Interview

Karlheinz Stockhausen:

"De partituur mag pas in druk verschijnen

nadat de plaat is uitgebracht"

 

© Jan de Kruijff & Aart van der Wal, 1969/2016

 

Karlheinz Stockhausen (1928-2007) behoort nog steeds tot de avant-garde. Zijn werken worden live vrijwel uitsluitend in modernistische muziekkringen uitgevoerd. Maar het aantal aan zijn groeiende oeuvre gewijde lp's en cd's is in de loop der jaren constant gegroeid. Bekommerde aanvankelijk vooral DG zich om hem, later nam de componist zelf het initiatief tot een door Stockhausen Verlag in het Duitse Kürten uitgegeven 'Gesamtausgabe' (klik hier).

Hoe dacht de componist eind jaren zestig over geluidsdragers en wat verwachtte hij van het medium? In 1969 was zo'n twintigtal lp's met werk van hem op de markt. Wat betekende dat toen voor hem?

"De plaat is voor mij vooral belangrijk omdat die er veel toe bijdraagt dat een traditie voor mijn composities ontstaat. Een plaat met mijn werk, dat in de partituur slechts bij benadering kan worden omschreven, is net zo belangrijk als die partituur zelf. Al mijn werken worden daarom ook pas voor publicatie vrijgegeven nadat ik ze tijdens talloze uitvoeringen en opnamen heb goedgekeurd. De partituur mag pas in druk verschijnen nadat de plaat is uitgebracht. Het akoestische voorbeeld is even belangrijk voor mijn composities als het optische voorbeeld van de partituur. Ik eis van de musicus, die een van mijn werken wil spelen, dat hij van tevoren de opname van dat werk beluistert. Met dien verstande, dat ik die bewuste uitvoering zelf heb gespeeld of gedirigeerd. Alleen op die manier ontstaat een idee over de kwaliteit en de soort klankarticulatie."

Je zou kunnen denken, dat het hier om heel traditionele uitgangspunten gaat: een praktiserende musicus schaft platen aan om de potentieel ideale interpretatie te leren kennen en zijn opvatting daarop te laten aansluiten?

"Nee, dat klopt niet. Het gaat er veel meer om dat de gedrukte partituur met o.a. zijn gesymboliseerde aanwijzingen veel open laat. In een van mijn laatste stukken is bijvoorbeeld is het instrumentarium niet vastgelegd. Ook geeft de partituur geen uitsluitsel over het soort muziek dat op grond van mijn instructies moet ontstaan. Daarentegen wordt de muziek de vertolker volkomen duidelijk wanneer hij een opname van het werk in kwestie hoort. Hij wordt ervoor behoed om iets banaals te doen en ervaart de kwaliteit van de muziek op een authentieke manier."

Karlheinz Stockhausen ontvangt de Edison tijdens het Grand Gala du Disque op 3 oktober 1969 (midden Anneliese Rothenberger en rechts Edo de Waart, die eveneens de Edison kregen uitgereikt)

Vormt zo'n plaat niet een groot compromis bij het realiseren van uw werken? U heeft begrippen als kogelvormige- en ruimtelijke klank in de muziek geïntroduceerd en u heeft die werking vaak bij benadering kunnen realiseren door bijvoorbeeld een rondom- opstelling van luidsprekers achter het publiek. U heeft multikanaalsmuziek gecomponeerd die op een stereoplaat weer tot twee kanalen wordt herleid.

"Ik verwacht van geen enkel medium meer dan het in het beste geval te bieden heeft. Maar daarom is de plaat nog geen compromis. Men verwacht van een foto van een kathedraal ook niet dat het de kathedraal zelf is. De plaat is een hulpmiddel, maar tevens slechts een overgangsverschijning bij de voorhanden zijnde communicatiemiddelen. Met de huidige tweekanaals stereofonie kan ik een vierkanaals orkestwerk klankmatig in elk geval zodanig vormgeven dat men alleen in een vlak vóór zich duidelijk vier geluidsrichtingen waarneemt: links, halflinks, halfrechts en rechts. Men kan dat zelfs uitbreiden tot vijf of zes geluidsbronnen. Vroeger of later komt er trouwens rondom geluid. Dat is slechts een kwestie van technische en commerciële ontwikkeling."

Gelooft u serieus dat de vier- of zeskanaals geluidsweergave straks net zo de huiskamer zal veroveren als stereo eind jaren vijftig?

"Natuurlijk! De technische vooruitgang valt niet tegen te houden."

Het eerste ontwerp van de (basis)structuur van Gruppen für Orchester, geïnspireerd door het uitzicht op de bergen vanuit zijn zolderkamer in het Zwitserse dorpje Paspels

U beschouwt de plaat als hulpmiddel. Maar kan deze niet ook bij luisteraars, die nauwelijks vertrouwd zijn met uw werken, misverstanden wekken?

"Dat risico kan nooit helemaal worden uitgesloten. Het mooist zou natuurlijk zijn wanneer die stukken regelmatig in grote zalen werden uitgevoerd. Maar in Hongkong heeft niemand de mogelijkheid om mijn Gruppen für drei Orchester, Carré voor orkest en koren of de Hymnen achtkanaals live te horen. Datzelfde geldt voor de legatieraad in een Afrikaans gehucht. Dus blijft de plaat voor de meesten als enige mogelijkheid om hoe dan ook contact met deze muziek te krijgen."

Is het dan niet ook afdoende om uw in stereo opgenomen werken in mono te beluisteren?

"Nee, want omdat de ruimtelijke klankverdeling in de composities van doorslaggevende betekenis is, moet de plaat worden beluisterd in de vorm waarin hij is opgenomen. Wanneer de toch al begrensde technische standaard nog verder wordt beperkt, verliest men wezenlijke informatie."

 
 

De in 1969 verschenen dubbel-lp van Hymnen

Op de hoes van Hymnen raadt u het gebruik van acht luidsprekers aan. Is dat een essentiële verbetering ten opzichte van het tweekanaals stereosysteem?

"Dat is een verschil van dag en nacht. Zelfs een louter stereofonische opname van Hymnen genereert bij een cirkelvormige opstelling van vier of acht luidsprekers vrijwel het oorspronkelijk effect van een vierkanaals installatie."

Hoe staat het met de verkoopsuccessen van uw platen? Anders geformuleerd: is er sprake van een toenemend aantal luisteraars naar uw muziek?

 
 

De lp-uitgave (1957)

"Van mijn eerste DG-lp met Gesang der Jünglinge en Kontakten die in 1957 uitkwam, namen de verkoopcijfers toe van duizend exemplaren in het eerste halfjaar tot tweeduizend in het tweede. Na drie jaar stegen de cijfers verder. Ik schat dat momenteel jaarlijks tien- à twaalfduizend stuks van die plaat worden verkocht. Van de DG-plaat met Gruppen en Carré werden in de eerste twee maanden na verschijnen negenduizend exemplaren verkocht. Daarbij speelt uiteraard ook de verkoopprijs een rol. Dat kun je vooral in de VS goed merken. Daar worden platen met mijn muziek in massaproductie gemaakt en tref je ze voor zeven gulden aan in studentenwinkels. In duurdere wijken zijn ze echter evenredig duurder. Een dergelijke, in Amerika gangbare, vrije prijsstructuur begunstigt natuurlijk in het bijzonder de ontwikkeling van oplagen."

Is ook bekend wat voor soort publiek uw platen koopt?

"De meeste kopers van mijn platen wonen in de VS en behoren tot de jongere generatie. Maar daar bestaan zoals gezegd ook andere verkoopmethodes. Al mijn muziek, die buiten het gangbare instrumentale kader valt, dus de elektronische- en de elektronisch-instrumentale muziek, wordt samen met de popmuziek verkocht."

Hoe is de situatie op de Europese markt?

"Je vindt de meeste kopers In Frankrijk en Engeland; in Italië zijn er ongeveer evenveel als in de Bondsrepubliek. Goede verkoopresultaten worden ook in Nederland en in Scandinavië geboekt. De verkoop is daar procentueel zelfs beter dan in Duitsland."

Heeft u enig idee, wie in Europa uw muziek koopt?

"Nee. Ik weet alleen, dat mijn platen, als ze al in de winkels staan, vaak in bruingoedzaken met een muziekafdeling onder het bordje 'klassiek' te vinden zijn. Daar horen ze natuurlijk absoluut niet thuis. Ook uit het voorname uiterlijk van de hoezen blijkt dat de marketingafdeling van DG er geen flauw benul van heeft hoe jongelui moeten worden benaderd."

Denkt u dat dit een belemmering vormt voor jongeren om uw platen te kopen?

"Jongeren komen helemaal niet in dergelijke winkels. Mijn platen moeten in de vakken staan waar de popfans in zoeken. De meeste van hen hebben er geen idee van dat er muziek als de mijne bestaat."


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links