Opera en operette

Scherp geëtste dorpstragedie
wordt rommelig sociodrama

 

© Paul Korenhof, oktober 2024
Foto's © DNO/Monika Rittershaus

 

Britten: Peter Grimes

Issachah Savage (Peter Grimes), Johanni van Oostrum (Ellen Orford), Leigh Melrose (Captain Balstrode), Helena Rasker (Auntie), Thembinkosi Slungile Magagula, Sophia Hunt (Nieces), Lucas van Lierop (Bob Boles), James Platt (Swallow), Claire Barnett-Jones (Mrs Sedley), Marcel Reijans (Rev. Horace Adams), Will Liverman (Ned Keene), Sam Carl (Hobson) e.a.
De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest
Dirigent: Lorenzo Viotti
Regie: Barbora Horáková
Decor en kostuums: Eva-Maria van Acker
Amsterdam, 9 oktober 2024
www.operaballet.nl

Met een Nederlandse première in 1955 waarna het werk bijna een repertoirewerk werd, en met nu al de derde productie bij DNO, doet Peter Grimes het in ons land bepaald niet slecht. Dat geldt trouwens voor de muziek van Britten in het algemeen. Veel ervan was hier al snel te horen en met naast Peter Grimes ook producties van The Turn of the Screw, A Midsummer Night's Dream, Death in Venice en Billy Budd nemen zijn opera's op het repertoire van DNO een belangrijker plaats in dan die van Bellini, Bizet, Massenet en Offenbach - om maar een paar namen te noemen. Sterker: als we Puccini's Trittico als één titel beschouwen, staat Britten na Richard Strauss zelfs op de tweede plaats als het gaat om het grootste aantal in ons land uitgevoerde opera's uit de 20ste eeuw.

Het vissersdorp

Niet helemaal terecht werd dus de NRC-recensie van deze nieuwe productie geopend werd met de woorden "Je vraagt je af waarom Britten niet vaker te horen is in Amsterdam." Iets anders betreft de klacht dat er maar vijf (in werkelijkheid zes) voorstellingen worden gegeven. Nieuwe producties zijn duur, zeker gezien de manier waarop er tegenwoordig geënsceneerd wordt, maar die van Francesca Zambello uit 2004 hebben we na negen voorstellingen nooit meer teruggezien. Je moet je afvragen of twee nieuwe producties met totaal slechts 15 voorstellingen wel verantwoord is in een land waar muziekscholen en musea moeten sluiten, en waar zowel jeugdorkesten als andere gezelschappen moeten worden opgeheven.

Weinig sfeer
Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik op een herneming van deze nieuwe productie (ik zag de tweede voorstelling) niet echt zit te wachten, al zal bij dan een andere dirigent wellicht meer sfeer oproepen. Op dat punt gaat het hier namelijk een beetje mis doordat Lorenzo Viotti vooral dirigeert met veel nadruk op klank en klankeffecten, waarbij ieder orkestraal detail onder een vergrootglas wordt gelegd. Het klinkt allemaal fantastisch - met een groot bezet NedPhO in de bak zit dat wel snor - maar sfeer is ver te zoeken en als iets in deze muziek belangrijk is, is het sfeer.

Auntie en de kroeg

Zeker gedurende het eerste bedrijf klinkt alles clean en analytisch, wat door de vaak bedachtzame tempi nog versterkt wordt, Het sterkst werkt dit daar door in het tafereel, dat zich afspeelt in een visserskroeg waar twee jonge hoertjes zorgen voor ongeveer het enige vertier in het dorp. Hier zien we echter geen besloten dorpskroeg maar een breed uitwaaierend toneel met een groot operakoor, alsof we in een ons in een modern partycentrum bevinden. Erger is dat we ook in de muziek niets horen van de typische Engelse kroegsfeer. En doordat de zang ondergeschikt blijft aan het orkestrale aandeel, is er weinig ruimte voor een muzikale karaktertekening waarmee de diverse personages zich kunnen profileren.

'Now is gossip out on trial'

In de scènes waarin Britten iets van muzikale saamhorigheid introduceert, mist die echter de bedoelde sfeer van 'community singing'. In het tafereel daarvoor, als de voerman Hobson zijn 'I have to go from pub to pub' inzet, blijft dat een soort anekdotische singsong met wat gemurmer van het ensemble en hier lijkt het door kapitein Balstrode aangevoerde 'We live and let live and look' een recitativisch op en neer gaan met weinig schijn van echte samenzang. Zelfs het nadrukkelijk door de apotheker Ned Keene gelanceerde 'Old Joe has gone fishing' blijft door gebrek aan ritmische kracht in de lucht hangen, waardoor bovendien aan Grimes' 'When I had gone fishing' veel van het idiosyncratische effect ontnomen wordt.

Ellen en de weesjongen

Pas in het tweede bedrijf, bij de scène van Ellen Orford en de weesjongen tegen de achtergrond van een kerkdienst doet wat meer menselijkheid haar intrede, maar zowel daar als in de erop volgende scène met Grimes krijgen de stemmen onvoldoende kans zich in het muzikale beeld op de voorgrond te plaatsen. Het begeleiden en voor het leiden van zangers blijft bij Viotti het zwakke punt van zijn operadirecties en hier werkt dat door op een van de belangrijkste momenten in de hele opera. Een moment waarop we Grimes echt kunnen leren kennen, is vooral dit gesprek met Ellen (een echt duet is het niet) waarin hij iets meer van zichzelf laat zien met de woorden
'Buy us a home, buy us respect
And buy us freedom from pain'
(Jon Vickers, een van de grote vertolkers, noemde dit het enige moment in de opera waarop Grimes tot iets van een liefdesverklaring komt).

De hut van Grimes

Een ander sleutelmoment is tijdens het daarop volgende tafereel de scène in zijn hut waarin hij tegenover het publiek zijn dromen uit. Daar geeft Viotti zijn protagonist meer ruimte, maar hier wreekte zich bij de voorstelling van afgelopen woensdag enigszins dat vertolker Issachah Savage na de keelontsteking die zijn aanwezigheid bij de première verhinderd had, bij deze tweede voorstelling vocaal nog niet helemaal op dreef was.

De echte sfeer van het vissersdorpje aan de Britse oostkust waar Crabbe zijn vertelling situeerde, en dat de zelf uit Suffolk afkomstige Benjamin Britten tijdens zijn verblijf in de VS gedurende WOII, vol nostalgie, als decor koos, komt pas tijdens de laatste scènes tot volle wasdom. Het moment waarop het orkest helemaal uit beeld verdwijnt en we tijdens de desolate waanzinscène van de door wanhoop en schuldgevoel opgejaagde Grimes het op bloed beluste koor in de verte zijn naam horen roepen, krijgt hier - juist door het ontbreken van enig orkestraal commentaar - een ijselijk werkende beklemming. Prachtig is daarop ook het contrast met de idyllische, door fluiten en ijle strijkers gedragen slotscène als tekst en handeling er niet meer toe doen, en als iedere individualiteit opgaat in de voortkabbelende eentonigheid van het leven in een besloten dorpsgemeenschap.

Individualiteit
Met het libretto van Montagu Slater maakt de muziek deze eerste grote opera van Britten, die in 1945 in Londen in première ging, tot een muziekdramatisch juweeltje vol scherp geprofileerde, niet zelden schilderachtige karakters. Op dat punt was Britten een meester, zoals eveneens blijkt uit diverse andere opera's, maar ook wie Peter Grimes goed kent, zal daarvan tamelijk weinig terugvinden in de regie van Barbora Horáková. Zelfs de titelrol blijft in zekere zin een vage figuur van wie, ook als je zijn tekst kunt verstaan (wat woensdag bepaald niet constant het geval was), niet altijd helemaal duidelijk wordt wie of wat hij is, wat hem bezielt en waar precies zijn problematiek ligt.

Balstrode (l.) en Grimes

Ellen Orford, met grote intensiteit gezongen door Johanni van Oostrum, kan zich beter profileren, hoewel zij - vooral in haar ontroerende maar traag genomen soloscène 'Embroidery in childhood' - niet helemaal de muzikale steun krijgt die zij verdient. De overige personages lijden vrijwel alle onder een gebrek aan individualiteit en karaktertekening, waardoor ook de derde hoofdpersoon, kapitein Balstrode, niet of nauwelijks uit de verf komt. Zelfs tijdens de belangrijke en behoorlijk lange scène van Grimes en Balstrode aan het slot van I.1, blijft onduidelijk wat beide personages bezielt en wat hun relatie is.

Een nichtje aan het werk

Bij de overige rollen krijgen eigenlijk alleen Auntie, de (althans in de partituur) enigszins moederlijke uitbaatster van de dorpsherberg, en haar twee 'nichtjes' enig reliëf, zij het op een manier die dramatisch niet altijd functioneel overkomt. Als een van die 'nichtjes' en plein public een van de gasten berijdt, is dat niet alleen onlogisch en smakeloos, maar het heeft ook geen enkel dramatisch nut. De overige door Slater en Britten scherp omlijnde karakterrollen lijken niet meer dan anonieme radertjes in het door Horáková geschetste conflict tussen een individu en de gemeenschap die zich tegen hem keert.

Rommelig
Het gebrek aan profilering blijkt extra sterk bij de aan laudanum verslaafde Mrs Sedley, de roddeltante van het dorp. Dit kleine rolletje dat tegen het einde van de opera enorm aan belang wint, is hier niet alleen vocaal onderbezet (delen van haar ariaatje 'Murder most foul it is' blijken zelfs vrijwel onhoorbaar), maar ook als personage onderbelicht. Dat haar als komisch element bedoelde optreden in de kroegscène vrijwel onopgemerkt voorbijgaat, is nog tot daaraan toe, maar haar cruciale optreden in het derde bedrijf, bijna huiveringwekkend door de combinatie van reactionair fanatisme en totaal gebrek aan empathie, gaat hier grotendeels de mist is.

Opgewonden dorpelingen

Het totaal aan solisten, koorleden en figuranten dat meer dan eens zorgt voor een overmaat aan beweging als dat voor de handeling niet noodzakelijk is (ook tijdens orkestrale tussenspelen die gewoon vrágen om verstilling), leidt tot een rommelig geheel waarin de karakters door het anekdotische overheerst worden. Muzikaal werkt dit bovendien door op de helderheid van de koorscènes, waardoor bijvoorbeeld de climax naar het unisono uitgebrulde 'Grimes' in het derde bedrijf door het gebrek aan hoorbaar onderscheid tussen de afzonderlijk gebruikte vrouwen- en mannensecties aan effect inboet.

In mijn leven heeft Peter Grimes opmerkelijk vaak mijn weg gekruist en mij meerdere onvergetelijke voorstellingen opgeleverd. De uitschieter daarbij was een muzikaal en dramatisch bijzonder homogene voorstelling van de English National Opera met een onvergetelijke titelrol van Philip Langridge, een van de grote vertolkers van de afgelopen vijftig jaar. Of ik me deze productie van DNO even lang zal herinneren, betwijfel ik, maar ik wil niet uitsluiten dat ik ooit, in een andere productie en als hij beter bij stem is, alsnog onder de indruk raak van de titelrol van Issachah Savage.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links