Actueel (archief) Echte kunst heeft geen kapsones: bij het overlijden van Han Reiziger (1934 ~ 2006)
© Paul Korenhof, 9 mei 2006
|
Vorige week was ik voor het eerst sinds twaalf jaar weer eens terug in het voormalige Oost-Berlijn, een stad waar ik vóór het vallen van 'de muur' regelmatig kwam, maar waar ik daarna nog maar één keer geweest was. In september 1994 bezocht ik de Komische Oper voor de première van Der gewaltige Hahnrei van Berthold Goldschmidt in de regie van Harry Kupfer. Ik logeerde toen in zo'n desolaat Oost-Duits hotel en in de kamer naast mij zat Han Reiziger. In die paar dagen dat we daar met elkaar optrokken, betoonde hij zich de beminnelijkste metgezel die ik me wensen kon, maar ook een fameuze leidraad naar het werk van Goldschmidt. Han Reiziger combineerde professionele nieuwsgierigheid met een ontwapenende onbevangenheid, en bij een kort interview met de componist bleek zijn gezelschap goud waard. Juist zijn gave om met de wetenschap van de kenner toch de vragen te stellen die bij een leek zouden kunnen oprijzen, zorgde bij de naïef-onbevangen Goldschmidt voor onbetaalbare reacties. En ik ging Han Reiziger nog meer waarderen dan ik al deed. Vorige week moest ik daaraan herhaaldelijk terugdenken, zeker toen ik aan Unter den Linden de bouwput zag waar ons hotel gestaan had, en een paar uur na thuiskomst kreeg ik het bericht van zijn overlijden. Weer een tijdperk afgesloten. Han Reiziger markeerde voor velen vooral de periode waarin muziek op zondagochtend de trouwe gast was in menige huiskamer, ook weer dankzij het feit dat in zijn handen muziek zo 'gewoon' werd. Bij hem hoefde je als gewone liefhebber van mooie melodieën niet bang te zijn dat hij je liet struikelen over ingewikkelde modulatiepatronen, verminderde septiemakkoorden of een al dan niet terugkerende tonica. Voor Han Reiziger was muziek mensenwerk, gemaakt dóór gewone mensen vóór gewone mensen, en een waar hoogtepunt in zijn medialoopbaan vormde de Mozart-serie die hij voor de VPRO-radio maakte met technicus Jan Tittel ('Jan Wagenmeester'). Samen reisden zij 'in het voetspoor van Mozart' langs talloze plaatsen die voor het Salzburger genie van belang waren geweest en lang voor Amadeus gaven hun gesprekken zicht op een andere Mozart, op de 'gewone jongen die toevallig geniaal' was, zoals Jan Tittel het ooit uitdrukte. Met Jan Tittel heb ik tot diens dood vaak samengewerkt, met Han Reiziger slechts een enkele maal, maar beiden zijn voor mij van groot belang geweest. Door hun manier van luisteren naar en praten over muziek. Door hun enthousiasme en hun gave om 'iedereen' te kunnen bereiken. En vooral doordat zij allebei uitstraalden dat je van muziek vooral moest kunnen genieten. Vooral bij Han Reiziger kwam daarbij dat 'moeilijke muziek' en 'makkelijke muziek' niet bestonden, wel 'goede muziek' en 'slechte muziek'. En in een strikte scheiding tussen klassieke en populaire genres geloofde hij al evenmin. Ik heb daarvan genoten - en heel veel geleerd. Han, ontzettend bedankt! index |