Goede morgen
Ik heb intens genoten van het minifestival Bruckner Ongehoord op 8, 9 en 10 november in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Voor het eerst live de oerversies gehoord van Bruckners Derde, Vierde en Achtste symfonie. Wie ben ik om mijn voorkeur uit te spreken voor welke versie dan ook? Heel bescheiden: de Derde en Achtste bevielen mij het meeste. Ik durf zelfs zo ver te gaan dat ik de oerversies van 3 en 8 zelfs prefereer boven de latere! De oerversie van 4 vind ik heel lastig, maar het kan natuurlijk best zijn dat ik er meer naar zou moeten luisteren.
Grote waardering ook voor het panel met echt geweldige bijdragen van Aart van der Wal en Maarten Brandt. Wat heb ik er veel van opgestoken, met de vele muziekvoorbeelden als schitterende leidraad! Wat steekt er toch veel achter! Gelukkig werd ik niet ‘getrakteerd’ op al die biografische anekdotes die aan de muziek zelf maar ik vrees ook aan de componist helemaal niets toevoegen. Dat stoorde mij vrijdagavond: de inleiding door Joep Stapel had zo uit het boekje kunnen komen. Ik hoorde echt niets nieuws, totdat Frank Teunissen en dirigent Martin Sieghart het woord kregen. Heel interessant, zoals Sieghart als dirigent tegen de oerversie van de Achtste aankeek!
Ik wist er helemaal niets van, maar toen Aart van der Wal tijdens het panelgesprek begon over de finale van de Negende symfonie vielen me werkelijk de schellekens van de ogen. Ik heb vanochtend het enorme artikel op jullie site daarover gelezen en ben in verbijstering de tekst aan het herkauwen. Hoe is het allemaal toch mogelijk!
Geweldig! Geweldig! Geweldig!
Leve Bruckner!
Groeten van Paul Korver