Opera en operette Oedipe - groots en spectaculair
© Paul Korenhof, december 2018
|
||||||
Enescu: Oedipe
Een groter verschil dan tussen de Nederlandse première van Oedipe , de enige opera van George Enescu, tijdens het Holland Festival 1996 en de voorstelling van DNO lijkt niet mogelijk. Die concertante première in het Concertgebouw kwam wat onevenwichtig over en maakte nu eens een ietwat overdadige dan weer een muzikaal achterhaalde indruk. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom het Parijse premièrepubliek in 1936, ruim drie decennia na Pelléas et Mélisande , een kwart eeuw na Elektra , tien jaar na Wozzeck en in een operawereld waarin componisten als Schreker, Hindemith en Ravel de eigentijdse toon hadden gezet, niet onder de indruk was van de laatromantisch aandoende schilderingen van de Roemeense vioolvirtuoos. Een ander probleem was de dramatische structuur. Het libretto van Edmond Fleg behandelt niet alleen het centrale deel van de mythe van Oidipous zoals we dat kennen uit het bekende drama van Sophokles dat hier wordt samengevat in het derde bedrijf. In de eerste twee bedrijven zien we ook de voorgeschiedenis. vanaf Oidipous' geboorte tot en met de moord op zijn vader, het verslaan van de sfinx en het huwelijk met zijn moeder. Het vierde bedrijf toont tenslotte - in een vrije bewerking van Sophokles' Oidipous in Kolonos - de vrijwillige ballingschap en de dood van de mythische vorst. *) Monodrama Zeker in de symfonische benadering door Enescu is Oedipe inderdaad een toch wel overlang monodrama geworden en ik maak me sterk dat een beperking tot alleen de eerste drie bedrijven dramatisch sterker zou overkomen. Daartoe draagt bij dat het laatste bedrijf in de opzet van Fleg niet meer de essentie ademt van het Griekse dramam waarin de mens de speelbal is van de goden - of zo men wil: van het lot. Door Oidipous niet meer te confronteren met zijn beide elkaar bestrijdende zonen, zoals Sophokles deed, maar hem te laten uitgroeien tot een moderme westerling die zijn lot in eigen handen neemt, ontstaat nu in het slottafereel een sfeer die meer past bij een door christendom en modern humanisme beheerste samenleving dan bij de klassieke oudheid waaraan de voorafgaande bedrijven ontsproten zijn. Terracotta Het door Alfons Flores ontworpen toneelbeeld biedt in de meest 'Griekse' scènes. overheerst door een terracottakleur die conventies, tradities en ingeroeste waarden suggereert, een reeks associaties met Griekse tempels, beelden en vazen,. In die context ontstaat een onvergetelijk openingsscène met het koor als een gigantische muur van beelden die hun openingszang over de zaal uitrollen als een vloedgolf van geluid. Vooral door de kostuums van Lluc Castells ontwikkelt het beeld zich vervolgens van antiek-Grieks tot eigentijds-westers zonder door een te sterke actualisering het tijdloze element te doorbreken.
Titanenstrijd Tot de sterkste scènes behoort de confrontatie van Oedipe met de blinde ziener Tirésias, waarbij DNO een gouden greep heeft gedaan met het engageren van de huiveringwekkend orgelende bas Eric Halfvarson. Nadat hij zich in de proloog al had gepresenteerd als een onheilsbode wiens voorspellingen de muren van het theater deden trillen, groeide zijn woordenduel met Oedipe in het derde bedrijf uit tot een ware vocale titanenstrijd. Niet minder huiveringwekkend is daarna de scène waarin de waarheid doordringt tot zowel Oedipe als Jocaste. Daar leidt de verschroeiend beheerste zang van mezzosopraan Sophie Koch een tragisch hoogtepunt in: het woordloos wegschrijden van de gebroken koningin als zij beseft dat na het incestuezeuze huwelijk met haar eigen zoon voor haar geen leven meer mogelijk is. Doorslaggevend voor het succes van de voorstelling was echter de directie van Marc Albrecht die een Nederlands Philharmonisch Orkest op oorlogsterkte drie uur lang laat zuchten, schreeuwen, steunen, klagen, grommen en brullen. Dat gebeurt nu eens met subtiele solis van de blazers, dan weer met felle tutti of donkere erupties, maar ondertussen blijft alles prachtig gedoseerd en gaat het kleurrijk orkestraal musiceren zelden ten koste van de zang. De mate van verstaanbaarheid was zelfs opmerkelijk, al blijft het jammer dat niemand het meer aandurft om de voorkant van de bak weer dicht te maken.
Toeschouwertje pesten _____________________ index |
||||||