Audiotechniek De hedendaagse scene: IV. Epiloog: de weg omlaag... Als we MP3 en soortgelijke gimmicks vaarwel zeggen,
missen we niets wezenlijks.
© Aart van der Wal, juni 2006
|
"Ik heb al mijn cd's - om opslagruimte te sparen - omgezet naar MP3 en vervolgens op de harde schijf gezet. Via mijn zelf aangelegde thuisnetwerk kunnen we nu in het hele huis van onze muziek genieten, klassiek, pop, operette, you name it. Ja, er is een hoorbaar verschil tussen CD en MP3, maar ons stoort het niet. Die CD's? Ik heb ze in de kelder opgeslagen, nodig heb ik ze in ieder geval niet meer. Ik breid mijn verzameling intussen vrijwel alleen uit via internetdownloads. Wel zo handig!" Duidelijke taal van een liefhebber. Welke referentie? Wie over goede oren beschikt en zelf een CD naar MP3 heeft geconverteerd, zal naar alle waarschijnlijkheid het kwaliteitsverschil tussen beide opmerken, afgezien van de vraag of dat verschil dan als belangrijk wordt beschouwd. Ieder vogeltje zingt zoals het is gebekt en dat is het dan. In ieder geval kan de CD als kwaliteitsreferentie dienen (waarmee ik niet wil zeggen dat iedere CD een opnametechnisch hoogstandje bevat of dat iedere huiskamerinstallatie de redelijke toets der kritiek kan doorstaan). Wie zijn muziek alleen van het internet download en niet of nauwelijks naar CD-weergave luistert, mist de CD-kwaliteit als referentie. Het lijkt mij goed om dit aspect wèl te vermelden. Maar goed, dat dan daargelaten, wordt er véél van het internet gedownload dat rechtstreeks naar de MP3-speler wordt gepompt, min of meer de bron van continuous music, een ware hoorn des overvloeds. Is MP3 al van matige kwaliteit, het 'aanhangsel' in de vorm van de bijgeleverde of apart aangeschafte hoofdtelefoon maakt het geluid er zeker niet beter op. Ik heb hier talloze schelpjes in allerlei soorten en maten gebruikt en ze zonder uitzondering weer afgeserveerd. Het blijkt onmogelijk te zijn om uit zo'n rond bolletje een prachtige klank te persen. Zelfs gerenommeerde merken als Sennheiser en Sony lukt dat niet. Wie overgaat tot het aansluiten van een échte of volwassen hoofdtelefoon stuit al snel op twee bezwaren. Ten eerste blijkt het in de praktijk dan een onhandelbaar ding en ten tweede komt er te weinig output uit dat spelertje om die grote broer goed aan te kunnen sturen. Maar het zou in ieder geval toch neerkomen op het spannen van het paard achter de wagen, want wie schaft nu zo´n klein spelertje aan met het oog op het gebruiksgemak om daaraan dan vervolgens een uit de kluiten gewassen hoofdtelefoon te hangen? Zo zag ik onlangs iemand met een mobieltje waaraan een heuse, klassieke telefoonhoorn was verbonden. Toppunt van efficiency? Nee, natuurlijk niet, het valt alleen wèl op. Maar goed, die piepkleine schelpjes die in die MP3-speler worden geprikt, hebben tenminste het 'voordeel' dat de matige geluidskwaliteit die inherent is aan het MP3-formaat dan tenminste niet meer echt opvalt! En als er maar lang genoeg naar wordt geluisterd, wordt het uiteindelijk als 'normaal' ervaren. De enige luisterreferentie is uiteindelijk de eigen referentie, want iedereen luistert immers alleen met zijn eigen oren! Wat ánderen wel of niet horen, heeft voor de persoon in kwestie niet zoveel relevantie. Die matige oorschelpjes in gedachten heeft het alleen al om die reden niet echt zin om te streven naar meer dan 192 kb/s (tot 320 kb/s). Maar ook niet minder (128 kb/s of nog lager), want dan wordt het klankbeeld wel érg rafelig. Hogere getallen betekenen ook onvermijdelijk meer bytes, die om meer opslagruimte vragen. Dat is logischerwijs ook het effect van MP3 (en alle andere datareductiesystemen): naarmate meer wordt 'samengeperst', neemt zowel de vereiste opslagruimte als de geluidskwaliteit af. Naarmate minder wordt gecomprimeerd geschiedt het omgekeerde. Zonder datareductie past één CD met een speelduur van pakweg 80 minuten niet op een USB-stick van 512 mb. Vooruitgang is achteruitgang De route van het muziekbestand op het internet naar de oren van de downloader is eenvoudig en overzichtelijk, en lijkt niet geplaveid te zijn met kwaliteitsbesef. Het prille begin, het muziekbestand zelf, is kwalitatief al niet top of the bill en in de rest van de keten, via de pc en de USB-stick naar de gehooringang, wordt het alleen maar slechter. Wie dan ook zijn gehoor nog eens beschadigt door een te hoog geluidsvolume (er is de neiging om het geluid sowieso al harder te zetten bij minder body of in een rumoerige omgeving) zit gevangen in de zelf geschapen vicieuze cirkel. De geschiedenis is dan geschreven, basta. In de popscene is dat een fenomeen dat KNO-artsen grote zorgen baart. Wat eenmaal is verloren gegaan komt immers niet meer terug. Wie MP3 - maar in mindere mate ook WMA - als enige referentiepunt in zijn muziekbeleving heeft, mist een deel van de expressieve schatkamer die muziek heet, zonder het echter zelf te beseffen. Muziek is klank, is schoonheid en dient als zodanig te worden gekoesterd door industrie en consument. Dat is theorie. In de praktijk lopen de hazen echter anders en wordt de vergroting en verbreding van de technische mogelijkheden uitgelegd als pure vooruitgang, terwijl dat bepaald niet zo is. We komen ze overal tegen, Jan en alleman met van die oordopjes, waarbij ik dan afvraag naar wélke muziek op dat moment wordt geluisterd. Zou het Mahlers Negende wezen, het Rondo burleske dat met grof geschut in de oren wordt gepompt, onderwijl zwetend op weg naar weer het volgende kilometerpaaltje? Of gewoon, het rustieke middendeel uit Beethovens Keizersconcert, met het volume rond 'max'? Muziek is echt te belangrijk om er alleen maar commercieel gewin uit te willen halen of om mensen die serieus de grote waarde van de muziek een belangrijke plaats in hun leven geven, als 'doelgroep' te bestempelen. Alsof er al niet genoeg doelgroepen zijn die 'bewerkt' worden. Ik riep iets naar de krantenjongen, maar hij was al weg, met oordopjes in... Het wordt weleens onderschat, maar uiteindelijk is het toch het directe contact met de muziek in de concertzaal en het muziektheater dat bijdraagt aan uw empirische kennis, uw vermogen des onderscheids aanscherpt en u niet doet vergeten dat álle geconserveerde muziek daarvan slechts een afspiegeling kan zijn. Hart onder de riem... Voor mij staat vast dat datareductiesystemen zoals MP3 en WMA niet meer zijn dan een tussenstation op de weg naar CD-kwaliteit via het internet. Dat zal nog even op zich laten wachten, want daarvoor zijn minstens technisch beter geëquipeerde servers en veel snellere datatransmissie nodig. Of misschien wel een 'chip in de muur'. Hoop doet in ieder geval leven. Dat het gehoor het tot die tijd maar uit mag houden... Tenslotte... keep it simple Ik ben - dat heeft u al begrepen - geen voorstander van dit soort datareductie (Sony's ATRAC is een geheel ander, veel béter verhaal). Ik vind het evenmin handig om van het internet te downloaden. Ik koop liever de cd, met boekje, en zet die dan keurig op rij bij de al bestaande verzameling, zo voor het grijpen, zonder verder gedoe. Soms bestel ik de CD via het internet en krijg ik die al binnen enige dagen via de post thuisgestuurd, ook zonder gedoe. De kwaliteit is maximaal (de opname bepaalt eigenlijk het uiteindelijke, hoorbare resultaat) en ik weet dan vrijwel zeker dat ik niets van de opname - fraai of minder fraai - hoef te missen. Ik houd niet van digitale censuur ("wij bepalen wel wat u wel en niet kunt horen en daarop richten we onze reductiepijlen"). Kortom, keep it simple, dat is mijn devies. Als ik op reis ben, neem ik mijn portable CD-speler, een goede hoofdtelefoon (Sony MDR-CD3000) en een stapel CD's mee. Daar geniet ik intens van, in mijn hotelkamer, bij een heerlijk glaasje wijn. Kan het eenvoudiger, mooier? Dat komt van zijn levensdagen niet uit een USB-stickie... Écht niet... Kortom, als we MP3 en soortgelijke gimmicks vaarwel zeggen, missen we niets. Sterker nog, we krijgen er iets bij: CD-kwaliteit. [Slot] index |