 |
Paul Myers |
'In all interpretative art, the printed
note is a suggestion'
Paul Myers
Paul Myers is een van de producers
van vele belangrijke Decca-opnamen. Hij was in ons land voor opnamen
van de Manfred-symfonie met het Concertgebouworkest onder Chailly. Hij
is ook verantwoordelijk voor o.a. de opnamen van het Requiem van Fauré
onder Dutoit en Harold en Italië met Zukerman.
P.M. is als producer (gelukkig!) veel meer
geďnteresseerd in de muziek dan in de techniek. Die is natuurlijk onontbeerlijk,
maar toen ik John Dunkerly, een van de beste 'balance engineers' van
Decca, het Amsterdamse Hilton hotel zag binnenkomen en ook met hem een
gesprekje had (wij kennen elkaar van eerdere gelegenheden), was duidelijk,
dat P.M. zich over de techniek geen zorgen hoefde te maken. Met Myers
trok ik mij terug in een rustig hoekje.
De eerste vraag was natuurlijk
weer: 'Hoe?', waarop een nogal ongebruikelijk verhaal volgde.
'Ten eerste, puur toevallig. Ik
ben in Engeland geboren (van oorspronkelijk Nederlandse afkomst) maar
belandde jong in Afrika, waar ik eerst als freelance radioman ging werken.
Ik was zelfs in de jaren vijftig betrokken bij een experiment in de
jonge Afrikaanse staten voor het vormen van een multiraciale gemeenschap,
maar door verschillende omstandigheden kwam ik in Amerika terecht. Ik
had het geluk om een plekje te vinden bij de kleine platenfirma van
David Capp. Een geluk, omdat ik geloof van David erg veel geleerd te
hebben. Met nog twee broers leidde David een kleine maar avontuurlijke
en gezaghebbende firma, waar vele destijds zeer bekende songs het eerste
levenslicht zagen. David was ook de ontdekker van de Andrew Sisters
en als bijvoorbeeld Bing Crosby een song in handen kreeg gedrukt van
David, kwam die onvoorwaardelijk zonder verdere discussie in het repertoire.
Een heel opwindende tijd. Toevallig kreeg ik het kantoortje toegewezen
waar de piano stond en dan liep 's morgens opeens Johnny Mercer binnen
of Hoagy Carmichael en dan hoorde ik "Moon River", dat Mercer
de vorige avond thuis had gemaakt! (Hier moeten sommige lezers toch
met tranen in de ogen van zitten likkebaarden! -J.K.) Het was een leven
met absolute professionals. D.C. liet bijvoorbeeld van pianist Roger
Williams "Autumn Leaves" uitkomen, waarvan eerst maar vijftig
exemplaren werden verkocht. Zes maanden later echter 1000, toen 10.000
en ten slotte meer dan een miljoen. Hij wist eenvoudig, dat het een
goede plaat was.
De marketing man van nu luistert
alleen naar bandjes en als er twee woorden vaag rijmen is er een 'song'.
Ik dacht, dat ik daar primair zou moeten werken als iemand voor public
relations, promotie en marketing, maar werd door Dave al snel de studio
ingestuurd, regelrecht in het diepe, als producer. Met dit soort echte
muzikanten een onbetaalbare leerschool, direct in de praktijk. Dat mag
dan populaire muziek zijn geweest, maar (zoals velen van u ook weten.
-J.K.) wat een vakmensen! Maar hoe ik ook op jazz was en ben gesteld,
mijn eerste en diepere liefde was toch de klassieke muziek. Dat was
mij al heel jong ingegoten door mijn oudere broer Peter, nu een toneelschrijver,
onder andere verantwoordelijk voor die verschrikkelijke Cliff Richard
films (!) Hij bezat een gigantische verzameling grammofoonplaten, talloze
ook van de vroegste jaren, van bijvoorbeeld Sir Malcolm Sargent en Adrian
Boults Childrens Proms.
Er werd thuis met muziek geleefd
en daar wilde ik mij, hoe dan ook, mee bezighouden. Ik kwam bij CBS
en daar kreeg ik volop de gelegenheid om met klassieke muziek in de
weer te zijn, zoals met George Szell en het Cleveland Orkest, en het
Juilliard Kwartet waar ik de eerste stereo Beethoven-opnamen mee maakte.
Toch houd ik mij het liefst bezig met de interpretatie en laat ik de
techniek graag over aan competente technici. Je hebt er natuurlijk mee
te maken en je weet, dat soms tegen je zin, multi-microfoontechniek
onvermijdelijk is, puur om de kostenfactor, maar ik heb ook kunnen zeggen:
Ineens op twee sporen, want het wordt een tweesporenproduct. In '63
vroeg ik aan George Szell: "Mag ik commentaar hebben op de interpretatie?"
En het antwoord was: "Natuurlijk, dat is je werk!"
Het is ook zo, dat nogal wat musici
zich niet helemaal gemakkelijk voelen in een opnamenituatie. Je moet
er achter zien te komen - en luisteren naar - wat de artiest wil.' Typisch
een thema, dat je van andere producers ook hoort en hij vervolgt met
nog even aandacht voor de technische kant: 'Eén van de gevaarlijkste
zaken bij de techniek is de opmerking: "We'll fix it later,".
Zo was er eens een opname met Mehta, die hem afspeelde en zei: "Dat
is niet mijn opname, dat is van de producer - en dat soort arrogantie
slik ik niet!" Zo was er ook eens een producer die, tijdens het
afluisteren met Monteux, met aanmerkingen kwam over enkele verkeerde
noten. De producer wilde het nog eens over doen, maar Monteux stak daar
een stokje voor met de opmerking: "Er kunnen wel een paar verkeerde
noten zijn maar het is een schitterende uitvoering!'
'Ook de sfeer meenemen'
Zo ging het gesprek steeds weer
richting musici en de muziek en hebben we de techniek grotendeels maar
onbesproken gelaten. Alleen is Paul Myers erg gelukkig met het werken
bij Decca als een Europese maatschappij. Hij moest 'unfortunately' in
1978 nog eens terug naar New York en zegt daarover: 'Dat is een geďsoleerd
klein eiland en ze denken er ook zo! Amerikaanse platenfirma's zijn
toch het meest uit op een direct goed verkopend succes. Een Europese
maatschappij als Decca vindt een goed opgebouwde constanter en ook evenwichtige
catalogus belangrijk en dat is veel prettiger werken. Je vindt bij Decca
ook opnametechnici, die alle om te beginnen zčlf goede musici zijn en
wat mij persoonlijk erg goed bevalt is, dat altijd getracht wordt niet
alleen de interpretatie recht te doen maar ook de sfeer, de akoestische
omgeving mee te nemen. Er is zo'n opmerkelijke toewijding, waardoor
het voor de producer weer gemakkelijker wordt zich met de muziek bezig
te houden. Hij wordt al genoeg gestoord en afgeleid door zakelijke,
organisatorische en juridische kwesties.
Het leven met de "front stage
glamour" en het contrast met soms de "backstage squalor",
de musici en de vele andere bijzondere mensen is een feest en daar mag
ik dan aan meedoen. Dat wordt beschouwd als werk en ik krijg ervoor
betaald! Het is toch prachtig om Isaac Stem te horen zeg- gen: "Het
zijn vaak niet de noten maar de gaten tussen de noten!" Je moet
natuurlijk een studie volgen maar voor interpretatie heb je een heel
leven nodig, als je geluk hebt. Je weet bijvoorbeeld niet wat je hoort
als je met de partituur en de aanwijzingen in je handen zit en je hoort
dan Copland zelf in het langzame deel van zijn eigen pianoconcert. Ik
zie muziek ook heel sterk als een doorgaande evolutie, voor nihilisme
is geen plaats (het 'Notenkrakers'- tijdperk! -J.K.). Zo ga je denken
als je van Copland hoort dat hij eens Saint-Saëns de hand schudde en
dacht: Dat is iemand die, naar ik meen, in 1835 werd geboren. Of als
je, met Szell werkend, je realiseert, dat hij eens de assistent was
van Richard Strauss, of Bruno Walter, die Mahler kende. Die continuďteit
is in mijn gevoel essentieel in alle kunst.
Ik heb echt veel geluk gehad. Wat
is er heerlijker dan om met Chailly keihard te werken en over iedere
maat van Mahlers Tiende te gaan? Net als indertijd het werken met Perahia
aan een aantal Mozart-concerten, waaronder een van zijn favorieten,
KV 271 en 449 of 491. En nu weer met het Concertgebouworkest. We gaan
vanavond eerst met het hele Decca-team gewoon naar het concert. Dat
zou dan "werk" zijn?!'
Er moet helaas een eind komen aan
dit verslag terwijl er nog zoveel meer in mijn notities staat, maar
één zaak mag ik u niet onthouden:
'Mijn hobby is het schrijven van
thrillers. De hoofdfiguur is een gewezen spion, die manager van musici
is geworden en omdat die weer zoveel reizen zijn het zulke geschikte
spionnen! Zo gebruik ik mijn rondzwerven en al die locaties op een manier,
die het schoolgeld van mijn twee zoons goed maakt!'
Ik kan niet laten te vermelden,
dat Paul Myers een bijzonder en zeer geestig man is. Mijn bestelling
bij de boekhandel heb ik intussen geplaatst, want ik lees graag thrillers,
vooral in bed.
Titels van Paul Myers thrillers: Deadly Aria, Deadly Cadenza, Deadly Sonata
en Deadly Variations. Uitgever:
Constabie & Co. Ltd., Orange Street, Londen WC2.