Audiotechniek

Dolby AC-3

 

© 1997 Aart van der Wal

 

Het Dolby Surround A(udio)C(oding)-(nummer)3 systeem, ook wel Dolby 5.1 genoemd, gaat uit van totaal zes gescheiden kanalen (discreet opgebouwd), waarvan er vijf de zelfs meer dan de 'volwassen' audioband (in dit geval 3-20.300 Hz) volledig kunnen weergeven. Het zesde kanaal (in de wandeling aangeduid met het 0.1 kanaal) met een bereik tussen 3 en 120 Hz is bestemd voor de zeer lage frequenties.

Het is dus ook dít kanaal dat verantwoordelijk is voor rinkelende kopjes, een wee gevoel in de maagstreek en een maximaal effect als het gaat om donderende watervallen, enorme explosies, driftig rondstappende dinosaurussen en wat er verder nog aan realistisch, onderaards gerommel door de filmmakers te bedenken valt. Maar hoe zit het dan met 'gewoon' Surround Prologic? Dit systeem wordt vooral gekenmerkt door een behoorlijk beperkte bandbreedte van de achterkanalen (120 Hz-7 kHz) in mo-no (AC-3 biedt hier ook stereo).

Maar daarnaast is er, vergeleken met AC-3, door de bank genomen toch een wat groezeliger geluidsbeeld, wat diffuser ook, omdat naast de opgesomde beperkingen ook de elektronica wat minder uitbundig is uitgevoerd. De A/D studiosignalen worden linea recta naar de AC-3 D/A converters gevoerd en vindt de verdere signaalbewerking uitsluitend in het digitale domein plaats. Omdat in dit stadium van D/A conversie geen sprake is, zijn er ook geen omzettingsverliezen en worden er geen bijproducten geïntrodu-ceerd die extra vervorming introduceren.

Door de slimme toepassing van datareductie (wat we bijv. ook kennen van md en dcc) is beduidend minder opslagruimte nodig of kan die ruim-te doeltreffender worden gebruikt. Zo zal pure stilte niet worden geregistreerd en wordt het klankbeeld a.h.w. verdeeld over de diverse kanalen, al naar gelang dit als zodanig is gecodeerd. Dit is Digital Dolby in optima forma en dit alles - hoe kan het ook anders - wordt tot op de kleinste lettergreep keurig door Dolby Laboratories gespecificeerd. Net als bij THX kan er niet worden gesjoemeld: het predicaat AC-3 is a.h.w. beschermd tegen misbruik, de wereld-wijd ingevoerde normering is onbetwist. Dat er dus de nodige patenten aanhangen spreekt natuurlijk voor zich.

AC-3 voor Surround kwaliteitsweergave

Omdat AC-3 uitgaat van een puur digitale matrixtechniek en breed en soepel toepasbaar is, zou je denken dat we daarmee nog járen vooruit kunnen. In combinatie met breedbeeld (en straks HDTV?) tv, digitale satellietradio, maar ook andere digitale dragers kan AC-3 bij multi-kanaalstoepassingen op zeer hoog niveau acteren. De zonder meer indrukwekkende dynamiek van het systeem, de kaarsrechte karakteristiek tussen 3 Hz en 20 kHz en de vlekkeloze omgang met de drie bekende bemonsteringsfrequenties (32, 44,1 en 48 kHz) houden geen wezenlijke beperkingen in en mits aangevuld met hoogwaardige geluidsbronnen en ditto luid-sprekers is er sprake van een exemplarisch geluidsweergavesysteem dat eigenlijk geen wens onvervuld hoeft te laten.

Alleen kijkende naar het kwaliteitscriterium laat AC-3 het daarmee vergeleken nogal conventionele Prologic-systeem behoorlijk ver achter zich. Het is dus weer eens van belang dat u zich in de winkel goed en gedegen laat voorlichten en u bij voorkeur enigszins daarop voorbereid, want de Grote Verwarring kan anders snel toeslaan. We kennen namelijk niet alleen Dolby Stereo en Dolby Noise Reduction, maar ook Dolby Sur-round/Prologic én Digital Dolby (AC-3, 5.1), waardoor al snel door het bos de bomen niet meer worden gezien. In dit geval is het essentieel dat u een duidelijke keuze maakt tussen 'gewoon' Surround Prologic en 'Digital Dolby', oftewel AC-3. Dat merkt u niet alleen aan uw portemonnee, maar ook aan de kwaliteit en de mogelijkheden van het Theater Thuis.

Normering

In vrijwel alle audio/video-sectoren worden eigen koninkrijken opgetrokken, waarbij niet zo-zeer het belang van de consument, maar de voordelen van lucratieve handel vooropstaan. Alom hokjesgeest die, eenmaal gelanceerd, vrijwel niet meer is uit te roeien. Dit drama ken-nen we van haver tot gort: de verschillende normeringen, kopieerbeveiligingen, uitzendforma-ten, enz. brengen je soms tot razernij, maar er valt niets aan of tegen te doen. Met de komst van DVD (Digitale Video of Versatile Disc) staan we opnieuw voor een 'brickwall' van financiële, industriële belangen, waarbij het althans momenteel slecht toeven is. Zo heb ik moeten vernemen dat NTSC gecodeerde discs voor alléén het audiodeel zijn toegesneden op het AC-3 systeem, terwijl dat voor PAL (o.a. toegepast in Nederland) is geënt op MPEG-2. Terwijl PAL en NTSC voor het video-deel broederlijk gebruik maken van MPEG-2 video! Hier staat het verstand bij stil. Dolby Laboratories ziet de buien al hangen en heeft zich inmiddels al danig geweerd. Zij stelt eenvoudig en licht dit technisch ook toe dat MPEG niet is ontworpen met het 5.1 matrixsysteem voor ogen, er dientengevolge niet geschikt voor is en in dit verband sprake kan zijn van coderingsfouten.

Dolby wijst er bovendien op dat het mogelijk moet zijn om de geluidssporen op de PAL gecodeerde discs zowel in MPEG-2 als in AC-3 formaat te coderen. PAL gecodeerde discs bieden, vergeleken met NTSC, ca. 4% meer opslagcapaciteit en die kan daarvoor worden benut. Er is een stevige lobby op gang gekomen die inmiddels enige vruchten lijkt af te werpen: naar verluid hebben de filmproducenten Warner en Paramount althans besloten om films met beide audiocoderingen in het PAL-formaat uit te brengen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links