Narratio Quartet speelt Beethoven in Uilenburger Sjoel


Beethoven: Strijkkwartet nr. 15 in a, op. 132
Narratio Quartet: Johannes Leertouwer en Franc Polman (viool), Dorothea Vogel (altviool), Viola de Hoog (cello)
Gehoord: 6 juni 2021, Uilenburger Sjoel, Amsterdam

Door Harry-Imre Dijkstra

Normaalgesproken wordt de 6de juni herdacht als D-Day. Gezien de muzikale inhoud van het concert op deze zonnige zondagmiddag in Amsterdam door het Nederlandse Narratio Kwartet kunnen we beter een Duitse tegenhanger bedenken: D-Tag, ofwel ‘Dankgesangstag’. Het was immers de eerste zondag sinds alle virusbeperkingen dat  voor een beperkt publiek weer live-concerten in ons land konden plaatsvinden. Als dan ook nog een van Beethovens meest geliefde kwartetten, met centraal het langzame Heiliger Dankgesang eines Genesenen an die Gottheit, de afsluiting vormt van een marathon van vier Beethovenkwartetten, is de cirkel in ons micro-kosmische tijdsbestek alweer rond.

Het Narratio Kwartet, dat op darmbesnaarde historische instrumenten speelt met lichte 19de-eeuwse stokken, deed zijn naam absoluut eer aan: zelden hoor je een uitvoering waarin zoveel ‘verteld’ wordt en waarin de overdracht van de ideeën zo natuurlijk en met zoveel vriendelijkheid plaatsvindt. Daaraan mede debet is natuurlijk het klankspectrum van dit ensemble, dat eigenlijk onvergelijkbaar is met dat van een ‘modern’ kwartet: de samenklank is veel ronder en zelfs in sterke passages nooit afgehoekt, laat staan dat dissonanten hard botsen of de meeste aandacht opeisen binnen het geheel. Daarnaast wordt de samenklank beïnvloed door de relatief ongetempereerde intonatie en het regelmatig gebruik van de open snaren, waardoor de puurheid van de klank groter en ‘schoner’ is. Evengoed komen de moderniteiten van de muziek prima naar voren zonder de klank te forceren. Los van een historiserende speelstijl, met minder vibrato, het gebruik van portamento en een continuerende frasering (in plaats van het opknippen van zinnen om een groter contrast te genereren) is ook opvallend hoe individueel de kwartetleden zich uiten, zonder de totaalklank te benadelen.

Altvioliste Dorothea Vogel was een immer stabiele factor in het middenregister en uiterst bekwaam in al haar soli. Tweede violist Franc Polman maakte een iets bescheidener indruk, maar bracht in het samenspel een lichte toets in die prima samenging met het meer aardse palet van eerste violist Johannes Leertouwer, die bovendien wat vrijer met de agogiek omging en ook nog wat onvermoede ‘streken’ in huis had: in deel twee,  het Allegro ma non tanto, liet hij in het dolce gedeelte bijvoorbeeld tot tweemaal toe de bovenmelodie bijna wegzinken in de volledige harmonie; in de overgang van deel vier naar vijf, ontpopte hij zich onverwacht tot een woeste solist die met volromantisch vibrato het meest dramatische moment van het werk markeerde en het slotdeel op die manier prachtig inleidde. In dat slotdeel bracht de betrouwbare celliste Viola de Hoog vlak vóór de omslag van a-klein naar A-groot haar meest lyrische solo.

Ongetwijfeld speelde de vermoeidheid van het spelen van zoveel kwartetwerken op één dag een rol, maar ondanks momenten waarop de intonatie even niet 100% was en het uithoudingsvermogen natuurlijk ongenadig getest werd in het centrale langzame deel, was de uitvoering qua samenspel en interpretatie van meet af aan zeer overtuigend. Het begin van het eerste deel al, doorgaans in uitvoeringen met een overdosis mysterie omgeven: het Narratio Kwartet ontvouwde eenvoudig alle stemmen en gaf de muziek direct een rustige voorwaartse richting. Nog vrediger was die beweging te voelen in het derde deel, Molto adagio – Heiliger Dankgesang – dat werkelijk geen moment stilstond, waardoor nu eindelijk eens echt de indruk van een gezongen koraal ontstond. Wat een zeldzaam mooie ervaring aan het begin van een hopelijk lang muzikaal seizoen!