(Overpeinzingen na een concertante uitvoering van Tristan und Isolde in het Concertgebouw, herinneringen aan een bezoek aan de chr. blindenbibliotheek en aan de villa's Kareol in Aerdenhout en Hilversum en een afsluitend bezoek aan een woninkje in Hilversum)
Bijgewoond: Concertante uitvoering van Tristan und Isolde van Richard Wagner in de NTR Matinee op de Vrije Zaterdag, eerste en tweede bedrijf in de zaal, derde bedrijf via podcast thuis. Concertgebouw, Grote Zaal, 12 september 2015.
|
 |
|
Ludwig en Malvina Schorr von Carolsfeld |
Wat te zeggen van de concertante Tristan und Isolde van Richard Wagner in het tot de laatste plaats bezette Concertgebouw? Als eerste de Matinee die zo'n veeleisend werk op het programma weet te zetten en wederom dirigent Jaap van Zweden weet te strikken. Als tweede Jaap van Zweden die een macht aan repetitietijd eist en het orkest vakkundig en langdurig inzeept. Het Radio Filharmonisch orkest speelde werkelijk voorbeeldig en hallucinerend transparant. Opmerkelijk is dat de hoornisten halverwege werden afgelost om uitputting te voorkomen. Wat komen er vreselijk mooie geluiden van het podium, geluiden die ook nog eens zichtbaar zijn, een genoegen dat het publiek rond de operabühne niet is gegund. En de mannen van het Groot Omroepkoor zongen voorbeeldig in het eerste bedrijf, een kostbare zaak omdat ze slechts kortstondig nodig zijn. De gecontracteerde Matthias Goerne - overigens meer vertrouwd in het Lied - haakte al eerder af en moest worden vervangen door Falk Struckmann; het pakte goed uit, het was bepaald geen straf. De tenor Clifton Forbis als Tristan moest tijdens de repetities ook al noodgedwongen afhaken. Boze tongen beweerden dat hij werd afgevoerd omdat hij niet voldoende was toegerust. Het Fernorchester en -zanger mochten er zijn. De invallende Struckmann zong monumentaal. Isolde was massief-goddelijk en deed aan de foto's van Ludwig en Malvina Schorr von Carolsfeld denken, een der romigste T und I -duo's aller tijden. Maar wat een stem, wat een transparantue en uithoudingskracht vertoonde ze, tot de laatste maat. De invallende Tristan, Ian Storey, de op de avond vóór de Matinee ingevlogen vervanger van Clifton Forbis, kan ik niet anders karakteriseren dan als een zingende boekhouder: 'debet is links, credit is rechts, en de journaalposten staan op de volgende pagina'. Terwijl Struckmann in rokkostuum opkwam en Isolde in avondjapon zong, had Tristan een soort vrijetijdspakkie/dassie aan en zong vanaf de lessenaar, incidenteel lurkend aan een flesje water, alsof hij een boodschappenlijstje voorlas. Want ook al was hij laat ingevlogen, hij had de rol van Tristan al meerdere malen gezongen - nota bene ook in de Scala - en bij een concertante Tristan hoefde hij zich niet het hoofd te breken over gymnastische oefeningen op de sofa, samen met zijn Isolde. Dus zoveel last-minute- pardon had ik niet met hem.
Wie eenmaal een opera op het podium heeft gezien, kan best toe met een concertante uitvoering, zo luidt de stelling en bij Wagners Tristan en Parsifal gebeurt toch al niet zoveel dat om decors smeekt. Maar het vraagt wellicht wel om decorum en dat lukt slecht wanneer een groepje zangers strak voor zich uit kijkt of naar de lessenaar. Ik heb genoeg concertante opera uitvoeringen meegemaakt om te weten dat menig solist daar best raad mee weet. Maar dit liefdeskoppel keek de hele opera - 3,5 uur - strak voor zich uit onder het zingen van toch ondubbelzinnig duidelijke teksten.Er worden geen kopjes thee gedronken in deze opera. Na de tweede acte ben ik café Wellingwaarts gegaan omdat ik geen trek had om Ian Storey in de derde acte zowat een uur in zijn eentje zingend te aanhoren, alhoewel ik kon vermoeden dat hij - begrijpelijk - zijn krachten wilde sparen tot die uitputtende laatste acte, hetgeen naderhand bij radiobeluistering wel klopte. Via de luidsprekers viel die starre houding van Storey minder op.
|
 |
|
Jac Urlus: Mijn Loopbaan (biografie) |
Verschil moet er wezen: drie keer Kareol
De artistiek leider van de Matinee, Kees Vlaardingerbroek, woont in Hilversum. Niet ver van zijn huis staat - in de schaduw van de voormalige Nederlandse Seintoestellenfabriek (NSF) - een kleine woning. Boven het raam een intrigerende gevelsteen met in verguld hoog-reliëf: KAREOL. Dus de bewoners om opheldering gevraagd. Die vermoedden dat het iets met een Mozartopera te maken had of zo. De werkelijkheid is spannender. Kareol is de naam van de burcht van Tristan in het Franse Bretagne. Dat vonden de bewoners leuk om te horen. "Van wie kocht u het huis in 1972?" Mevrouw weet het zich met moeite te herinneren dat het iets als..Uleman of Ulles was. Uw scribent bevroedde het antwoord al. En we kwamen eruit. In het huis woonde ooit de kleinzoon van de wereldberoemde Wagnerzanger en fenomenale Tristanvertolker Jac Urlus (1867-1935). Deze heldentenor vierde triomfen in alle belangrijke Europese operacentra, inclusief New York en Boston alsmede in het Wagnermekka: Bayreuth. Echter, hij begon zijn loopbaan als machinebankwerker bij de DEMKA in Utrecht. Zijn kleinzoon oefende dat ambacht ook uit en werkte bij de toenmalige NSF in Hilversum, op pakweg 200 m van dit huis.
 |
De woning met de intrigerende gevelsteen |
|
Detail van de gevelsteen: KAREOL |
Kareol II
Urlus bracht het tot grote welstand en liet in Hilversum aan de Utrechtseweg een kapitale villa bouwen die hij tooide met de naam Kareol. Het kadaster vermeldt naast de villa een garage, tennisbaan, kennel, paardenstal en een kleine concertzaal. Vervolgens trok Urlus naar Noordwijk waar hij een kapitale villa aankocht en die eveneens omdoopte in Kareol. Zijn praalgraf, een heus mausoleum, is ook in die badplaats te vinden. Het is de gevelsteen van die Hilversumse villa die uit de sloop werd gered en een plaats vond in de gevel van 's kleinzoons woning. De villa aan de Utrechtseweg in Hilversum moest wijken voor de aanleg van de rondweg. "Ach, my home is my castle" grijnst de huidige heer des huizes van het woninkje aan de Larenseweg!
 |
Villa Kareol in Hilversum |
Lezenswaardig en een pracht tijdsbeeld gevend is het boek Jac Urlus Mijn Loopbaan*. Het is in zekere zin nog actueel omdat Urlus gedetailleerd de onderhandelingen met concertdirecties beschrijft en inzicht geeft in de honoraria die hij wist te bedingen en die hem tot grote welstand brachten. Ook zijn observaties van een aantal dirigenten (Muck, Toscanini, Siegfried Wagner) zijn zeer persoonlijk, evenals zijn beschrijving van het leven van alledag voor een globetrottende zanger, in een tijd dat er nog geen vliegreizen waren. Niet onbelangrijk: Jac Urlus is nog op menige cd en lp te beluisteren.
 |
Jacques Urlus op een 78-toerenplaat |
 |
Tristan und Isolde, 90 jaar geleden bij De Wagnervereeniging,
met Richard Strauss als dirigent en Urlus als Tristan |
III. Villa Kareol, Aerdenhout 1909-1979
Vele wagnerianen kennen het verhaal van de 'stille heer van Kareol', de vermogende Julius Carl Bunge, die in 1909 in Aerdenhout een kapitaal landhuis met 35 kamers liet bouwen, kosten fl. 2,5 miljoen, vergelijkbaar met nu € 63 miljoen. Het immense grote landhuis-complex met Lohengrin zwanenvijver, watertoren, orangerie en electriciteitsvoorziening droeg de naam Kareol, ter navolging van de burcht uit Tristan und Isolde. Bunge was - als opvolger van zijn vader - bestuurslid van de roemruchte Wagnervereeniging. Hij liet zich ter bestuursvergadering met Tristan aanspreken en voorzag jaarlijks achteloos in de tekorten. Thuis - in het eigen atelier - werden speciale schaalmodellen gebouwd van decorstukken uit Wagneropera's, terwijl in de muziekkamer een ingebouwd orgel werd geïnstalleerd. Het werd gebouwd door de orgelafdeling van The Aeolian Company uit de VS. Bunge bestelde een betrekkelijk 'klein' maar zeer kostbaar exemplaar met slechts twee klavieren, pedaal, 15 rijen orgelpijpen, 'harp' (metallofoon) en 'chimes' (klokkenspel) plus een automatische speelapparaat. Hij was daarmee de enige in ons land. Bij de bouw van de muziekkamer werd al plaats gemaakt voor het orgel. In de salon zag men alleen het front van het instrument, dat geheel 'in zwelkast' gebouwd was. De speeltafel werd speciaal voor Kareol gedecoreerd met houtsnijwerk, geïnspireerd op scenes uit Wagner opera's. Het speelapparaat, aangestuurd door pianolarollen, voorzag in zowat complete Wagner opera's, getranscribeerd voor orgel.
 |
Schaalmodellen van decorstukken uit Wagneropera's in het atelier van Julius Carl Bunge |
 |
Kareol in Aerdenhout |
En de christelijke blindenbibliotheek dan?
Vele jaren geleden was ik op bedrijfsbezoek bij de hoorspelstudio's van de Christelijke blindenbibliotheek in Ermelo. In de regiekamer, krimpend-lachend gebogen over de regeltafel, luisterde ik mee naar een ongetwijfeld zeer vrome bejaarde Veluwse die een boek insprak (Goldfinger-James Bond) waarbij het al te duidelijk was dat de tekst die zij met zuinig mondje voorlas, zich wel zich érg ver van haar sponde bewoog. Haar weerzin droop uit de monitorluidsprekers. Dat schoot me te binnen toen ik Tristan - Ian Storey - hoorde. Hij zong Tristan enkele malen, om te beginnen in Milaan, 2007, onder Barenboim, wat zeer gemengde reacties opriep in La Scala. Maar hij wéét toch dat hij een verschroeiend liefdesdrama moet verbeelden en niet een postzegelcatalogus voorlezen? Ironisch genoeg klaagde hij in 2008 al over een penopauze en een gemis aan libido...
Verwijzingen
Over Kareol Aerdenhout, site Pianolavereniging,Amsterdam
3 videodocumentaires op YouTube onder het lemma Kareol
Literatuur
Jac Urlus Mijn loopbaan. Uitg. N.V. Van Holkema en Warendorf's uitgevers-mij, z.j. Het boek dateert uit 1929 en is antiquarisch via www.boekwinkeltjes verkrijgbaar.
50 jaar Wagnervereeniging. 1934 (uitgegeven in het sterfjaar van J.C. Bunge)
Geheel in geest van Wagner,de Wagnervereeniging in Nederland. Henk Suèr en Josine Meurs, uitg. Theater Instituut Nederland, 1997
Wagner in Nederland 1843-1914. Josine Meurs, Walburg pers, 2002
Kareol te Aerdenhout en zijn Bouwheer. Uitg. Terra, Zutphen