Opera en operette

Oedipe - groots en spectaculair

 

© Paul Korenhof, december 2018

 

Enescu: Oedipe
Johan Reuter (Oedipe), Eric Halfvarson (Tirésias), Christopher Purves (Créon), Alan Oke (Le Berger), François Lis (Le Grand-Prêtre), James Creswell (Phorbas), Ante Jerkunica (Le Veilleur), André Morsch (Thésée), Mark Omvlee (Laïos), Sophie Koch (Jocaste), Violeta Urmana (La Sphinge), Heidi Stober (Antigone), Catherine Wyn-Rogers (Mérope), Polly Leech (Une Thébaine)
Nieuw Amsterdams Kinderkoor
De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest
Dirigent: Marc Albrecht
Regie: Àlex Ollé (La Fura dels Baus), Valentina Carrasco
Decor: Alfons Flores
Kostuums: Lluc Castells
Gezien: Amsterdam, 9 december 2018
Meer informatie: www.operaballet.nl

Foto DNO Monika Rittershaus

Een groter verschil dan tussen de Nederlandse première van Oedipe , de enige opera van George Enescu, tijdens het Holland Festival 1996 en de voorstelling van DNO lijkt niet mogelijk. Die concertante première in het Concertgebouw kwam wat onevenwichtig over en maakte nu eens een ietwat overdadige dan weer een muzikaal achterhaalde indruk. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom het Parijse premièrepubliek in 1936, ruim drie decennia na Pelléas et Mélisande , een kwart eeuw na Elektra , tien jaar na Wozzeck en in een operawereld waarin componisten als Schreker, Hindemith en Ravel de eigentijdse toon hadden gezet, niet onder de indruk was van de laatromantisch aandoende schilderingen van de Roemeense vioolvirtuoos.

Een ander probleem was de dramatische structuur. Het libretto van Edmond Fleg behandelt niet alleen het centrale deel van de mythe van Oidipous zoals we dat kennen uit het bekende drama van Sophokles dat hier wordt samengevat in het derde bedrijf. In de eerste twee bedrijven zien we ook de voorgeschiedenis. vanaf Oidipous' geboorte tot en met de moord op zijn vader, het verslaan van de sfinx en het huwelijk met zijn moeder. Het vierde bedrijf toont tenslotte - in een vrije bewerking van Sophokles' Oidipous in Kolonos - de vrijwillige ballingschap en de dood van de mythische vorst. *)

Monodrama
Het grote nadeel van die opzet, dat door de meer symfonisch dan dramatisch ingestelde Enescu niet kon worden overwonnen, was het feit dat Oidipous vier bedrijven lang het enige centrale personage was (zij het aanvankelijk alleen als baby). Verder werden de zes verschillende taferelen door steeds andere karakters bevolkt met als enige uitzondering Oidipous' oom Kreoon (Créon) die na twee zinnetjes in het eerste bedrijf ook nog een belangrijke rol speelt in de laatste twee episodes. Niet ten onrechte heeft een commentator het werk derhalve ooit omschreven als 'monodrama met nevenfiguren'.

Zeker in de symfonische benadering door Enescu is Oedipe inderdaad een toch wel overlang monodrama geworden en ik maak me sterk dat een beperking tot alleen de eerste drie bedrijven dramatisch sterker zou overkomen. Daartoe draagt bij dat het laatste bedrijf in de opzet van Fleg niet meer de essentie ademt van het Griekse dramam waarin de mens de speelbal is van de goden - of zo men wil: van het lot. Door Oidipous niet meer te confronteren met zijn beide elkaar bestrijdende zonen, zoals Sophokles deed, maar hem te laten uitgroeien tot een moderme westerling die zijn lot in eigen handen neemt, ontstaat nu in het slottafereel een sfeer die meer past bij een door christendom en modern humanisme beheerste samenleving dan bij de klassieke oudheid waaraan de voorafgaande bedrijven ontsproten zijn.

Terracotta
Van dramatische zwakheden is niets te merken in de door Àlex Ollé geregisseerde voorstelling bij DNO, die eerder in Brussel en Londen te zien is geweest. Integendeel! Dezelfde regisseur die bekende opera's graag laat schuilgaan achter visuele effecten en minimale aandacht voor de karakters en de psychische conflicten, laat hier de personages uitgroeien tot meer dan levensgrote dimensies. Aan clichés ontkomt hij ook nu niet en soms zijn die zelfs heel goedkoop (Oidipous op de bank bij de psychiater!), maar ook dan geeft hij de zangers zoveel kans om met hun emoties het publiek te bereiken, dat zijn keuze uiteindelijk acceptabel wordt.

Het door Alfons Flores ontworpen toneelbeeld biedt in de meest 'Griekse' scènes. overheerst door een terracottakleur die conventies, tradities en ingeroeste waarden suggereert, een reeks associaties met Griekse tempels, beelden en vazen,. In die context ontstaat een onvergetelijk openingsscène met het koor als een gigantische muur van beelden die hun openingszang over de zaal uitrollen als een vloedgolf van geluid. Vooral door de kostuums van Lluc Castells ontwikkelt het beeld zich vervolgens van antiek-Grieks tot eigentijds-westers zonder door een te sterke actualisering het tijdloze element te doorbreken.

Johan Reuter (Oedipe) (foto DNO Monika Rittershaus)

Titanenstrijd
Een ijzersterk fundament onder de voorstelling is een bezetting met grote persoonlijkheden, onontbeerlijk voor personages die zich vaak in maar één grote scène helemaal waar moeten maken. De primus inter parus daarbij is Johan Reuter als een magistrale Oedipe. Met zijn krachtige, Wotan-achtige bariton is hij niet alleen opgewassen tegen een rol die in iedere fase de titelheld in een ander licht plaatst, maar hij weet daarbij in kleur en expressie steeds tot de bodem te gaan, waardoor ieder tafereel bijna een mini-opera op zich wordt.

Tot de sterkste scènes behoort de confrontatie van Oedipe met de blinde ziener Tirésias, waarbij DNO een gouden greep heeft gedaan met het engageren van de huiveringwekkend orgelende bas Eric Halfvarson. Nadat hij zich in de proloog al had gepresenteerd als een onheilsbode wiens voorspellingen de muren van het theater deden trillen, groeide zijn woordenduel met Oedipe in het derde bedrijf uit tot een ware vocale titanenstrijd. Niet minder huiveringwekkend is daarna de scène waarin de waarheid doordringt tot zowel Oedipe als Jocaste. Daar leidt de verschroeiend beheerste zang van mezzosopraan Sophie Koch een tragisch hoogtepunt in: het woordloos wegschrijden van de gebroken koningin als zij beseft dat na het incestuezeuze huwelijk met haar eigen zoon voor haar geen leven meer mogelijk is.

Doorslaggevend voor het succes van de voorstelling was echter de directie van Marc Albrecht die een Nederlands Philharmonisch Orkest op oorlogsterkte drie uur lang laat zuchten, schreeuwen, steunen, klagen, grommen en brullen. Dat gebeurt nu eens met subtiele solis van de blazers, dan weer met felle tutti of donkere erupties, maar ondertussen blijft alles prachtig gedoseerd en gaat het kleurrijk orkestraal musiceren zelden ten koste van de zang. De mate van verstaanbaarheid was zelfs opmerkelijk, al blijft het jammer dat niemand het meer aandurft om de voorkant van de bak weer dicht te maken.

Eric Halfvarson (Tirésias) en Eric Reuter (foto DNO Monika Rittershaus)

Toeschouwertje pesten
Een merkwaardig punt blijft ondertussen het feit dat regisseurs steeds minder rekening houden met het publiek. Voor wie maken zij hun voorstelling dan? Alleen voor zichzelf? Bij Jenufa waren hele scènes onzichtbaar voor toeschouwers aan de zijkanten, ook in Il barbiere di Siviglia zaten van die momenten en in Oedipe wordt het publiek maar liefst vier keer geconfronteerd met spots en schijnwerpers die in verschillende gradaties van felheid de zaal in schenen. Misschien is het gewoon toeschouwertje pesten, misschien ook gewoon minachting voor al die mensen die honderd euro of meer voor een plaatskaart hebben betaald, maar van respect voor het publiek getuigt het niet!

_____________________
*) Hoewel het libretto gebaseerd is op twee (Griekse) tragedies van Sophokles, hanteert DNO in de Nederlandse teksten veelal de Latijnse schrijfwijze (o.a. Oedipus, Tiresias), soms met een 'vernederlandste' spelling (Jocaste), maar in één geval in een vorm die in geen enkele Europese taal voorkomt en die door de plaatsing van een trema zelfs in strijd is met de Nederlandse spellingsregels (Laïus). Gezien mijn verwijzingen naar de mythologie heb ik hierboven consequent gekozen voor de 'Griekse' schrijfwijze (Oidipous, Laios, Iokaste, Teiresias) of voor de Franse bij directe verwijzingen naar de opera (Oedipe, Laïos, Jocaste, Tirésias).


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links