Actueel (archief) Niet alleen de geschiedenis van het Amsterdamse Concertgebouw verdient aandacht!
© Evert Rulf, juni 2005
|
Ik wil hier niet verder ingaan op de "Wagner Vereeniging" nu daarover in 1997 een overzicht is verschenen door Josine Meurs en Henk Suér: Geheel in de geest van Wagner. Dat boek vormde tevens de basis voor de tv-documentaire Parsifal in de polder, in februari 2003 uitgezonden door de VPRO in het programma "Uur van de wolf". Bij toeval vond ik in een antiquariaat een programma van een uitvoering van Tristan und Isolde door "De Wagner Vereeniging" op zondag 3 april 1949 in de Stadsschouwburg te Amsterdam, aanvang 1.30 uur, met behalve de rolverdeling nog een inleiding door Willem Pijper dat hij geschreven had voor een uitvoering in 1926. Een blik echter op die rolverdeling doet je stomverbaasd staan: Tristan gezongen door Max Lorenz, Isolde door niemand minder dan Kirsten Flagstad, de Kurwenal door nota bene Hans Hotter en ga zo maar door; het orkest is het Concertgebouworkest en de algehele leiding is in handen van de grote Erich Kleiber. Hebben we van zoiets unieks dan geen enkele opname, ook niet van die Pelléas et Mélisande die geheel bezet was door Franse stemmen, tegenwoordig nauwelijks meer te realiseren? En misschien zijn er wel meer van die topuitvoeringen geweest waarover ik nooit iets gelezen of gehoord heb. Die befaamde Holland Festival voorstelling van Otello met Brouwenstijn en Vinay ken ik ook alleen maar van horen zeggen. Misschien had ik beter moeten weten maar het boek van Meurs en Suér heb ik nooit gelezen, evenmin als het boek van Jessica Voeten over 50 jaar Holland Festival, gewoon omdat ik die boeken nooit in een boekwinkel heb zien liggen. En dat bedoel ik nu, wordt de geschiedenis van onze nationale muziekcultuur wel genoeg in de belangstelling geplaatst? Mijn idee dat het operaleven in Nederland voor de komst van de grote intendanten en regisseurs zo een 20 jaar geleden nooit zoveel heeft voorgesteld is misschien helemaal fout. Maar waarom struikel ik in de boekwinkels dan wel over schitterend geïllustreerde boekwerken over Bayreuth, de Metropolitan en de Scala maar moet ik voor een boekweer over ons operaleven naar gespecialiseerde archieven of antiquariaten gaan? Hetzelfde geldt voor historische live opnamen, in de klassieke platenzaak een overvloed aan buitenlandse producties onder Furtwängler, Toscanini, Serafin, Krauss, etc, maar voor een Holland Festival opname van Falstaff onder Giulini met alle wereldberoemde buffo-zangers bij mekaar, een VARA matinee opname van Adriana Lecouvreur met Magda Oliviero (met vergeten Nederlandse stemmen als een fenomenale Mimi Aarden), de KRO-opnamen van de bijzondere operaserie in het Utrechtse Vredenburg met onder andere een eerste uitvoering in Nederland van Chérubin van Massenet en een Dialogues de Carmélites van Poulenc onder Fournet, daarvoor moet men een zoektocht maken in heel gespecialiseerde zaken. Gaan wij werkelijk zo slordig om met de geschiedenis van ons muziekleven dat wij, behalve dan de aandacht die er altijd aan het Concertgebouworkest met al die de bezoeken van Mahler en Brahms geschonken wordt, weinig weten over al die andere grootse muzikale gebeurtenissen in ons land. Wat gebeurt er met al die unieke uitvoeringen van onbekende opera's op de zaterdagmiddag in het Concertgebouw? Wel verschijnt er weer een totaaldocument op cd over zoveel jaar Concertgebouworkest met historische opnamen, uitvoeringen die we toch allemaal weleens eerder gehoord hebben en of dat nog niet genoeg is verschijnt er ook nog eens de zoveelste live-uitvoering van de Achtste van Bruckner onder Haitink die we dan naast die van Karajan en Wand op de plank kunnen zetten. Ergens op een verborgen plank moet toch genoeg materiaal
liggen waarmee men enkele cd-albums kan vullen met bijvoorbeeld historische
opnamen van de "Wagner Vereeniging" en het Holland Festival. Het zou
weleens geheel ander beeld van de muziekhistorie van ons land kunnen
geven, dat die niet alleen werd gemaakt door het Concertgebouw en
de Matthäus-Passion. index |