Boeken

 over componisten

 

© Maarten Brandt, april 2015

 

 

Ad de Keyzer: Bachs grote Passie

Uitgeverij Adveniat / Halewijn, Baarn/Antwerpen 2015.

Gebonden, 475 blz. ISBN: 978 94 9209 305 9 / NUR 665 - € 32,50

 

 

 


Over de Matthäus-Passion, want dat is uiteraard de grote passie, die Ad de Keyzer, theoloog en als zodanig verbonden aan het Titus Brandsma Instituut voor de studie van spiritualiteit te Nijmegen, met de titel van zijn lijvige monografie bedoelt, zijn vele publicaties in omloop. Niet in de laatste plaats in ons land, uiteraard, waar jaarlijks - en 2015 was opnieuw geen uitzondering, integendeel! - dermate veel uitvoeringen klinken dat het inmiddels zelfs de vraag is of we niet beter van een (structurele) epidemie in plaats van een hausse moeten spreken. Hoe het ook zij, het aantal inhoudelijk beklijvende verhandelingen over Bachs overbekende meesterwerk is in Nederland - enkele uitzonderingen daargelaten - ondanks dat niet zeer omvangrijk, in tegenstelling tot die van een veeleer populair karakter. Om met meteen met de deur in huis te vallen, niet sedert 'De Passies van Johann Sebastian Bach' van wijlen dirigent en musicoloog Hans Brandts Buys (let wel: dit boek verscheen in 1950!), is er - althans in ons land - een uitgave verschenen waar zo grondig op de materie wordt ingegaan als in 'Bachs grote Passie' van De Keyzer. Met dien verstande, en dat maakt de Keyzers boek in het bijzonder tot een begerenswaardig geheel, dat laatstgenoemde zich, in tegenstelling tot zijn erudiete voorganger, uitsluitend en alleen met de Matthäus-Passion bezighoudt.

De subtitel van 'Bachs grote Passie' luidt: "een spiritueel-liturgische benadering van de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach." Zoiets doet natuurlijk even de wenkbrauwen fronsen, want de conclusie ligt dan wel erg gemakkelijk voor de hand dat men liefst een belijdend christen of in ieder geval een gelovige zou moeten zijn om Bachs onvolprezen meesterwerk op en top naar waarde te kunnen schatten. Maar geen nood, want De Keyzer laat alle ruimte voor onverschillig welke interpretatie, ook al valt het werk zelf - en dat is nu eenmaal een gegeven - niet los te zien van de liturgische en spirituele context waarin het diende te functioneren, namelijk die van de toenmalige Lutheraanse praktijk die bovendien fundamenteel verschilde van die van tegenwoordig. Maar bijzonder is bijvoorbeeld wat De Keyzer op pagina 26 schrijft:

"Het vraagt enige moeite niet met een in de theologie gedrenkt oor naar deze teksten (die van de Matthäus-Passion uiteraard MB) te luisteren. Maar het is goed ons ervan bewust te zijn dat de ervaringen van het menselijk ik, die theologisch gezien irrationeel zijn, vanuit een ander perspectief gezien juist adequaat rationeel kunnen zijn. Zoals Friedrich Nietzsche schreef: 'Deze week heb ik drie keer de Matthäus-Passion gehoord, iedere keer met hetzelfde gevoel van onmetelijke bewondering. Wie het christendom volkomen heeft afgezworen, die hoort het hier werkelijk weer als een evangelie'."

En verderop uit de auteur zich als volgt:

"Spiritualiteit is moeilijk te omschrijven, want het is een containerbegrip. Spiritualiteit raakt hoe dan ook de ziel van een mens, daar waar niet het rationele kennen zijn plaats heeft, maar het ervaren en geraakt worden (.) In onze wijze van benaderen is spiritualiteit het geheel van opvattingen en praktijken waarmee mensen aan waarden een ultieme oriëntatie aan hun leven geven."

Natuurlijk is godsdienst, zoals De Keyzer terecht stelt, een van de belangrijkste vormen binnen de waaier van spiritualiteit. Gelukkig laat de schrijver zich tijdens de vele exposés in zijn boek niet verleiden tot het geven van pasklare en voor slechts een - en laat staan: louter christelijke - uitleg vatbaar zijnde antwoorden. Eerder zet hij de lezer - meer in het bijzonder in het tweede deel van het boek, waarin het werk op zich tot in het kleinste detail in het middelpunt staat - aan zich zelf vragen te stellen, daarmee een hoogst oorspronkelijke link leggend tussen spiritualiteit, liturgie en zelfs psychologie. En dit alles zonder ook maar bij benadering een seconde zweverig te worden. Voorwaar, geen geringe verdienste.

Zoals uit het voorgaande al blijkt, bestaat 'Bachs grote Passie' uit twee afdelingen. In het eerste deel wordt op het leven van Bach ingegaan in zoverre dit relevant is voor het ontstaan van de Matthäus-Passion. Wat die ontstaansgeschiedenis betreft, ook al is deze niet zo complex als die van de Johannes Passion, onderscheidt De Keyzer niettemin terecht vier belangrijke stadia/versies van Bachs Opus Magnum, namelijk (1) een onafgemaakt passie-oratorium daterend uit de jaren 1724-25, (2) de enkel-korig bezette en verloren gegane versie uit 1727, (3) de 'Frühfassung' uit 1727 waarvoor menig gezelschap gaandeweg - ook discografisch - meer belangstelling aan de dag begint te leggen en (4) de alom bekende dubbelkorige versie uit 1736. Men zou zelfs nog van een verkapte, en uiteraard tevens door De Keyzer behandelde, vijfde versie kunnen spreken - althans muzikaal, maar niet tekstueel gezien - in de vorm van de verloren gegane Köthener Trauermusik BWV 244b, waarin voor een aanzienlijk deel sprake is van een parodie van de eerste versie van de Matthäus-Passion.

Verder wordt in dit deel uitvoerig stilgestaan bij vormaspecten, woord-toon verhoudingen en bezettingen van het werk, waarbij De Keyzer zich een verklaard voorstander toont voor de solistische, zonder daarbij gelukkig te tamboereren op dogmatische/musicologische scherpslijperijen. Dat hij uitstekend op de hoogte is van de (ook internationale) literatuur, de nieuwste inzichten niet uitgezonderd, blijkt mede uit het feit dat ook de optie van René Jacobs, pleitbezorger van de koren tegenover in plaats van naast elkaar, wordt vermeld.

In het tweede deel wordt de Matthäus-Passion door De Keyzer onder de microscoop gelegd, waarbij hij het werk structureert in twee openingskoren of expositiemomenten, te weten, het beginkoor van het eerste alsmede de aanvangsaria met koor van het tweede deel en vervolgens 27 evangelie-perikopen. Wat is een perikoop? Welnu, hieronder wordt officieel een Bijbelfragment verstaan zoals dat tijdens de eredienst wordt voorgedragen. Met andere woorden, een perikoop is een soort uitsnede van de schriftlezing. Volgens De Keyzer is de Matthäus-Passion te beschouwen als een uit 27 perikopen samengesteld geheel, waarbij elke perikoop afzonderlijk, behalve de bewuste evangelietekst, een koraalstrofe en recitatief alsmede aria behelst, die op hun beurt betrekking hebben op de inhoud van dat deel van het evangelie, en wel in de zin dat ze daar op reflecteren. Men zou het ook aldus kunnen zien. De koraalstrofen, recitatieven en aria's verbeelden hoe het in het evangelie vertolkte - of om het in de terminologie van de Keyzer te vatten - in liturgische zin aan de geloofsgemeente 'voltrokken' gebeuren resoneert in het innerlijk van hem of haar aan wiens c.q. wier adres die voltrekking is gericht.

De Keyzer gaat geen zee te hoog dit alles zowel qua woordgebruik - waarbij de schrijver er soms ook de betekenis van het oorspronkelijke Grieks bijhaalt, wat voor een extra verdieping zorgt - als notentekst tot op werkelijk de kleinst denkbare vierkante millimeter te analyseren. En, alsof dat allemaal nog niet genoeg is wordt tevens de Frühfassung uit 1727 bij deze exercities betrokken en hoe! Wat daaruit eens te meer blijkt is, dat de verschillen tussen de versies niet alleen - zoals aanvankelijk aangenomen - enkele nummers betreft (zoals bijvoorbeeld het feit dat het eerste deel met een ander koraal werd afgesloten dan "O Mensch, bewein dein Sünde gross" en de omstandigheid dat het begin van het tweede deel niet voor rekening van een alt-, maar een bas-solo met koor kwam), maar dat er vrijwel geen onderdeel te bedenken valt, of Bach heeft daar met het oog op de versie van 1736 het nodige aan veranderd, om het even hoe subtiel die wijzigingen ook mogen zijn. Ook gaat de auteur diep in op de door Bach om de haverklap gebruikte retorische stijlfiguren, waarvan de betekenissen voor de niet-ingewijde lezer gelukkig in een aparte appendix uit de doeken worden gedaan. Opmerkelijk is het ontbreken van notenvoorbeelden, waarschijnlijk omdat het boek anders te lijvig zou zijn geworden. Alle intervallen en andere notenfiguren zijn dus verbaal geduid, maar - doordat alle maatnummers minutieus staan aangegeven - voor een ieder die de Bärenreiter uitgave hetzij als partituur dan wel als piano uittreksel bij de hand heeft (en dat zijn in ons land natuurlijk onnoembaar veel liefhebbers) wordt de zaak in één oogopslag duidelijk en, als dat al niet het geval is, middels het in de herinnering terughoren van Bachs overbekende werk (althans zo verging het mij regelmatig). De bespreking van elke perikoop wordt voorafgegaan door de Duitse tekst en een uitstekende, onopgesmukte en smaakvolle vertaling daarvan in het Nederlands

Rest voorts nog te melden dat achter in het boek een uitvoerige literatuurlijst is opgenomen en dat het geheel wordt opgeluisterd door een grondig notenapparaat, waarbij men gelukkig niet naar achter hoeft te bladeren, want alles staat keurig onderaan de pagina, waar de noten betrekking op hebben. Een klein minpuntje is het ontbreken van een naamregister. Maar voor het overige is De Keyzers 'Bachs grote Passie' een standaardwerk over de Matthäus-Passion waar de gewone muziekliefhebber noch de doorwinterde specialist om heen kan. Taaie kost is het soms zeker, maar het doorzettingsvermogen wordt in royale mate beloond, omdat men met, al dan niet voor de hand liggende, details wordt geconfronteerd die een kraakhelder licht werpen op dit grootse westerse cultuurmonument. Last but not least doet De Keyzers lijvige boekwerk voorbeeldig dienst als een veelzijdig naslagwerk voor een ieder die in om het even welk aspect van de Matthäus-Passion is geïnteresseerd. En dat alles voor het ongelooflijk karige bedrag van 32,50. Dat is - gezien de rijke inhoud - te geef!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links