Muziek (algemeen) Sergej Diaghilev en de Ballets Russes © Aart van der Wal, februari 2005
|
Sergej Diaghilev Onlangs vond in Groningen een uitgebreid en financieel zeker ook gedurfd Diaghilev-festival plaats waarin de door hem geïnitieerde balletten centraal stonden. Daarnaast werd de aandacht gevestigd op films, bibliografieën en allerlei invloeden die van hem uitgingen. Om na te genieten of om hoe dan ook eens rustig kennis te nemen van het materiaal dat door de Ballets Russes op de balletprogramma's werd gezet hier een summier overzicht van hetgeen daarvan zoal op cd en in videoformaat ter beschikking staat. Het themafestival wint in ons land duidelijk aan populariteit, met als gangmaker de al jaren druk bezochte Gergiev-festivals in Rotterdam die eveneens rond een specifiek thema worden geprogrammeerd. Zo ook in Groningen, waar - niet toevallig - Gergiev en zijn heerscharen uit Sint-Petersburg waren neergestreken om het festijn extra luister bij te zetten. Maar met als niet geringe smet dat de alcoholische versnaperingen in de supermarkten in de omgeving van het vakantiepark, waar het ensemble onderdak had gekregen, uit de schappen waren gehaald. De mare dat Russen van nature zware drinkers zijn en geen weerstand zouden kunnen bieden aan de westerse Bacchus was genoeg om hen op die manier tot gedwongen geheelonthouders te degraderen. De ensembles uit Sint-Petersburg reizen de wereld over en hebben in de loop der jaren vooral door de onvermoeibare inzet van Valery Gergiev een grote artistieke reputatie opgebouwd. Overmatig alcoholgebruik kan daarbij zeker geen grote rol hebben gespeeld want benevelde orkest- en koorleden, vocalisten en managers kunnen geen topprestaties neerzetten en zouden zij door hun merkwaardige gedrag eerder worden geweerd dan ingehaald. De Russen waren erg boos over de profylactische maatregelen en staken hun ongenoegen daarover zeker niet onder stoelen of banken. Een andere smet was in hun ogen de gebrekkige logistiek, de organisatie van het festival, wat hen tot uitvoerige jammerklachten in de pers bracht. Achtergronden Serge Pavlovitsj Diaghilev werd 19 maart 1872 in Perm geboren en overleed 19 augustus 1929 in Venetië. Plichtmatig studeerde hij rechten en componeerde hij als amateur, maar met vrienden van een vooruitstrevende kunstkring stichtte hij in 1899 het tijdschrift Mir Isskoetsva (de wereld van de kunst). Hiervan ging tot 1904 een grote invloed uit op het Russische artistieke leven. Zijn belangstelling voor het ballet werd gewekt door Benois en richtte zich vooral op het muzikale deel daarvan. Hij trad in dienst van de keizerlijke theaters in Sint-Petersburg, doch werd reeds in 1901 weer tot aftreden gedwongen vanwege zijn revolutionaire gedrag en modernistische opvattingen. Sergej Diaghilev In 1907 organiseerde hij in Parijs tentoonstellingen en liet hij o.a. opvoeringen geven van Moesorgski's opera Boris Godoenov met Fedor Sjaljapin in de titelrol, maar belangrijker was dat op 18 mei 1909 in datzelfde Parijs in het Theâtre du Châtelet de première van het door hem opgerichte Russische ballet plaatsvond. Deze was nog een gecombineerde opera- en ballet gebeurtenis met op het programma Chopins Les Sylphides en de Polowetskische dansen uit Vorst Igor van Borodin. Tijdelijk werden dansers als Karsavina, Pavlova en Nijinski van de keizerlijke balletgezelschappen en choreograaf Fokine in Moskou (Bolsjoi) en Sint-Petersburg (Mariinski) geëngageerd, maar na de eerste Wereldoorlog ging die Russische basis verloren al werd de traditie dankzij de vele Russische emigranten in ere gehouden. Het sensationele succes van die vertoningen besliste over Diaghilevs toekomst. Van 1910 af waren de Ballets Russes permanent in Europa gevestigd. Sinds 1911, na de definitieve breuk met de keizerlijke theaters, werd jaarlijks een 'seizoen' in Monte Carlo en Parijs gehouden. In dat jaar begonnen ook de tournees naar andere Europese landen en steden als Londen en Venetië, overal een hernieuwde belangstelling wekkend voor het ballet als belangrijke kunstvorm nadat het genre in West-Europa in een diepe malaise verkeerde en was vastgelopen in een soort academische dansvorm die werd gekenmerkt door een virtuoos, maar oppervlakkig streven naar vlot amusement. In 1913 volgde een tournee naar Zuid-Amerika en in 1915 eentje naar Noord-Amerika Affiche van de Ballets Russes Diaghilev beschikte over een buitengewoon organisatietalent en verder niet alleen over vooruitstrevende opvattingen over kunst en een aangeboren gevoel voor artistiek talent, maar ook over een hoog ontwikkeld onderscheidingsvermogen en tot slot tevens over een verfijnd instinct voor kansrijke noviteiten waaraan een zekere sensatiezucht niet vreemd was. Door zijn opvatting van het ballet als een soort Gesamtkunstwerk, een gezamenlijk product van 'zusterkunsten' met avant-gardistisch karakter - danskunst, beeldende kunst, muziek, literatuur - kwam de dans die door de Russen trouwens met viriele kracht en expressieve charme werd bedreven, opnieuw tot aanzien en bloei. Voor dat gezamenlijke product op zo hoog mogelijk niveau werden niet alleen de componisten Stravinsky, Debussy, Ravel, Richard Strauss, Falla, Fauré, Satie, Respighi, Auric, Milhaud, Rieti, Sauguet en Prokofjev geëngageerd, maar ook de choreografen Michaël Fokine, Vaslav Nijinski, Leonid Massine, Bronislava Nijinski, George Balanchine en Serge Lifar plus de (decor)schilders Leon Bakst, Alexandre Benois, Georges Braque, Juan Gris, Henri Matisse, Joan Miro, Giorgio de Chirico, Maurice Utrillo en Pablo Picasso en de dichters Jean Cocteau en Boris Kochno. Tot de dirigenten behoorden Pierre Monteux en Ernest Ansermet. Aanvankelijk dreef het ensemble op Russische danskrachten. Maar de faam van de Ballets Russes was natuurlijk ook vooral gebaseerd op het sterrensysteem bij dansers als Danilova, Dolin, Doebrovska, Idzikovsky, Karsavina, Lifar, Markova, Massine, Nijinski, Pavlova, Rubinstein, Sokolova, Spessivtseva, Tjernisjeva en Woizikovsky. Vaslav Nijinski Tot zijn dood wist Diaghilev de wereld te verbazen, niet als kunstenaar, maar als katalysator van belangrijke artistieke manifestaties. Na zijn dood in 1929 vond de laatste voorstelling plaats in Vichy. In het laatste stadium van zijn bestaan raakten de Ballets Russes in grote financiële moeilijkheden en werd de troep ontbonden. Als een soort waardige opvolger beschouwden zich de Ballets Russes de Monte Carlo, een in 1932 door een fusie van de Opera van Monte Carlo en de Russische opera van Parijs ontstaan. De invloed van de Ballets Russes verspreidde zich wel doordat veel voormalige medewerkers elders leidinggevende posities verwierven: Marie Rambert en Ninon de Valois in Engeland, Serge Lifar en Leonid Massine in Frankrijk, George Balanchine in de V.S. en Sonja Gaskell in Nederland. Leden van de Ballets Russes tijdens een tournee in Edinburgh, 1928. V.l.n.r. Roger Desormière, Sergej Diaghilev, Serge Lifar, Boris Kochno, Alexandra Danilova en Liubov Tsjernitsjeva. Discografie van nadrukkelijk aanbevolen opnamen Auric L'Eventail de Jeanne 1920 Philharmonia Orchestra o.l.v. Geoffrey Simon. Chandos CHAN 8356 Les fâcheux 1923 Les mariés de la Tour Eiffel (samenwerking van de 'Groupe des Six') 1921 Philharmonia Orchesta o.l.v. Geoffrey Simon. Chandos CHAN 8356 Les matelots 1925 Pastorale 1926 Borodin Vorst Igor: Polowetskische dansen 1890/1909 London Symphony Orchestra o.l.v. Jean Martinon. Decca 444.389-2 Chopin Les Sylphides 1909 Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan. DG 429.163-2 Het bijzondere graf van Nijinski in Parijs, Montmartre Debussy Jeux 1913 Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Prélude à l'après midi d'un faune 1912 Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan. Falla El sombrero de tres picos 1919 Orchestre de la Suisse Romande o.l.v. Ernest Ansermet. Fauré Masques et bergamasques 1920 BBC Philharmonic Orchestra o.l.v. Yan Pascal Tortelier. Chandos CHAN 9416 Milhaud Le boeuf sur le toit 1920 Ulster Orchestra o.l.v. Yan Pascal Tortelier. Chandos CHAN 9023 La création du monde 1923 Ulster Orchestra o.l.v. Yan Pascal Tortelier. Chandos CHAN 9023 Le train bleu 1924 Poulenc Les biches 1924 Ambrosian Singers en Philharmonia Orchestra o.l.v. Georges Prêtre. EMI 566.837-2 Suite: Orchestra Nationale de France o.l.v. Charles Dutoit. Decca 452.937-2 Prokofjev Le pas d'acier 1927 Scottish National Orchestra o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 8729 Le fils prodigue 1929 Scottish National Orchestra o.l.v. Neeme Järvi. Chandos CHAN 8728 Ravel Daphnis et Chloé 1912 London Symphony Orchestra o.l.v. Pierre Monteux. Decca 448.603-2 La valse 1920 Berliner Philharmoniker o.l.v. Pierre Boulez. DG 447.057-2 Respighi/Rossini La boutique fantasque 1919 London Symphony Orchestra o.l.v. Ernest Ansermet. Somm 027 Rimski-Korsakov Scheherazade 1888/1910 Kirov Orchestra o.l.v. Valery Gergiev. Philips 470.618-2 Satie Les aventures de Mercure 1924 New London Orchestra o.l.v. Ronald Corp. Hyperion CDA 66365 Parade 1917 New London Orchestra o.l.v. Ronald Corp. Hyperion CDA 66365 Relâche 1924 New London Orchestra o.l.v. Ronald Corp. Hyperion CDA 66365 Sauguet La chatte 1927 Richard Strauss Josephslegende 1914 Staatskapelle Dresden o.l.v. Giuseppe Sinopoli. DG 463.493-2 Till Eulenspiegel 1895/1912 Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan. DG 447.441-2 Stravinsky Apollon musagète 1928 Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 458.142-2 Le baiser de la fée 1928 Cleveland Orchestra o.l.v. Oliver Knussen. DG 449.205-2 Le chant du rossignol 1925 Rundfunk Sinfonieorchester Berlin o.l.v. Lorin Maazel. DG 449.769-2 Les noces 1923 Solisten met het English Bach Festival Orchestra o.l.v. Leonard Bernstein. DG 423.251-2 Petroesjka 1911 Concertgebouw orkest o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 443.774-2 Pulcinella 1920 Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 443.774-2 Renard 1922 Solisten met instrumentaal ensemble o.l.v. Charles Dutoit. Erato 3984-24246-2 Le sacre du printemps 1913 Kirov Orchestra o.l.v. Valery Gergiev. Philips 468.035-2 L'oiseau de feu 1910 London Symphony Orchestra o.l.v. Kent Nagano. Virgin 561.848-2 Tomassini/Scarlatti Les femmes de bonne humeur 1917 Cleveland Orchestra o.l.v. Louis Lane. Sony 60311 Weber Le spectre de la rose 1911 Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan. DG 419.070-2 Video dvd-v Hèt medium voor balletuitvoeringen is natuurlijk dvd-v waarop beeld en (stereo)geluid een harmonisch huwelijk aangaan en de dans letterlijk en figuurlijk in het juiste kader wordt geplaatst. Anno februari 2005 is de oogst helaas nog erg mager. Maar het succes van dvd-v in aanmerking nemend, mogen we op geleidelijke aanvulling hopen en rekenen. Borodin Vorst Igor (compl.) Solisten met het Kirov Orchestra o.l.v. Valery Gergiev. Philips 074-173-9 Stravinsky Les noces Royal Ballet Orchestra o.l.v. John Carewe. Opus Arte OA 0832D L'Oiseau de feu Royal Ballet Orchestra o.l.v. John Carewe. Opus Arte OA 0832D Royal Danish Ballet o.l.v. Poul Jörgensen. ArtHaus Musik 100.130 Pulcinella Scapinoballet. ArtHaus Musik 110.130 index |