Verdi: La traviata
Urska Arlic Gololicic (Violetta Valéry), Daniela Mazzucato (Annina), Hanna-Liisa Kirchin (Flora Bervoix), Jesús Garcia (Alfredo Germont), Anthony Michaels-Moore (Giorgio Germont), Christian Damsgaard (Gastone de Létorières), Eddie Wade (Baron Douphol), Wiebe-Pier Cnosses (Marchese d'Obigny), Paolo Battaglia (Dottore Grenvil)
Consensus Vocalis
Het Gelders Orkest
Dirigent: Ilyich Rivas
Regie: Floris Visser
Decor/kostuums: Dieuweke van Reij
Gezien: Enschede, 30 september 2017
Volgende voorstellingen: www.reisopera.nl
 |
Het wordt tijd om onderscheid te gaan maken tussen het regisseren en
het ensceneren van een opera. Regisseren is dan de scenische invulling
van de partituur (= tekst èn muziek), waarbij de regisseur in
meerdere of mindere mate tot een eigen interpretatie komt. Het huidige
tijdsbestek neigt echter naar 'ensceneren': de partituur gebruiken voor
een voorstelling waarin de regisseur (beter wellicht: 'ensceneur') de
partituur gebruikt als basis voor een 'eigen boodschap' die zelfs een
geheel 'eigen verhaal' kan worden.
Afgaande op de nieuwe productie van La traviata bij de Nederlandse
Reisopera ontwikkelt Floris Visser zich meer en meer tot zo'n 'ensceneur'.
Violetta Valéry, bij Verdi een verfijnde courtisane die een sleutelrol
vervult in het Parijse societyleven, zakte bij hem af tot een ordinaire
prostituée in een club waar de dames hun handelswaar tonen op
een wijze die niets meer te raden overlaat.
Hoerenkast
Kern van Visser's verhaal is niet het bij Verdi essentiële conclict
tussen Violetta's liefde en de hypocrisie van de haar omringende samenleving,
maar het conflict tussen enerzijds het terugverlangen naar 'de onschuld
van haar jeugd' en 'de landelijke idylle waarin zij opgroeide' en anderzijds
'de zuigende werking van die dure hoerenkast.' Die 'landelijke idylle'
is overigens heel merkwaardig gezien het feit dat zij als kind het slachtoffer
was van een gedegenereerde vader die haar waarschijnlijk zelfs misbruikte,
iets wat Visser zelf nadrukkelijk laat doorschemeren. Dat levert een
vreemde contradictie op in deze voorstelling, maar het sluit ook nergens
aan bij een partituur die geheel op het 'hier en nu' gericht is, en
waarin geen woord en geen noot verwijzen naar dat verleden.
Met de 'zuigende werking' van een 'hoerenkast' als motor van Violetta's
handelen, ontstaat een totaal andere opera: 'La traviata van
Floris Visser met begeleidende muziek van Giuseppe Verdi'. Verdi's La
traviata, een van de mooiste vrouwenportretten ooit voor het theater
geschreven, gaat niet over een bordeelhoer die terugverlangt naar een
idyllische jeugd toen zij misbruikt werd door haar eeuwig dronken vader.
Dat Verdi's muziek een totaal ander verhaal vertelt dan zijn enscenering,
ontgaat Visser kennelijk, evenals het feit dat de gezongen tekst alleen
nog hout snijdt bij enkele afzonderlijke delen. Hoe het ook zij: deze
La traviata is niet Verdi's opera, maar een nieuw en modieus
theaterwerk met Verdi's partituur als muzikaal behang. De 'uitgeklede'
versie die Lotte de Beer vorig jaar als Traviata Remixed tijdens
het Grachtenfestival presenteerde, bleef aanmerkelijk dichter bij wat
de muziek van Verdi ons wilde zeggen.
 |
Clichés en vraagtekens
Bij het streven naar 'iets nieuws' wordt het cliché ondertussen niet geschuwd. Zagen we bij DNO recentelijk Rigoletto en La forza del destino als opera's met een vrouwelijke hoofdpersoon die als meisje door haar liefdeloze vader bruut overheerst was, bij deze derde Verdi-opera is het niet anders. Het wordt eentonig. Met een ander cliché, het regieseksisme dat graag vrouwen op het toneel ontkleedt terwijl de mannen alles mogen aanhouden, gaat Visser nog een stuk verder dan zijn voorgangers, die het over het algemeen nog decent in het drama trachtten in te passen. In een fraai toneelbeeld met de sfeer van een oud palazzo wordt hier een ordinair bordeel met veel bloot gebruikt om te demonstreren hoe modern opera kan zijn.
Het resultaat is een oppervlakkige soap over het wel en wee van een prostituée die er vooral op gericht lijkt om een publiek van televisiekijkers visueel bezig te houden. De emotionele boodschap waarmee Verdi het publiek wilde bereiken, is vervangen door goedkoop gepsychologiseer dat er bovendien met schier eindeloze herhalingen in wordt gedramd. Een regisseur die zijn publiek niet zelf wil laten nadenken, bewijst het theater geen dienst en demonstreert ook nog eens minachting voor dat publiek.
Aan de andere kant is het maar goed als het publiek niet nadenkt, want anders zou het zich misschien hogelijk verbazen, bijvoorbeeld:
- over een rolkoffertje waarmee Annina uit Parijs komt en waarin zich de broek blijkt te bevinden die Alfredo kort daarvoor moet hebben uitgetrokken toen hij met Violetta in het gras ging liggen stoeien;
- over een vrouwelijke hoofdpersoon die haar aanstaande schoonvader ontvangt in onderbroek en loshangend overhemd, en die even later nonchalant op een grasveldje haar minnaar een emotionele afscheidsbrief gaat schrijven;
- over het feit dat de doodzieke Violetta aan het slot midden in een verhuizing zit, en dat niemand zelfs maar op het idee komt haar een stoel aan te bieden, ook niet de dokter die we horen zeggen dat zij nog hooguit een paar uren te leven heeft;
- over twee verhuizers die een grote vleugel de trap af dragen alsof het een bijzettafeltje is.

Logica
Andere merkwaardige of met de haren erbij gesleepte zaken laat ik buiten beschouwing, met één uitzondering. Inmiddels ook al een cliché is het verschijnsel dat personages uitgebreid in de derde persoon zingen over een ander personage dat prominent op het toneel aanwezig is. Dat kan een navrant effect opleveren in de openingsscène van Strauss' Elektra , maar het is onlogisch als Alfredo aan het begin van het tweede bedrijf filosofeert over zijn liefde voor Violetta terwijl hij met haar ligt te vrijen, en vervolgens met Annina praat over de heimelijke missie die zij voor haar meesteres moest uitvoeren, terwijl deze er ongeveer naast staat. Toch zegt Violetta al die tijd geen stom woord, maar wel vraagt zij even later verbaasd aan Annina waar Alfredo opeens heen is. Regisseurslogica!
Coördinatie
In een interview met de NRC deed de jonge Venezolaans-Amerikaanse dirigent Ilyich Rivas een historisch merkwaardige uitval naar de muziekpraktijk, die in La traviata puntigheid en detailwerking ondergeschikt zou hebben gemaakt aan het grove, sentimentele effect. Toen in zijn eigen directie puntje bij paaltje kwam, was van dat alles echter weinig te merken. Tijdens het eerste bedrijf was het gebrek aan coördinatie, van zangers en orkest maar ook van de zangers onderling, eerder regel dan uitzondering en toen het later wat beter ging, viel des te meer op dat sommige zangers kennelijk totaal anders dachten over notenwaarden dan de dirigent.
Ernstiger was dat Rivas er niet in slaagde de partituur kleur en diepgang te verlenen, en dat van frasering bitter weinig te merken was. Het Gelders orkest deed weinig meer dan rechttoe rechtaan spelen, zonder italianità en vooral zonder dat hoorbaar werd dat Verdi vooral in de strijkers regelmatig indicaties geeft van Violetta's wegkwijnen. Rivas kan wellicht iets opsteken van The Signifier and the Signified waarin Frits Noske een hoofdstuk wijdt aan 'the musical figure of death', een belangrijk muziekdramatisch element in Verdi's muziek waar hier in het eerste bedrijf al rigoureus overheen wordt gewalst. Op het meest navrante moment van de opera, als tijdens de sterfscène de dood op de deur klopt in een veelvuldig herhaalde en nadrukkelijk gepunteerde anapest van de tutti, verzandt Rivas' directie in een zompige, door het koper overheerste modder die weinig overlaat van Verdi's bedoelingen.
 |
Geen ontroering
Misschien wel het grootste probleem is dat dit gebrek aan muzikale
emoties samengaat met de aanwezigheid van een sopraan die geen moment
weet te ontroeren, niet door haar spel en al helemaal niet door haar
zang. Urska
Arlic Gololicic
worstelde zich met weinig vocale charme door de eerste akte heen
en ondanks fraaiere momenten in het vervolg van de opera bleef ook daar
haar karakterisering vlak. Dat alles werd versterkt door een tekstweergave
die vooral door het inslikken van tussenmedeklinkers goeddeels onverstaanbaar
was. Maar wellicht speelt hier ook mee dat het voor een vertolkster
van deze veeleisende en emotionele rol bijzonder moeilijk moet zijn,
misschien zelfs onmogelijk, om in haar zang totaal andere emoties te
leggen dan de regisseur vanuit zijn concept voor ogen staan!
Als haar geliefde Alfredo overtuigde de larmoyant, soms overluid zingende Jesús Garcia evenmin, maar de verstaanbaarheid was bij hem in ieder geval geen probleem. Jammer dat hij niet kon leunen op een dirigent die wist hoe hij zangers moest leiden en coachen. Wel zette de ervaren Anthony Michaels-Moore in de nadagen van zijn carrière een wat droge en kortademige, maar goed gekarakteriseerde vader neer, en het was een genoegen om als Annina nog eenmaal Daniela Mazzucato te horen. Deze zeventigjarige Venetiaanse sopraan, in de laatste decennia van de vorige eeuw internationaal befaamd als belcantovertolkster, liet hier nog even horen hoe er gezongen wordt door solisten die het vak ooit geleerd hebben bij van ervaren operadirigenten. Opvallend was verder de gedisciplineerde en genuanceerde inbreng van het koor Consensus Vocalis dat gelukkig een aangename dosis leven in de brouwerij bracht.
Conclusie
Wie zich kan vinden in een half blote, goeddeels onverstaanbare en weinig geprofileerde titelrol met in de loop van de opera toch nog enkele vocaal mooie momenten, een larmoyante maar verstaanbare tenor en een afgezongen maar karaktervolle bariton, kan zich bij deze voorstelling zeker thuis voelen. Wie hogere eisen stelt, vooral ook ten aanzien van emotionele lading en muzikale verfijning, en een partituur niet ziet als muzikaal behang bij een modieuze enscenering, zal echter enkele vraagtekens kunnen plaatsen.