Opera en operette

Regie volgt partituur

 

© Paul Korenhof, februari 2025
© Foto's: Nederlandse Reisopera

 

(R.) Strauss: Ariadne auf Naxos

Martijn Sanders (Ein Musiklehrer), Dorottya Láng (Der Komponist), Daniel Frank (Der Tenor, Bacchus), Cyprien Crabbé (Ein Offizier), Manuel Günther (Ein Tanzmeister), Fabian Homburg (Ein Perückenmacher), Juliana Zara (Zerbinetta), Annemarie Kremer (Primadonna, Ariadne), Georgiy Derbas-Richter (Harlekin), Sander de Jong (Scaramuccio), Artur Janda (Truffaldin), Xavier Hetherington (Brighella), Rebecca Murphy (Najade), Rommie Rochell (Dryade), Hannah Gries (Echo)
Phion, Orkest van Gelderland & Overijssel
Dirigent: Jac van Steen
Regie: Sofia Jupither
Decor: Erland Birkeland
Kostuums: Maria Geber
Den Haag, 11 februari 2025
Nederlandse Reisopera
www.reisopera.nl

Heerlijk om in Nederland weer eens in een volle zaal te zitten bij een 'echte' opera die niet op zijn kop wordt gezet door een enscenering vol modieuze hersenspinsels! Ook als het 'verhaal' verplaatst wordt naar een andere tijd en een andere plaats, moet de regie op de eerste plaats een eenheid blijven vormen met tekst en muziek, en als door die verplaatsing een spanningsveld oplevert. moet die eenheid te allen tijde gewaarborgd blijven. Kleine fricties als gevolg van die verplaatsing hoeven daarom geen probleem te zijn, zolang zij maar betrekking hebben op details die ondergeschikt zijn aan het feitelijke drama.

Dat in deze eeuw 'de rijkste man van Wenen' een nieuwe opera zou laten schrijven voor opvoering in zijn 'stadpaleis' is natuurlijk even onwaarschijnlijk als het feit dat hij zijn diner door een compleet orkest zou laten begeleiden. Ook is het even wennen aan een Tanzmeister zonder de delicate stijl van iemand die leeft in de wereld van menuetten en quadrilles, terwijl benamingen als Brighella, Scaramuccio en Truffaldin ook nog enige relatie met de commedia dell'arte suggereren. Over dat alles stap ik moeiteloos heen zolang de karakters op het toneel maar overeenstemmen met de personages uit het libretto van Hofmannsthal en zolang hun emoties en conflicten maar beantwoorden aan de muzikale schildering daarvan in de muziek van Richard Strauss.

In een functioneel en vindingrijk ingedeeld decor van Erland Birkeland weet de levendige regie van Sofia Jupither de beide werelden van Ariadne auf Naxos moeiteloos door elkaar te laten lopen zonder dat zij, visueel of dramatisch, in elkaar overlopen. Terwijl veel regisseurs na de pauze niet verder komen dan een voorstelling waarbij de serieuze opera en de komedie naast elkaar worden opgevoerd, weet de Zweedse regisseuse beide - ook als toneel op het toneel - inderdaad tot één geheel te maken (wat ook de opdracht is van 'de rijkste man van Wenen'). Zij laat de personages uit beide stukken daarbij zelfs op elkaar reageren zonder4 dat dit ten koste gaat van hun karakters en van de sfeer van beide werelden!

Die sfeer kwam bij de voorstelling in het Haagse Amare muzikaal iets minder goed over, doordat dirigent Jac van Steen en de musici van Phion kennelijk een beetje moeite hadden met het lichte, vaak dansante karakter van de partituur. De noodzakelijke subtiliteit van deze voor een klein ensemble geschreven partituur stond daarbij een beetje onder druk, terwijl vooral het slotduet geprofiteerd zou hebben van meer muzikale stuwkracht. Jammer, want na een op zich al sterk 'Es gibt ein Reich' leek de titelrol van Annemarie Kremer daar helemaal los te komen. Met een stralende hoogte en een gepolijst timbre werkte zij toe naar een extatische apotheose waarin zij uitmuntend tegenspel kreeg van de tenor Daniel Frank als een helder getimbreerde, jeugdig klinkende Bacchus.

Zowel het speels-flirterige karakter als het vocale trapezewerk van Zerbinetta bleek in goede handen bij Juliana Zara. Het schijnbare gemak waarmee zij Strauss' hondsmoeilijke coloraturen realiseerde, had haar aria tot een gegarandeerde showstopper gemaakt als de dirigent er niet voor had gekozen om (partituurgetrouw, maar het hoeft het natuurlijk niet) zonder onderbreking door te fietsen. Wel viel op dat articulatie en verstaanbaarheid van de tekst de jonge Amerikaanse sopraan in die aria beter afging dan op eerdere momenten, alsof op dat punt juist aan dat fragment bij het instuderen meer aandacht was geschonken. Jammer, want haar scène met de jonge componist in de proloog, een waar juweeltje van fijnzinnigheid, vraagt erom dat juist daar ieder woord verstaanbaar is.

Alles wijst erop dat voor de jonge componist in de proloog, misschien wel de mooiste creatie van Hofmannsthal, door Strauss zelf de voorkeur werd gegeven aan een jeugdig klinkende sopraan, en de stemsoort 'sopraan' staat dan ook expliciet in de partituur vermeld. Het timbre van de mezzosopraan Dorottya Láng is beslist donkerder dan wat de componist voor ogen stond, en neigt ook meer naar het wollige, waardoor haar zang eerder vrouwelijk dan puberaal en jongensachtig overkomt. Een feit is echter wel dat deze jonge Hongaarse zangeres haar rol muzikaal en scenisch overtuigend neerzet, vol charme, hartstocht en sentiment, en doortrokken van het ongedurige van de adolescent.

Voor het dozijn overige personages bracht de Nederlandse Reisopera een leuk, overwegend jeugdig aandoend ensemble op de been dat zich in spel maar ook door de kostuums van Maria Geber duidelijk als 'mensen van nu' presenteerde. Naast de duidelijk al ietwat gezapig getypeerde Musiklehrer van Martijn Sanders viel daarbij vooral de acteur Kharim Amier op als een gedecideerde maar nergens chargerende Haushofmeister


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links