Boeken

 over muziek (algemeen)

 

© Emanuel Overbeeke, okober 2023

 

François de Médicis & Steven Huebner (red.): Debussy's Resonance

University of Rochester Press (2018)
ISBN 9781580465250
625 blz., gebonden


Dit boek verscheen in 2018 en is voor zover ik weet in Nederland nog niet besproken. Dit feit is symptomatisch voor vele verschijnselen. Het eerste is dat Nederland weinig musicologische tijdschriften kent die zich richten op muziekgeschiedenis en dat besprekingen van muziekboeken in populariserende media als kranten en tijdschriften op zijn zachtst gezegd zeldzaam worden (gelukkig vullen diverse websites deze lacune). Het tweede is dat de belangrijkste huidige musicologische ontwikkelingen nu plaats vinden buiten de klassieke muziek, het derde dat de wetenschap hierin de werkelijkheid buiten de wetenschap volgt (weliswaar op eigen wijze in een eigen tempo, maar toch) en het vierde dat de dominante cultuur waaraan men zich spiegelt niet Frans is maar Amerikaans. De groeiende status van populaire muziek in het culturele debat beïnvloedt ook de wetenschap, de nadruk in de bestudering van populaire muziek op de rol van economie, context en identiteitspolitiek is een drastische relativering van de notie dat artiesten primair autonome wezens zouden zijn. De nadruk daarin op een collectieve stijl past in de aandacht voor muziek als onderdeel van het groepsbesef en oude tijden lenen zich niet altijd of maar ten dele voor actuele perspectieven als de rol van de vrouw, de gekleurde medemens en de sinds kort bespreekbare vormen van niet-heteroseksualiteit. Dekolonisatie is behalve een politiek ook een cultureel en mentaal proces.

Vergelijk dat met de jaren waarin Franse muziek wel een groot onderwerp was. Frankrijk had nog politiek betekenis in de wereld en zeker in Europa, Franse muziek was voor velen een alternatief voor Duitse muziek, zeker in tijden waarin Duitse machthebbers hun grenzen te buiten gingen, Franse cultuur gold als een teken van verfijning en daarmee van impliciete expressie, Franse kunst had een aura van beschaving en daarmee iets voor een keurig, om niet te zeggen elitair publiek. De huidige status van Franse muziek, niet slechts Debussy, is illustratief voor de cultuuromslag van de jaren zestig en daarna.

Echter, om een beroemd filosoof te citeren: elk nadeel heb zijn voordeel. De wetenschap is een veelzijdig wezen en de beste wetenschappers kunnen uitstekend nieuwe inzichten combineren met oude interesses zonder daarbij oude inzichten te verloochenen. De beste muziek is immers altijd meer dan één ding en nieuwe inzichten doen daarom niet of nauwelijks afbreuk aan oude. Bovendien heeft de positie buiten de schijnwerper het voordeel dat wetenschappers zich minder zullen laten leiden door nieuwe tijdgebonden oogkleppen zoals voorheen in het geval van Debussy achtereenvolgens zijn breuk met Franse voorgangers, zijn relatie met Wagner, zijn vernieuwingen die verder gingen dan de harmonie en zijn betekenis voor modernisten als Barraqué en Boulez.

Alle medewerkers in deze bundel zijn van na Boulez. Het nadeel daarvan is soms de afwezigheid van een duidelijke bril met zowel nieuwe gezichtspunten als evidente oogkleppen, het voordeel ervan is in ieder geval een grote openheid voor nieuwe invalshoeken. De vele auteurs die elk een aspect van leven, werk en receptie voor hun rekening nemen, geven vooral veel nieuwe feitelijke gegevens waarbij men voorzichtig is met een synthese. Zelfs de editors houden zich op de vlakte. Het boek is weliswaar bovenal van en voor wetenschappers, maar ook de moeite waard voor een niet-wetenschappelijk publiek, al helpt het de lezer wel als deze leven en werk van Debussy in grote lijnen kent, notenvoorbeelden kan lezen en een beetje thuis is in analyse – en al had het ook geholpen als het boek niet zo duur is. Volledigheid is niet nagestreefd: diverse composities komen amper aan bod en ook het privéleven wordt vrij summier behandeld (wel van alles over zijn tijd in Rome maar vrijwel niets over zijn huwelijken).

Het boek heeft twintig hoofdstukken (door twintig auteurs) en diverse delen: Historiography and Editorial Issues, Style and Genre, History and Hermeneutics, Theoretical Issues, Performances and Reception. Naast veel informatie over aspecten zijn bepaalde tendensen zichtbaar bij diverse auteurs waarmee zij typerend zijn voor een deel van het huidige wetenschappelijke klimaat. Het eerste is de toenadering tussen geschiedenis en analyse, twee onderzoeksgebieden die vroeger meer gescheiden optrokken. In die analyse is opmerkelijk dat methoden, die voordien vooral op latere muziek werden toegepast, nu ook bij de Fransman van nut blijken. Het deel Theoretical Issues heeft daarmee niet de primeur, maar de aanwezigheid ervan in deze bundel is illustratief voor de groeiende status van nieuwe analysemethoden. Het leidt ook tot een nieuwe kijk op Debussy's muziek, getuige bijvoorbeeld de hoofdstukken over Debussy en contrapunt, Debussy's orkestratiekunst, de rol van toonsoorten en van het spel in Jeux. Gelukkig maken de auteurs daarbij niet de fout het leven te willen verklaren vanuit het werk en andersom en erkennen ze dat de twee ook min of meer zelfstandig opereren.

Het tweede is niet alleen meer aandacht voor de context (nadat daarvoor vrijwel alle aandacht uitging naar de artiest), maar ook voor de volgende stap: de wisselwerking tussen de context en de artiest. Illustratief zijn de hoofdstukken over Debussy's relatie met zijn voorbeelden: Wagner en de manier waarop hij en Franse voorgangers daarmee omgingen, de Spaanse en oriëntaalse tinten in enkele vroege liederen, het belang voor Debussy van Japanse prenten, de vertaling in muziek van teksten van Mallarmé en Debussy's omgang met de wals.

Gelet op nieuwe informatie was ik het meest geboeid door twee terreinen. Allereerst het hoofdstuk van de Franse musicoloog Denis Herlin, een van de drijvende krachten achter de Oeuvres complètes van Debussy waaraan al decennia wordt gewerkt, over een recent boven water gekomen manuscript met oude versies van vroege liederen als gevolg waarvan de uitgave van deze liederen in het kader van de Oeuvres complètes lang werd opgehouden. Het tweede is het deel Performance and Reception. Het opent met een bespreking van de opnamen die Debussy in 1913 maakte met eigen composities op pianorol. Jocelyn Ho brengt deze rollen in verband met Debussy's liefde voor Chopin en de wijze waarop pianisten rond 1910 Chopins muziek uitvoerden. De hoofdstukken over de postume receptie maken duidelijk dat Debussy al tijdens zijn leven en zeker erna werd gezien als de grootste Franse componist van zijn tijd, een grote revolutionair en een volstrekte buitenstaander. Dat de erkenning in Frankrijk voor 1940 moeizaam verliep, was omdat Frankrijk nog middenin een cultuurstrijd verkeerde, dat muziek daarin een wezenlijke rol kreeg toebedeeld en dat men Debussy daarin niet kon plaatsen. Na 1945, toen de cultuurstrijd officieel niet meer bestond en het land behoefte had aan voorbeelden die de hele natie wilde accepteren, koos men daarom iemand die niet alleen zeer goed was maar voor 1940 beschouwd werd als een buitenstaander. Misschien is het daarom geen toeval dat de musicologe Jane Fulcher niet aan deze bundel meewerkte, want haar levenswerk is een reeks van overigens uitstekende boeken over deze cultuurstrijd waarin muziek vooral wordt gezien als ideologische uiting en Debussy amper voorkomt.

Als er na lezing van dit boek een conclusie mogelijk is inzake Debussy, dan is het dat hij weliswaar werd beïnvloed door zijn context maar daar op zeer eigen wijze op reageerde. Juist door hem te vergelijken met tijdgenoten ziet men zijn uitzonderlijke niveau en begrijpt men waarom hij wel en anderen niet een tweede leven werd gegund. Dat bij hem het aantal perspectieven wel kan groeien en bij de anderen veel minder, hoort bij zijn niveau. Dat wisten we al toen hij bekend werd en de eerste beelden de wereld overgingen – en de geschiedenis heeft daar niets aan veranderd. De auteurs willen dat officieel niet verklaren voor de schermen en zeggen alleen bezig zijn met hun vak, maar hoeveel andere componisten krijgen zo'n behandeling, nota bene in een tijd waarin zijn muziek cultureel gezien in zwaar weer zit en minder vaak te horen is dan vroeger?


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links