Dit eigenzinnige, Engelse merk bewijst zich al jaren met apparatuur
van de bovenste plank, waarbij de unieke filterregeling, de betrouwbaarheid
en de nazorg in niet geringe mate aan het succes bijdroegen. Ik begon
ruim twintig jaar geleden met de inmiddels al weer legendarische 33/303/FM3
die op de zolderverdieping zelfs nog dagelijks in gebruik zijn.
Geschiedenis
Peter J. Walker was niet alleen een bekwaam klarinettist, maar hield
er nog een bijzondere hobby op na: het bouwen van versterkers voor o.a.
collega-muzikanten en dansgelegenheden. Hetgeen in 1936 leidde tot de
oprichting van de 'Acoustical Manufacturing Company Ltd.': een hobby werd
professie. Twaalf jaar later werd de eerste (mono)versterker voor huiskamergebruik
geintroduceerd: de veel succes oogstende QA12/P, in '51 opgevolgd door
de Acoustical Q.U.A.D. (toen al met filters!). Reeds vanaf het prille
begin was sprake van een strikte scheiding tussen voor- en eindversterker
en deze modulaire opzet wordt tot op de huidige dag niet verlaten. In
'53 kwam de OCII/II, die zelfs nu nog hier en daar trouw dienst doet.
Maar de werkelijke omwenteling op het gebied van de muziekweergave in
de huiskamer werd in '55 ingeluid met de presentatie van het prototype
van de ESL, de elektrostatische luidspreker die grote furore zou maken
en de internationale vakwereld versteld liet staan: de onmogelijk geachte
opgave om een breedbandige elektrostaat met voldoende geluidsvolume voor
gebruik in de huiskamer te ontwikkelen werd door QUAD gelogenstraft. Het
concept was dermate goed doordacht dat de vanaf '57 in grote aantallen
geproduceerde ESL tot '86 in bijna ongewijzigde vorm wereldwijd werd verkocht.
En dan natuurlijk een paar jaar later ('59) de eerste stereo-versterker
en tuner: de QUAD 22 en de FM 2.
Een deel van het produktie-overzicht laat zien dat de fabriek geen eendagsvliegen
op de markt bracht: QUAD 22 ('59-'67), 33 ('67-'82), 303 ('67-'86), 44
('79-'90), 34 (vanaf '82), 306 en 606 (vanaf '86), FM3 ('71-'82), ESL
('55-'86), ESL-63 (vanaf '81). De wegen van QUAD zijn echter helaas niet
altijd even doorgrondelijk zoals blijkt uit het feit dat de zeer goede
en veelzijdige QUAD 44 (een voorversterker die door de gebruiker geheel
naar behoefte kan worden ingericht met behulp van diverse insteekmodules),
voor mij hèt paradepaardje van dit merk, uit de produktie is genomen.
De QUAD 34 voorversterker en FM-4 tuner blijven vooralsnog wèl
in produktie.
Afstandbediening
Vaak de sluitpost van de recensie, maar in dit geval moeten de rollen
worden omgekeerd. Met het losse, fors uitgevoerde bedieningstableau van
241x175x50 mm met 22 druktoetsen en 2 regelaars wordt de gehele installatie
bediend. Nog sterker: het is een onmisbaar onderdeel omdat, met uitzondering
van de netschakelaars en de ladetoets op de cd-speler, regelaars en toetsen
op de apparaten schitteren door afwezigheid. Het resultaat is een strakke
vormgeving zonder overbodige franje die mij zeer aanspreekt. Een tuner
of cd-speler van een ander merk kan op de voorversterker worden aangesloten,
mits voorzien van eigen regelaars of afstandbediening. De zeer goede FM-66
tuner kan helaas uitsluitend in het 66 systeem gebruikt worden, dit in
tegenstelling tot de CD-67 die wordt geleverd met een aparte afstandbediening,
waardoor de speler in iedere installatie kan worden opgenomen. Vreemd,
maar dit zal wel door de commerciële mensen zijn bedacht.
De functies worden op dat tableau geactiveerd d.m.v. een infrarood sensor
met een wel zeer ruim bereik. Het display op de voorversterker laat dan
de gekozen instellingen zien: ingang, filter, bass step en tilt. Het lcd-scherm
is geen toonbeeld van helderheid, zeker niet op wat grotere afstand en
bij een ongunstige lichtinval. De fors uitgevoerde regelaars voor volume
en balans klikken op de gekozen positie weliswaar in, maar schaalverdeling
en stuitnok ontbreken; een ogenschijnlijk nadeel, omdat het snel went.
Elegant is dat in de standby-stand het volume automatisch tot nul wordt
teruggenomen en na het inschakelen de oorspronkelijke positie weer inneemt.
De tapetoets mist de blokkeringsfunctie met het risico dat een aan de
gang zijnde bandopname door een huisgenoot onbedoeld wordt onderbroken
(met het tableau op bijv. de salontafel kan dit best eens het geval zijn).
B&O heeft dit al geruime tijd geleden zeer fraai opgelost en spijtig
is dat QUAD van de reeds bestaande know-how op dit gebied geen gebruik
heeft gemaakt.
De search-, track- en pauze-toetsen scheppen in het begin wat verwarring,
daar hun betekenis afhangt van de gekozen ingang. Zo fungeert de pauze-toets
op radio voor de omschakeling van stereo- naar mono-ontvangst, terwijl
op de cd-ingang met deze toets het afspelen wordt onderbroken. Op het
tableau ontbreken cijfertoetsen, maar kan altijd nog een beroep worden
gedaan op de wel van cijfertoetsen voorziene afstandbediening voor de
cd-speler, wanneer u op een test-cd track 85 wilt opzoeken. Zo zijn er
meer functies die op het tableau ontbreken, maar wel op de aparte afstandbediening
te vinden zijn. Het tableau is zeker gebruiksvriendelijk, maar wat beperkt
van opzet en vraag ik mij af waarom geen gebruik werd gemaakt van de kennis
en ervaring die B&O op dit gebied heeft.
Het tableau wordt gevoed door een batterij van het PP3-type met een levensduur
van ca. een jaar, maar mocht deze uitgerekend op zondag uitgeput zijn,
dan wordt de voeding door de voorversterker verzorgd, d.m.v. een simpel
snoertje dat opgeborgen is in het batterijvak. Dat is nu toch weer typisch
de 'finishing touch' van QUAD! De toetsen en regelaars zijn stevig uitgevoerd
en voor de bediening zijn geen goochelvingers nodig.
Voorversterker
De zeer bescheiden afmetingen (321x255x80 mm) zijn identiek aan die
van de tuner en de cd-speler. T.o.v. de illustere voorgangers, de 34 en
44, zijn er maar liefst zeven ingangen beschikbaar: disc, cd, radio, av,
aux 1, aux 2 en tape. Bovendien is er een control in-ingang die in principe
toepassing in een 'multiroom' systeem mogelijk maakt. De av- en aux 1
ingangen bezitten een extra afscherming tegen brom en andere ongerechtigheden
als gevolg van aardingsperikelen en lichtnetpulsen, geen onbekend fenomeen
bij het gebruik van video-apparatuur. De door de video-recorder afgegeven
audiosignalen bleken, ook bij dubbing, brandschoon.
De gevoeligheid op de (vergulde) cinch-ingangen laat niets te wensen over:
disc 3 mV, radio 100 mV, de overige ingangen 300 mV. Voor cd-weergave
is 300 mV bijna ideaal te noemen (100 mV is helaas eerder regel dan uitzondering):
het bespaart een verzwakkingskabeltje en de volumeregelaar hoeft niet
schrikkerig bediend te worden. Nu heeft QUAD al jaren geleden ingezien
dat vol huiskamervolume niet moet worden bereikt bij een stand van de
volumeregelaar rond 'tien over half acht', maar zo ongeveer bij 'twaalf
uur'; de inregeling is dan optimaal.
De gevoeligheid op tape kan niet meer door de gebruiker worden aangepast,
maar dit is geen echt minpunt, daar de doorsnee signaalniveau's van de
tegenwoordige decks een verdere aanpassing overbodig maken. Op disc kan
optimaal worden aangepast: QUAD levert voor dit doel diverse MC- en MM-modules.
Het maken van opnamen van deck A naar B en omgekeerd heb ik zelden zo
eenvoudig en doeltreffend gezien en kan eigenlijk niet misgaan: hulde!
Een mono-toets en een afzonderlijke schakelaar voor de opnamekeuze ontbreken.
Het subsonische filter is vast ingebouwd in het pick-up circuit en dat
is wel zo vriendelijk voor uw (kostbare) luidsprekers.
Het ontbreken van een aansluiting voor hoofdtelefoon is een typisch trekje
van QUAD dat mij al vele jaren achtervolgt en mij noodzaakte een schakelkastje
met de juiste spanningsdeler te gebruiken, dat wordt verbonden met de
luidsprekeruitgangen. De importeur is bereid u daarbij de helpende hand
te bieden.
De uitgebreide klankregeling verraadt weer het zeer gezonde en muzikale
uitgangspunt dat de muzikale balans niet mag worden verstoord. De standaardregeling
voor laag en hoog die de andere merken bieden deugt van nature niet omdat
de frequentiekarakteristiek niet recht blijft: pieken en dalen zijn het
onvermijdelijke gevolg. De uitkomst kan nooit echt muzikaal zijn en het
is een raadsel dat die (unieke) QUAD-regeling maar geen navolging krijgt.
Zelfs bij de grondlegger van dit systeem, de Japanse Lux(man) Corp., lijkt
het enthousiasme op dit punt getemperd te zijn. De 'tilt'-regeling van
QUAD is wel muzikaal en en laat de gehele karakteristiek a.h.w. kantelen.
De grafiek laat de werking duidelijk zien: op de maximale stand wordt
gecorrigeerd van -3 dB tot +3 dB, zonder pieken en dalen in de karakteristiek,
waarbij het 0 dB punt -zeer goed gekozen- bij 1 kHz ligt. Er zijn zes
standen: drie voor de verzwakking van het laag met gelijktijdige toename
van het hoog en drie die precies het omgekeerde doen: verzwakking van
het hoog en toename van het laag. De instelpunten zijn 1,2 of 3 dB. Bij
magere laag- en agressieve hoogweergave worden twee vliegen in een klap
geslagen: de versterking met 2 dB van de laagweergave betekent tevens
dat de hoogweergave met 2 dB afneemt. De regeling is dus per se niet bedoeld
om zowel de laag- als de hoogweergave met 2 dB te versterken! Zo kunnen
bezitters van kleinere luidsprekers geen "bass boost" toepassen
in het frequentiegebied tot 100 Hz en de karakteristiek verder ongemoeid
laten en daarom was ook een aparte laag-op regeling welkom geweest. Een
aparte laag-af regeling met twee standen is wel voorhanden en zeer effectief.
De klankregeling wordt afgerond met een nu nog slechts beperkt instelbaar
filter met twee standen: F 1 en F 2. F 1 is aktief vanaf ca. 2.5 kHz (oplopend
tot ca. -5 dB bij 15 kHz) en F 2 vanaf ca. 1 kHz (oplopend tot ca. -5
dB bij 7 kHz). Van het continu instelbare filter, te regelen bij 5, 7
en 10 kHz tot maximaal -25 dB, lijkt nu voorgoed afscheid te zijn genomen.
De nu door QUAD gekozen instellingen zijn echter op de praktijk toegesneden
en daarmee ook goed gekozen, omdat enerzijds zoveel mogelijk muziek wordt
doorgelaten en anderzijds zo veel mogelijk stoorgeluiden worden onderdrukt.
In de huiskamer kan men een heel eind komen, omdat de tilt-, bas- en filter-regeling
kunnen worden gecombineerd. Met de cancel-toets worden alle gemaakte instellingen
ongedaan gemaakt. Kort en goed, minder goed geslaagde opnamen en knisperende
grammofoonplaten die een correctie nodig hebben kunnen op deze manier
meestal afdoende worden 'behandeld' zonder dat dit ten koste gaat van
de muzikale informatie.
Zowel de vervormingscijfers als de oversturingsgrenzen en de signaal-ruisafstanden
mogen er zijn: u zult er in de praktijk geen last van hebben! Zo heerst
er een bijna volmaakte stilte op alle ingangen en alle niveau's. Bij geheel
teruggedraaid volume blijft de actieve signaalbron heel zacht hoorbaar,
een schoonheidsfoutje dat de fabriek niet onder handen neemt. De meetuitkomsten
zijn, zoals goed gebruik bij QUAD, iets beter dan de technische doopceel
en op het gehoor heb ik geen enkel verschil kunnen ontdekken tussen de
44 en deze 66. Bij inschakeling is een zachte 'plonk' waarneembaar, een
schoonheidsfoutje waaraan door de fabriek niet zo zwaar wordt getild.
CD-speler
De CD-66 is slechts kort op de markt geweest, hetgeen niet past in de
QUAD-traditie, maar er zat weinig anders op, omdat de fabrikant van het
M3 loopwerk (PHILIPS) de produktie alleen tegen een aanmerkelijk hogere
prijs wilde voortzetten. Voor QUAD een tegenvaller, ook al had de fabriek
zich m.b.t. de onderdelen voor tien jaar ingedekt. Men koos uiteindelijk
toch weer voor een loopwerk (CDM9) van Philips en nam de gelegenheid te
baat om de opvolger, de CD-67, met een nieuwe d/a-omzettter van Crystal
Clear uit te rusten. Met het minder diepe CDM9 ladesysteem zijn de afmetingen
nu ook identiek aan die van de voorversterker en de tuner en werden er
nog enige cosmetische wijzigingen aangebracht. Gebleven zijn het wel erg
rudimentaire display (alleen de resterende minuten per track worden tijdens
het afspelen aangegeven) en is het aandrijfmotorje nog steeds wat luidruchtig.
Naast de (digitale) coax-uitgang is er een vaste (analoge) uitgang die
2 V afgeeft, maar daarop is de ingangsgevoeligheid van de voorversterker
uitstekend berekend.
Ook de CD-67 is een 16 bits-speler die zonder meer in de hoogste regionen
thuishoort. Zeer fraaie en rustige strijkers, warm en diep laag met zeer
goede doortekening, een breed en diep stereobeeld, een piano- en orgelklank
die staat als een huis, heldere stemmen zonder de geringste scherpte met
een definitie om u tegen te zeggen. Ook de omgang met zwakke signalen
en de lineariteit plaatsen deze speler in de topcategorie. T.o.v. de CD-66
lijkt de doortekening mij nog marginaal beter in Handel's Messiah op zowel
L'Oiseau-lyre als Archiv en was de pianoklank in het Chopin-recital van
Michelangeli op DGG nog een fractie losser. Ook de gewone bas bleek nog
iets indrukwekkender in Rachmaninow's Derde Symfonie (KCO/Ashkenazy) op
DECCA. De verschillen zijn echter niet dermate dat bezitters van de CD-66
zich nu plotsklaps ongelukkig hoeven te voelen!
FM-tuner
De uitlevering werd vertraagd als gevolg van enige aanloopproblemen.
Het pechduiveltje achtervolgde QUAD al eens eerder toen de FM 3 zich aandiende.
Zo was er een vage fluittoon op alle afstemfrequenties en werd bij sommige
exemplaren de zenderkeuze spontaan geblokkeerd. Inmiddels is een verbeterde
chip beschikbaar en worden de daarvoor in aanmerking komende exemplaren
door de importeur gemodificeerd. De tuners die in maart de fabriek hebben
verlaten zijn van de nieuwe chip voorzien. Het is verbazingwekkend dat
de FM-66 in verscheidene landen, w.o. in Engeland, al lang en breed is
gerecenseerd, zonder dat van het chipprobleem melding werd gemaakt. Voor
de kritische noten moet je blijkbaar achter de dijken zijn...
Alle benodigde functietoetsen bevinden zich (uitsluitend!) op het bedieningstableau.
Er kunnen 19 voorkeurzenders worden geprogrammeerd. De bandbreedte is
niet handmatig instelbaar. De antecedenten zijn van een dusdanig niveau
dat de tuner zonder voorbehoud geschikt is voor aansluiting op een draaibare
buitenantenne: een gewogen ruisafstand van 73 dB (stereo) en 79 dB (mono)
bij 1 mV antennespanning, zeer goede selectiviteit en spiegelonderdrukking,
een gevoeligheid van net 23 uV (stereo) en 2.5 uV (mono) en gecompleteerd
met een volstrekt onhoorbare piloottoon (ook bij bandopname). Prettig
is ook dat desgewenst in stappen van 25 kHz kan worden afgestemd. Met
een simpele dipool-antenne op zolder bereikte ik een kwaliteit die de
'kabel' deed blozen. Twee antenne-ingangen (75 Ohm)was dan ook zonder
meer gerechtvaardigd geweest: een voor de 'kabel' en een voor de buitenantenne.
De geluidskwaliteit wordt uitsluitend beperkt door het aangeboden signaal.
Eindversterker
De 606 werd reeds besproken in het *. Er zijn inmiddels 25.000 exemplaren
verkocht en waren de persmallen aan vervanging toe. Hetgeen QUAD heeft
aangegrepen om een geringe wijziging aan te brengen, waardoor deze geweldenaar
ook perfect bij het 66 systeem past. In elektronisch opzicht is sprake
van een nieuw ontworpen voedingsdeel en werd het hoog-doorlaatfilter aan
de ingang gewijzigd. De fabriek verzekert echter de gebruikers van de
'oude' 606 dat er geen enkele noodzaak tot 'updating' bestaat.
Aansluiting van een extra stel luidsprekers of een daarvoor geschikte
hoofdtelefoon (bijv. de AKG K 1000) vereist een schakelkastje. De fabrikant
heeft, heel verstandig, een begrenzing aangebracht die het apparaat tegen
zeer lage impedanties beschermt. Ook de frequentiekarakteristiek loopt
niet absurd door met -0,25 dB bij 20 Hz en -1 dB op 13 Hz en en 40 kHz.
Er is geen goede reden te verzinnen om de karakteristiek tot in een gebied
door te laten lopen waar toch geen bruikbaar muzieksignaal aanwezig is,
maar juist wel allerlei ongerechtigheden. Zoals gebruikelijk bij QUAD
is de eindtrap onvoorwaardelijk stabiel bij iedere belasting en ieder
muzieksignaal. Brom, ruis en vervorming zijn gewoon afwezig en wordt de
versterker slechts handwarm bij normaal gebruik.
De 606 combineert de voordelen van klasse A-versterking (minimale vervorming)
met het hoge rendement van klasse B. De eigenschappen worden niet negatief
beinvloed door de bedrijfstemperatuur en de fabrikagetoleranties, waarbij
de ruststroom en de symmetrie zelf instellend zijn zijn en ook bij latere
reparaties en vervanging van onderdelen de oorspronkelijke prestaties
behouden blijven (QUAD-patent).
Resumé
Een fraaie set die zeer hoogwaardige muziekweergave biedt en niet snel
aan veroudering onderhevig is. Het bedieningstableau had een geraffineerder
opzet verdiend. Een aparte laag-op regeling had de muzikale waarde zeker
nog verder verhoogd. Het inwendige is van zeer hoge kwaliteit en de bouwwijze
zonder meer uitmuntend. Het gunstige beeld wordt afgerond door een gedurfd
en smaakvol uiterlijk van, zeker niet onbelangrijk, bescheiden afmetingen.
Importeur: TransTec bv, Rotterdam (tel. 010 4147055)
|