lezer tot andere en misschien zelfs wel nieuwe inzichten brengt. Samama laat de noten spreken, legt verbanden, beschrijft de overeenkomsten en verschillen tussen tijdgenoten, laveert daarbij langs of tussen de uiteenlopende historische kenmerken van het strijkkwartet en doet dat zo aanstekelijk en gemakkelijk dat je eerst volstrekt niet doorhebt met een musicologisch wonderwerk te maken te hebben. Het beeld is dat van Samama's luistercursussen: de toehoorder wordt bijna spelenderwijs ingewijd in de geheimen van de klassieke muziek. Dat hij dit zo kan is volgens mij tevens het geheim van de smid.
Onbekend maakt onbemind?
Hoewel we tegenwoordig worden overladen met muziek (en, tegen de sombere voorspellingen in, het cd-aanbod nog steeds blijft toenemen), blijft een groot aantal componisten desondanks in vergetelheid of op zijn best in de luwte. Dat is ook het mooie van dit boek: er worden vele toondichters in het zonnetje gezet die vrijwel niemand (meer) kent en wier muziek op geen enkele podiumlessenaar prijkt. Ik noem ze hier niet, u komt ze in het boek vanzelf tegen, maar bijzonder is wel dat dankzij Samama's niet geringe schrijftalent zelfs iets dat ogenschijnlijk onbelangrijk lijkt zomaar in het tegendeel kan omslaan. Dat is mij tijdens het lezen meerdere malen overkomen. En van 'eye-opener' werd het uiteindelijk 'ear-opener'.
Geen gemakkelijk genre
Het strijkkwartet is, ondanks zijn nog steeds groeiende populariteit, geen gemakkelijk genre. Zeker, het publieke vooroordeel ('moeilijke' muziek) mag zo langzamerhand wel merendeels als achterhaald worden beschouwd, een feit is wel dat het strijkkwartet wel degelijk meer concentratie vereist dan een willekeurig orkestwerk. Zo was het, zo is het en zo zal het ongetwijfeld altijd blijven. Vergeleken met Beethovens laatste drie symfonieën vormen alleen al de kwartetten op. 127, 130 en 131 niet alleen een compleet andere wereld, maar ze vragen ook om een geheel andere benadering als luisteraar. Het is een beeld dat zich, zij het in mindere mate, bij veel andere componisten ook voordoet. Het beluisteren van en de daaruit volgende waardering voor het strijkkwartet vraagt duidelijk om een andere en meer intensieve luisterhouding. Dat het genre desondanks in de huidige, van vluchtigheid vervulde, tijd een belangrijke plaats in de muziekbeleving heeft weten in te nemen is misschien voer voor psychologen, maar het is wel mooi meegenomen. Het is onlangs nog gebleken uit het onverwacht grote succes van de Strijkkwartet Biënnale in Amsterdam, die voor het eerst heeft plaatsgevonden en dankzij de grote publieke belangstelling zeker een vervolg zal krijgen. Ook in dit verband voorziet het boek van Samama in een behoefte: er is immers geen betere voorbereiding op een kwartetavond of -sessie denkbaar dan met behulp van dit boek.
Bewuste keuze
Er zijn uiteraard ook de uitvoerders, maar die komen in het boek niet aan bod. Het lijkt mij een terechte keus. Het is met 380 bladzijden toch al een kloeke uitgave geworden. Bovendien dient het wat de informatieverstrekking betreft wel behapbaar te blijven. Bovendien, ik schreef het reeds, wie door de inhoud gegrepen is kan gemakkelijk verder op speurtocht gaan (er is een literatuurlijst opgenomen) of zich op de boekenmarkt in binnen- en buitenland op het gebied van de uitvoeringen oriënteren. Zo stuitte ik een aantal jaren geleden op 'Performing Music in the Age of Recording' van Robert Philip (ISBN 0-300-10246-1, Yale University Press, 2004) waarin veel aandacht wordt geschonken aan de verschillende speelstijlen die in de afgelopen eeuw gangbaar waren.
Epiloog
Leo Samama heeft met dit schitterende boek een nieuwe mijlpaal aan zijn toch al indrukwekkende oeuvre toegevoegd. Een puntje van kritiek betreft de hanteerbaarheid van het boek. Het is typisch een paperback met de nadelen van dien. Het is onmogelijk om het geopend plat neer te leggen of tegen de pianolessenaar te zetten, want dan klapt het onherroepelijk dicht. Daar is door de uitgever dus duidelijk niet aan gedacht. Zoals er in dit verband ook niet aan is gedacht om ook een gebonden uitgave te verzorgen, want het boek leent zich bij uitstek ook als intensief geraadpleegd naslagwerk. Al is er in dat geval wel een prima alternatief: de aanschaf als e-book.