Actueel (archief)

Het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival 2011:

Sea & the City

 

© Aart van der Wal, mei 2011

 

Rotterdam is altijd een stad aan het water geweest. Het begon zo’n zevenhonderdvijftig jaar geleden, als een primitieve nederzetting bij een dam in de rivier de Rotte, en groeide uit tot de grootste havenstad ter wereld. In 2004 was het Shanghai, die Rotterdam van die plaats verdreef, met Singapore als goede tweede, maar gebleven is de functie van Rotterdam als de ‘Gateway’, de toegangspoort tot Europa. Vorig jaar werd er maar liefst 430 miljoen ton aan goederen overgeslagen. De activiteiten in en de groei van de stad houden merendeels, hetzij direct of indirect, verband met zowel de haven als de logistieke afwikkeling van de talloze goederenstromen naar en van het Europese achterland.

Alleen de optimaal toegankelijke Nieuwe Waterweg scheidt Rotterdam van de zee en van de internationale contacten die daarvan het gevolg zijn. Wie nog iets verder denkt zal zich realiseren dat de enorme uitbreidingen die plaatsvinden op zo’n veertig kilometer van de stad verwijderde, kunstmatig opgespoten Maasvlakte de economische groei van de gehele regio alleen nog maar in een enorme stroomversnelling kan brengen.

In beginsel kunnen ook de in regio gevestigde culturele instellingen en het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) in het bijzonder, hiervan profiteren, al moet worden gezegd dat de synergie niet uit de lucht komt vallen en dat creatief beleid nodig is en blijft om de rijke culturele diversiteit in en rond Rotterdam dusdanig uit te buit en een herkenbaar gezicht te geven dat mensen en organisaties er daadwerkelijk ook op af komen.

Niet alleen de abonnementsconcerten van het RPhO maar ook de afgelopen vijftien (Rotterdam Philharmonic) Gergiev Festivals (1996-2010) hebben bewezen dat orkest en festivalorganisatie grote bezoekersaantallen wisten te genereren, al moet worden gezegd dat het succes niet los kan worden gezien van het bescheiden aandeel van de moderne en eigentijdse muziek in de programmering. Wie op zoek is naar grenzen verleggende, nieuwe muziek, laat staan die van Nederlandse bodem, moet zeker niet in Rotterdam zijn; en al helemaal niet bij het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival. Wat dat laatste betreft hoeven we slechts terug te gaan naar de festivaledities van de laatste zeven jaar, zoals die rondom de oorlogsymfonieeën van Sjostakovitsj (2001), de jarige Valery Gergiev zelf (2002): de dirigent werd in dat seizoen vijftig en had voor ‘zijn’ festival componisten uitgekozen die hij van doorslaggevend belang vond), maar met als onbetwist hoogtepunt de Johannes-cyclus van Sofia Goebaidoelina), (Prokofjev (2003), Tsjaikovski (2004), de fin de siècle (2005), Vrijheid (2006), Liebesnacht (2007), Hemel en Aarde (2008), Eeuwige Jeugd (2009) en dan vorig jaar ‘Resurrection, A Story of Rotterdam’, met daarin een prominente plaats voor de oorlogssymfonieën van Dmitri Sjostakovitsj. Dat laatste thema sloot vrijwel naadloos aan bij het Duitse bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 en de rampzalige gevolgen daarvan voor de mensen en de stad.

2011: Sea & The City
Met ‘Resurrection, A Story of Rotterdam’ belandden we in 2010 in de ‘grootstedelijke thematiek’, zoals de festival organisatoren het noemden. De nieuwe plannen zijn al gesmeed: de drie edities van 2011, 2012 en 2013 zullen een drieluik vormen waarin de verbintenis tussen de havenstad en de zee in haar vele facetten centraal staat. Het was dan ook niet toevallig dat de persbijeenkomst, waarin de plannen werden ontvouwd, plaatsvond aan boord van het s.s. Rotterdam, dat, na decennialang over de wereldzeeën te hebben gezworven, aan het Derde Katendrechtsehoofd na een niet zonder slag of stoot verlopen, zeer ingrijpende renovatie aan een nieuw leven is begonnen en dat al kort na de openstelling voor het publiek als hotel- en partyschip én bezienswaardigheid niet meer uit het Rotterdamse havenbeeld weg te denken valt.
Van 8 tot en met 18 september 2011 draait het dus om een ‘gegeven van universele relevantie en artistieke betekenis, met composities uit oost en west, van Rimski-Korsakov tot Britten, hoe de zee ons voedt en verslindt, bekoort en beangstigt, en altijd weer fascineert,’ aldus een persaankondiging.
Valery Gergiev schrijft in de programmabrochure: ‘Rimski-Korsakov voer de wereld over, Berlioz reisde door heel Europa. Hun wijde blik en die van Wagner (de componist is overigens alleen met het voorspel tot de eerste akte van Lohengrin vertegenwoordigd, AvdW), Mahler en vele anderen is de kern van dit festival. Editie 2011 is een uitnodiging om over de grenzen te kijken, met de zee als symbool voor alles wat landen en volken verbindt.’ Die zee vinden we terug in Berlioz’ Les Troyens (met o.a. het Trojaanse zeeleger, de oude havenstad Carthago, de schipbreukelingen in de derde akte en de matroos Hylas die aan het begin van de vierde akte zijn verre thuisland bezingt), die op vrijdag 9 september van start gaat met een concertante uitvoering met animaties door de inmiddels wereldberoemde zandkunstenares Ksenyia Simonova. Gergiev leidt solisten, koor en orkest van het Mariinski-theater in Sint-Petersburg.
Niet minder interessant belooft de Nederlandse première van Rimski-Korsakovs zich in eent onderwaterrijk afspelende sprookjesopera Sadko te worden, wederom gedirigeerd door Gergiev die ditmaal, eveneens in een concertante uitvoering, voor het RPhO aantreedt. Mede dankzij solisten en koor van het Mariinski belooft het toch een echt een Russische avond te worden.. Jammer dat het publiek het in de Rotterdamse Doelen noodgedwongen zal moeten stellen zonder de uit het Mariinski afkomstige decors en kostuums, want die vormen al een belevenis op zich. Beide opera’s worden in de oorspronkelijke taal gezongen, maar er zal wel worden gezorgd voor een met de voorstelling meelopende Nederlandse vertaling in de vorm van boventiteling.

Weliswaar geen zee maar wel water is te vinden in de programmering van Lisztz La lugubre gondola en – zij met enige fantasie - Nuages gris. Menigeen zal bovendien voor het eerst kennis kunnen maken met Takemitsu’s Between Tides. Niet minder boeiend belooft het optreden van de Franse pianist Alexandre Tharaud te worden, die zijn opwachting maakt met o.a. Ravels Une barque sur l’océan.

Het ensemble 440Hz, uitsluitend bestaande uit strijkers van het RPhO, biedteen gevarieerd programma dat laveert tussen Maxwell Davies’ Sea Orpheus (weer een heuse Nederlandse première!), Coplands Quiet City en Poulencs Orgelconcert, met daartussenin Hayo Boerema’s Improvisatie (over drie Geneefse psalmen) en een hopelijk niet al te bescheiden greep uit Bachs Musikalisches Opfer en Die Kunst der Fuge, in passende bewerkingen uiteraard.

In het Goethe-Institut en later in Museum Boijmans Van Beuningen is er een gratis concert onder de titel ‘Zee van Accordeons’: gordels en zwemvesten aan, hier komt Eva Zöllner! Solo-recital is hier het goede woord niet, want met videoprojecties, tape en live-elektronica duetteert en duelleert ze met haar eigen spiegelbeelden, aldus de festivalbrochure. Gratis toegankelijk is ook het filmconcert in de burgerzaal van het stadhuis met een compilatie van historische havenbeelden, muzikaal begeleid door Geert Bierling op harmonium en Bert Mooiman op piano.

Welke zee valt er eigenlijk te ontdekken in Mahlers Negende (RPhO/Gergiev) en Vijfde (Israel Philharmonic/Zubin Metha)? ‘Mahlers Ziedende Zee’, zegt het programma, maar die vlag dekt, om in scheepstermen te blijven, de lading in het geheel niet. Hier fungeren Brittens suite uit Death in Venice hoogstens als een doekje voor het bloeden. Niet minder begrijpelijk is de aan Bruckners Achtste gewijde bijdrage van de chef-dirigent van het RPhO, Yannick Nézet-Séguin. Dit apocalyptische werk heeft alles, maar niets met stad of water. De verbintenis met zee en water lukt Yannick gelukkig veel beter in een ander programma, dat bestaat uit Adams’ Dark Waves, Brittens Four Sea Interludes en Schumanns Derde symfonie, die niet voor niets de bijnaam ‘Rheinische’ heeft meegekregen.

Valery Gergiev

Jammer dat de programmamakers en dan met name de artistieke coördinator van het festival, de Belg Jelle Dierickx, voor deze editie de in 1935 nota bene in Rotterdam geboren componist Otto Ketting over het hoofd heeft gezien. Dit was nu juist een uitgelezen gelegenheid geweest om diens bekende vierluik De Overtocht (1992), De Aankomst (1993), Het Oponthoud (1993) en Kom, Over de Zeeën (1994) op het programma te zetten. Eigentijdse stukken, en dan ook nog van Nederlandse bodem, uitgerekend door een componist die onlangs opmerkte dat het verboden zou moeten worden om Mahler te spelen! Terwijl menigeen intussen al zo hevig moet lijden onder de mahleritis (op 18 mei is het precies honderd jaar geleden dat Gustav Mahler in Wenen overleed). Toen ik tijdens de persbijeenkomst aan het werk van Ketting refereerde kwam Diederickx met de mededeling dat de ‘Ketting-cd’s’ binnen waren en dat er hierna nog twee edities in aantocht zijn. We zullen zien en hopelijk horen! Misschien mogen we dan ook Zemlinsky's Die Seejungfrau tegemoetzien? De afbeelding is er al!

Voor meer informatie over het komende Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival: klik hier.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links