|

DVD-recensie
Een schreeuw om hulp: Uwe Scholz (1958 ~ 2004)
© Aart van der Wal, februari 2018
|
De balletten van Uwe Scholz (1958-2004)
Stravinsky: Le sacre du printemps (versie voor twee piano's en orkestversie)*
Soulscapes (documentaire)
Leipziger Ballett (solisten: Giovanni Di Palma en Kiyoko Kimura), Wolfgang Manz en Rolf Plagge (piano), Gewandhausorchester Leipzig o.l.v. Henrik Schaefer
Choreografie, setontwerp, kostuums en belichting: Uwe Scholz
EuroArts 2055728 • 74' + 91' (doc.) • E/D/F
*Opname: 22 februari 2003, Leipziger Oper
|
|
 |
|
 |
|
Uwe Scholz |
Uw Scholz was pas 46 toen hij op 21 november 2004 overleed. Moe gestreden, vooral tegen en met zichzelf, daarbij anderen voortdurend op de proef stellend, nooit echt tevreden met het resultaat, altijd zoekend naar datgene wat hij niet zou vinden. En er was altijd weer die ontsnapping uit dat ene moment, vluchtend in de roes van de alcohol. Dan was er de vaak anderen tot wanhoop drijvende chaos die hij om zich heen creëerde en die net zo goed deel uitmaakte van zijn artistieke wezen als de boven alles en iedereen uittorende grootheid van zijn choreografieën. Ontwerpen ook die feitelijk nooit echt voltooid werden, of pas - als het toch niet meer anders kon - in de allerlaatste minuten, soms zelfs nog pal voor het begin van de première. Een choreograaf die de lat voor zichzelf en voor de dansers buitensporig hoog legde, zich daarbij van niets en niemand ook maar iets aantrok en uitsluitend geïnteresseerd leek in wat het uiteindelijk moest worden: het volmaakte meesterwerk dat het in zijn ogen uiteindelijk niet mocht of kon worden.
Het is meer gezegd: een kaars die aan twee zijden opbrandde (de vergelijking met Mozart dringt zich op). Zelfs de gedwongen pauze die hem in Leipzig dwingend werd opgelegd als voorwaarde voor voortgaande samenwerking mocht niet meer baten. De theorie doet opgeld dat deze gedwongen onderbreking Scholzes einde zelfs heeft versneld. We zullen het nooit weten. Ook in de fraai gecomponeerde documentaire 'Soulscapes' blijft dat ultieme antwoord uit. Velen moeten het hebben gemerkt en misschien wel Scholz in de eerste plaats: dat hij zijn eigen strop knoopte.
Onpeilbare onzekerheid
Een zo op het oog poëtisch bestaan dat in het teken stond van het ballet, maar waarvan de zelfvernietiging onlosmakelijk deel uitmaakte. Het is een onontkoombare paradox: in artistiek opzicht de hoogst denkbare eisen en pal daarnaast die onpeilbare onzekerheid die gepaard ging met een hoge dosis zelftwijfel en veel alcohol. Het ligt voor de hand: het een kon niet zonder het ander en wie zijn productie tijdens zijn korte loopbaan als choreograaf overziet kan er zich misschien het nodige bij voorstellen: meer dan honderd balletten en niet de geringste, waaronder choreografieën met een enorme spanwijdte: het Adagio uit Bruckners Achtste symfonie, Mozarts Mis in c, KV 427 en - in verschillende gedaante - Stravinsky's Le sacre du printemps. Scholz schrok er niet voor terug om op één avond de Sacre tweemaal voor het voetlicht te brengen, in twee volkomen verschillende balletten: eerst als een vorm van autobiografie, in een ontzagwekkende en angstaanjagende solo voor slechts een danser (door de onvergelijkbare Giovanni Di Palma), in Stravinsky's versie voor twee piano's. Het had veel weg van een enorme schreeuw om hulp, maar ook van een messcherpe voorstelling waarin zelfvernietiging een dominante rol speelde. Want dat was wat die eenzame danser op dat enorme podium (met de contouren van een reusachtige gevangenis) van de Leipziger Oper uitbeeldde. De gehele, diep aangrijpende voorstelling op die gedenkwaardige avond van 22 februari 2003 staat ook op deze dvd. De meeste critici waren het erover eens: dit was nog nooit vertoond (wat niet wil zeggen dat iedereen het ook goed had begrepen). Geitel in ieder geval wel: "Eine 'Einsamkeitsfassung', die in der grandiosen Interpretation durch Giovanni die Palma wie ein Schrei, der die Augen visiert über die Bühne gellte". Na de pauze volgde de choreografie in de orkestversie, met op het toneel alle dansers van het Leipziger Ballett en de twee solisten: Di Palma en Kiyoko Kimura.
 |
Schreeuw om hulp: Giovanni Di Palma in Stravinsky's Le sacre du printemps |
Vonnis
Het lijkt een boude uitspraak in de bij deze dvd gevoegde toelichting: dat Scholzes genie hem tot een vroege dood veroordeelde. En natuurlijk dringt zich daarbij de vergelijking met Mozart op. 'Soundscapes', een documentaire zonder glitter of poespas, laat zien dat zijn reis door het dal van de wanhoop de harde realiteit was, maar dat hij zich dit 'vonnis' niet zomaar liet aanleunen, zich niet gemakkelijk gewonnen gaf. Maar wWie de vicieuze cirkel niet kan doorbreken raakt ten slotte verwikkeld in een hopeloze strijd. Toch heeft dit geen verbitterde (maar soms wel verbeten) choreografieën opgeleverd. Scholz was zeker niet gespeend van enige humor en ondanks zijn meestal gereserveerde houding was hij doorgaans vriendelijk en zelfs hartelijk. Wat hem nekte was zowel de enorme werkdruk (die hij deels niet zelf opriep), de bureaucratische rompslomp die hem in zijn artistieke creaties belemmerde, zijn eenzaamheid en de ongezonde levensstijl - met drank, heel veel drank - die daarvan dan weer het gevolg was. Inderdaad, een vicieuze cirkel.
Ontdekt
Uwe Yaron Leonhard Scholz werd geboren in Darmstadt in 1958 en overleed in Berlijn in 2004. Al op zijn vierde - het talent werd al snel herkend - kreeg hij zijn eerste balletlessen. Op zijn dertiende werd hij toegelaten tot het Duitse heiligdom op balletgebied: de balletschool in Stuttgart, met als extra bijkomstigheid dat hij daar ook kennis van de creatie en opbouw van een choreografie kon opdoen. John Cranko was op dit gebied zijn grote leermeester. Scholz bleek niet alleen een toegewijde leerling, maar ook initiatiefrijk en buitengewoon creatief. Zozeer zelfs dat dit de aandacht trok van Marcia Haydée, de prima ballerina assoluta (ze werd later de directeur van de balletschool). Haydée was voortdurend op zoek naar nieuwe ontdekkingen en zij was het die Scholz een gedroomde kans bood zich als choreograaf verder te ontwikkelen. Het leek voor beiden een gelukstreffer, maar dat dit de latere tragedie in zijn leven los zou maken kon niemand toen bevroeden.
Hoon en spot
Een verkeerde keus was zeker zijn benoeming als leider van het Ballet Zürich in 1986. Pas 28 en toen al vastbesloten om het gezelschap naar nieuwe hoogten te tillen. Geen zee ging hem daarbij te hoog, maar dat heeft hij geweten. Hoon en spot werden zijn deel in niet meer dan een provinciestad die evenals het veel kosmopolitischer Wenen berucht was om zijn intriges. Wat hij in Zürich vooral miste was de steun voor zijn veelal uitdagende projecten, en dan vooral bij zijn eigen dansers en bij de onwelwillende raad van bestuur. Er was ook veel onbegrip: alsof een aardverschuivend nieuw ballet zomaar even uit de grond kon worden gestampt. Men begreep niet waarom Scholz daar zoveel tijd voor nodig had. En als men het wel begreep, had men al snel kritiek op de hoge kosten die ermee verbonden waren. Kortom, in Zürich was het altijd wel wat en moest Scholz spitsroeden lopen. Maar misschien was de neerbuigende manier waarop hij zowel binnen als buiten het balletcircuit werd behandeld en het feit dat zijn werk in het belachelijke werd getrokken of regelrecht afgekraakt ('Une saison en enfer') voor hem nog wel het meest weerzinwekkend. Scholz zag nog maar één uitweg: weg uit Zürich. Blijven was voor hem geen optie meer.
Het werd het theater in Leipzig, met dank aan de componist en opera-intendant Udo Zimmermann, die hem had weten te engageren. Zimmermann nam daarmee willens en wetens het risico die met de aanstelling van dit 'enfant terrible' nu eenmaal verbonden was: hoog oplopende conflicten en aanhoudend nerveuze toestanden, gehuld in een deken van tragiek.
 |
Bij het Leipziger Ballett |
Wat stond er tegenover? Grootse objecten met een ongekende emotionele geladenheid, omgeven door talloze onzekerheden die werden aangestuurd door uiterste scherpzinnigheid. Balletten die vrijwel zonder uitzondering op eenzame hoogte stonden en zich buiten een aardse werkelijkheid leken te bewegen. Muziek werd beweging, beweging werd muziek. Niets leek vast te staan, er was niet één werkelijkheid, behalve in het hoofd van de toeschouwer, midden in een wereld die geen daadwerkelijke verlossing kende, waaruit ontvluchten niet tot de mogelijkheden behoorde.
 |
Uwe Scholz tijdens repetities van 'Fragmente-Winterreise' in Dresden, november 2003. Het zou zijn laatste choreografie zijn (foto: Matthias Creutziger) |
Scholz als scheppend kunstenaar paste niet in die papieren wereld van regels en andere bureaucratische mores. De balletcriticus Klaus Geitel verwoordde het zo: " Er blieb ein zarter, empfindsamer Mensch, nicht geschaffen ins Räderwerk organisatorischer Auseinandersetzungen zu geraten und sie auch noch mit heiler Haut zu bestehen. Er war eine Kerze, die sich an beiden Enden gelichzeitig entzündet und unaufhaltsam, aber spektakulär niederbrennt. So war Uwes Leben. Dennoch - mit dem Schein dieser Kerze, gegossen aus seiner eigenen Existenz, überstrahlt er die Ballettwelt mit seinem im wahrsten Sinne des Wortes unverwechselbar eigenen Licht. Udo Zimmermann sah es leuchten."
Niet minder treffend uitte zich een andere criticus, Wiebke Hüster: " In den Choreografien von Uwe Scholz wird Musik durch den Tanz sichtbar. Man kann sie sehen, die Musik. Indem man dem Tanz zuschaut, wird sie in ihrer besonderen Architektonik 'mit-lesbar' - der Tanz gibt dem Wesen der Musik einen Körper. Musik und Tanz finden zur gemeinsamen Quintessenz."
 |
Uwe Scholz tijdens de repetities van 'Fragmente-Winterreise' in Dresden, november 2003, met links Vladimir Derevianko (foto: Matthias Creutziger) |
Het was geen macaber spel waarin Scholz excelleerde, maar de vervlechting in zijn balletten van de psychologische problematiek die zijn eigen wezen en daarmee ook zijn artistieke bestaan domineerde. Het was nogal wat wat daaruit voortvloeide: virtuositeit naast diepzinnigheid, verbeeldingskracht naast technisch meesterschap, grensoverschrijdende ideeën naast speelsheid, kracht naast terugval. Elementen die vaak door elkaar heen liepen, elkaar - doelbewust! - konden versterken, maar evengoed ook verzwakken. Ik geloof niet dat er ooit iemand is geweest die meer van zichzelf heeft laten zien dan Scholz in zijn choreografieën. Waarbij - o wonder! - het tijdloze karakter ervan toch evident is en ongetwijfeld zal blijven. Choreografisch vormgegeven programmamuziek...
Geen representatiever beeld daarvan dan op deze door EuroArts uitgebrachte dvd die in meerdere - sublieme! - delen uiteenvalt, met om te beginnen de Sacre in twee verschillende gedaanten: de eerste in de versie voor twee piano's met als (enige) solist Giovanni Di Palma, en de tweede in de orkestversie met het Leipziger Ballett, met als solisten wederom Di Palma, maar dan samen met zijn partner Kiyoko Kimura (beiden behoorden tot Scholz' muzen). Dan als laatste onderdeel van dit drieluik de documentaire 'Soulscapes' ('Zielslandschappen'). In twaalf hoofdstukken wordt Scholz' leven en werk geschetst, waarbij hij gelukkig zelf een groot aandeel in de documentaire heeft (wat het beeld minder afhankelijk maakt van wat anderen erover te vertellen hebben). We zijn ook getuige van de soms moeizaam verlopende repetities, maar ook een aantal van zijn beroemd geworden producties komen voorbij, zoals het Adagio uit Bruckners Achtste symfonie, Haydns 'Die Schöpfung' en Mozarts Mis in c, KV 427 (met als spectaculaire 'breekpunten' muziek van Arvo Pärt en György Kurtág!). Schrijnend zijn ook de beelden rond zijn diep gewortelde verlangen naar eenzaamheid en zijn reis naar het door de Tweede Wereldoorlog geteisterde Poolse Lódz. Zeer leerzaam is hoe de Sacre onder zijn bezielende handen uiteindelijk vorm krijgt.
 |
Op het joodse kerkhof in Lódz |
Ter afsluiting van deze indrukwekkende documentaire is er de afscheidsgroet aan een groot artiest. Zijn dood kwam niet onverwacht, maar in een toch al uitgeput en sterk door overmatige alcohol aangetast lichaam stierf hij aan een 'gewone' longontsteking die voor ieder ander zeker niet levensbedreigend hoeft te zijn.
________________
De choreografieën van Uwe Scholz vindt u hier.
|
|