DVD-recensie

Langs de afgrond:

filmdocumentaire over het viooltalent Janine Jansen

 

© Aart van der Wal, februari 2011

 

 

Janine

Film van Paul Cohen over de violiste Janine Jansen

A Film DS93510 (standaardversie) en
DS93368 (limited edition: dvd + cd) • 89' •

(Alleen standaardversie bekeken en beluisterd)

 

 

 

 


Janine Jansen speelt Beethoven...formidabel. Verderop in de film speelt ze Bach...formidabel. Maar zij speelt niet minder overtuigend zichzelf, onopgesmukt, naturel, buiten het podium met slechts een vleugje make-up. De eerste minuten zijn al een eye-catcher, met Janine in de hoofdrol tijdens de cd-opname van Beethovens Vioolconcert met de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen onder Paavo Järvi (de Decca-opname werd in januari 2010 door collega Paul Korenhof besproken: klik hier), de dirigent met wie ze, overal concerten gevende, de wereld is overgetrokken.

Filmmaker Paul Cohen is er met vlag en wimpel in geslaagd om de ware essentie van een musicus te portretteren zonder dat ze zelfs maar een noot hoeft te spelen. In de lange expositie van Beethovens Vioolconcert, als alleen het orkest aan het woord is, richt de camera in close-up zich voortdurend op Janine, die in afwachting van haar entree al muziek maakt met haar hele lichaam. Haar peinzende blik tijdens de eerste openingsmaten, de sidderingen die door haar lijf gaan als het eerste fortissimo zich aandient, de diep geconcentreerde voorbereiding op die eerste, altijd weer zo razend moeilijke inzet van haar solopartij die, piano, zonder ook maar een spoortje aarzeling of wankeling de beruchte tocht moet maken van de lage A naar de viergestreepte G. Die enorme expressie op haar gelaat lijkt overdreven, alsof sprake is van een pose, van een buitenmuzikaal spel met als voornaamste doel de toeschouwer voor zich te winnen, maar zodra de soloviool aan het woord komt wordt op slag duidelijk dat van effectbejag geen enkele sprake is. Dit is puur natuur, hier is een musicus aan het woord die in iedere muzikale vezel alom aanwezig is en daarbij zo ongelooflijk veel energie en musiceervreugde uitstraalt dat het gewoon niet anders kan dan dat zij iedereen in haar directe omgeving daarin met huid en haar meetrekt. Wie haar zo bezig ziet beseft dat haar charisma de noten als het ware vooruitsnelt. Janine geeft heel veel energie, maar ze krijgt die ook terug. De opnameproducer Philip Traugott zegt het zo: "Beethoven geeft hier alle ruimte aan de uitdrukking van de ziel. Om die ziel te vinden, dat is het moeilijkste." Ik zou eraan toe willen voegen: en Janine vond haar.

Die ziel vinden we ook bij de Letse violist Philipp Hirschhorn, die in 1967 het Koningin Elizabeth Concours Brussel won en na een razende start weliswaar vrij gemakkelijk tot de grote wereldpodia wist door te dringen maar er toch niet in slaagde om die langdurig te veroveren (dat lukte overigens wél zijn medefinalist en derde-prijswinnaar Gidon Kremer). Hirschhorn groeide met name in de Sovjet-Unie snel uit tot een ware superster die al tijdens zijn leven een legende was. Janine kreeg les van hem aan het conservatorium van Utrecht. Al meteen raakte hij zozeer onder de indruk van haar spel dat hij later daarover zei dat hij zelf nooit zo goed zou kunnen spelen. Op haar beurt was Janine helemaal weg van de persoonlijke en muzikale kwaliteiten van haar kersverse docent: Zij herinnert zich nog die eerste lessen, met Hirschhorn vol energie en heel veel intensiteit, in álles. Zijn persoonlijkheid, hoe hij les gaf en hoe hij met de muziek bezig was. Dat was in het begin van de jaren negentig, als uit de door Cohen ingelaste filmbeelden inderdaad het supertalent van Janine Jansen al onomstotelijk naar voren komt. Hirschhorn stierf, pas vijftig, op 26 november 1996 in Brussel aan de gevolgen van een hersentumor. Tijdens het herdenkingsconcert, waarvoor de componist Victor Kissine speciaal zijn 'Madrigal' schreef en waarvan iedere leerling van Hirschhorn slechts één noot speelde, "een noot als als een bloempje," aldus de componist, was het Janine die de laatste noot aanhield.

Hirschhorn was in alle opzichten een weergaloos artiest, die - volgens Kissine - ook perfect wist dat de kunstenaar zijn eigen vrije keuze maakt. Die uitspraak kreeg extra reliëf toen het beeld zich verplaatste naar een hotelkamer in het schilderachtige Dubrovnik, waar op dat moment Julian Rachlin de artistieke heer en meester van zijn eigen muziekfestival is en waarvoor ook Janine is uitgenodigd. In die hotelkamer Eric Bruger, een uitgever van glossy bladen, Paul Popma, de labelchef van de Nederlandse tak van Universal Music (dat o.a. Decca onder beheer heeft), een niet geïnteresseerde dame en Janine. Het draait allemaal om de eenmalige samenstelling en verspreiding van het lifestyle-blad Janine, dat moet appelleren aan Janines leefstijl, maar dan zo dat de voornaamste 'doelgroep', Nederlandse lezeressen, zich daarmee echt kunnen vereenzelvigen. Als voorbeeld wordt Linda erbij gehaald, dat zo succesvol is omdat vrouwen in de leeftijdscategorie van 30+ zich aan haar leefstijl kunnen laven. Het is - aldus Bruger, en hij kan het weten, een leefstijl die voor hen haalbaar is. Dat moet volgens hem ook zo gaan uitpakken in het geval van het nieuwe Janine. Geen extreme dingen of zo, maar 'gewoon' datgene dat binnen het bereik van al die lezeressen valt: bergbeklimmen bijvoorbeeld. Dus niet zoiets als een een vakantie op de Malediven, want dat kunnen de meesten niet betalen. "Dat staat te ver van ze af," bevestigt Popma. "Janine staat voor de goede dingen in het leven," aldus Bruger. In het blad moeten ook bijdragen komen van 'de twee Paulen'', Paul de Leeuw en Paul Witteman, met een verhaaltje over klassieke muziek. En natuurlijk Ivo Niehe., maar ook De Wereld Draait Door. Er zijn over de laatste enige twijfels maar het is wel bijna zeker, want Matthijs van Nieuwkerk is een grote fan van Janine, al moet hij dan wel met een column in het blad. Misschien moeten ook Viktor & Rolf, die twee 'gekke mannetjes', net als Janine een groot Nederlands exportproduct, moeten worden benaderd. En Sting, Marlies Dekkers, en... Bruger: "Shopping, shopping, je moet shopping hebben van Janine! We verkopen illusie, life style!" Volgens Popma verkopen ze bij Universal slechts emotie. En Janine zelf? Ze zegt nauwelijks iets, maar dat hoeft ook niet want de heren hebben het al helemaal voor elkaar: Janine hoeft zelfs helemaal niets te doen, ze hoeft het er alleen maar mee eens te zijn! Tussendoor klinkt een betekenisvol fragment uit Schuberts strijkkwartet Der Tod und das Mädchen. Vervolgens staan fotosessies bij de oude stadsmuur op het programma met ook nog een interview. Het is smoorheet in Dubrovnik, maar het is allemaal voor het goede doel: het is immers voor de reisreportage in het nieuwe blad. "Ok Herman, it's up to you now. Heb je je recordertje?" vraagt Popma aan de muziekjournalist Herman van der Horst die is opgetrommeld voor het interview. Dat begint al gelijk goed: "Zou je jezelf religieus willen noemen?" Even later: "Een twijfelaar? Dat is evengoed mooi." Het ontbreekt duidelijk aan energie maar bovenal aan zinnige vragen. Het is erg warm in Dubrovnik, het zweet gutst Herman van het lichaam. Hij vindt gesprekken met muzikanten sowieso al moeilijk. Een goed interview maken? Heel lastig, want ze zijn als mens vaak heel saai.

Aan Popma de taak om, zoals hij het zelf zegt, zoveel mogelijk Janine Jansens te 'shippen', of het nu linksom is of rechtsom. "Vindt je dat we je teveel uitbuiten, Janine?" vraagt hij met een schuldigde blik. Hij rekent op een duidelijk nee en dat krijgt hij ook. Nee, zo voelt ze het niet. Bovendien, ze wilde het toch zelf? Ze werd uit alle anderen die evengoed heel mooi vioolspelen geselecteerd om tot superster te worden gemaakt. Ja, gemaakt, want het is een maakbaar proces, door er heel veel commercie in te stoppen. Puur muzikaal gezien lijkt het allemaal minder moeilijk, is het veel overzichtelijker. Hirschhorn, in 1995: "Het enige wat telt is je opvatting, niet het doel." Maar hier lijkt het alsof zij en Universal meer met het doel bezig zijn: het creëren van nog meer succes dan er al is. Janine en Universal lijken ondeelbare partners te zijn geworden. Het was immers de platenmaatschappij die met een stevig budget aan de slag is gegaan om maximaal profijt te trekken uit haar persoonlijkheid en haar muzikaal talent. Universal was dan misschien wel niet de kurk waarop ze dreef, maar toch wel de aanjager van het exorbitante aantal van tweehonderd concerten per jaar wereldwijd. Rachlin: "Honderdduizenden mensen dromen hiervan, maar het is jouw keus om of kamermuziek te spelen met je vrienden in Soest of de grote wijde wereld in te trekken om op te treden met de grote orkesten en dirigenten. Dan moet je deze prijs betalen." Die prijs wordt deze prachtige film van meerdere kanten belicht. De rode draad: dat achter die bijna hemels gespeelde Chaconne van Bach een gapende leegte kan huizen.

Janine met haar gevolg gaan op bezoek bij de Ivanhoe en James Bond acteur-in-ruste, Sir Roger Moore die ook in Dubrovnik verblijft. Ook hij heeft in het aanstormende tijdschrift een rol te spelen. Herman is er ook bij en zal Roger een interview afnemen. Oorspronkelijk stond een dubbelinterview met Herman en Janine gepland, maar zij was om onduidelijke redenen teruggefloten. In de auto geeft Janine Herman echter duidelijke instructies mee: niet te lang stilstaan bij James Bond, maar meer de diepte in, over zijn liefde voor de muziek, hoe zij elkaar hebben ontmoet en over de projecten die zij samen hebben gedaan. Herman doet zijn best, maar echt boeiend wordt het nergens, zelfs niet als hij het onderwerp 'Grace Jones en de zwarte dildo' ter sprake brengt. De uitdrukking op Janines gezicht in close-up spreekt inmiddels boekdelen: waar ben ik in hemelsnaam in verzeild geraakt? Het bevestigt alleen maar dat zij haar greep op de commerciële entourage volledig kwijt is.

Gelukkig wordt in de film - soms slechts terloops door er een enkel detail uit te lichten - nu eens goed afgerekend met de vermeende glamour- en glitterwereld van de topmusicus. Dit is het juiste antidotum voor al die gecosmetiseerde documentaires, die nepfilms, die er voor gemaakt lijken om alleen maar de wereld van Peter Stuyvesant op te roepen en daarnaast de bijna 'bovenmenselijke' artistieke prestaties van de hoofdpersoon breed uit te meten. Paul Cohen pakt dat heel anders aan, bij hem liggen de kaarten bepaald anders. Na een geweldig concert met zijn golven van enthousiasme bij het publiek is Janine letterlijk moederziel alleen. Ze wil bellen, haar ervaringen delen met mensen die zij in haar leven belangrijk vindt en die dicht bij haar staan, maar het tijdstip laat dat niet meer toe. Terug in de eenzame hotelkamer is de sfeer van dat concert allang verdwenen. We zien haar met koffers sjouwen, in- en uitpakken, hotelkamer in, hotelkamer uit, niet eens meer in het besef waar en wát ze in de afgelopen paar dagen heeft gespeeld en wat er straks weer voor haar in het verschiet ligt. Tsjaikovski? Sjostakovitsj? Ach, dat zien we morgen wel, nu maar eerst naar bed.

De 'kleine' wereld is ontzaglijk belangrijk in de 'grote' wereld. Wie voortdurend op reis is verlangt naar het contact met het thuisfront. Voor de meeste artiesten is dat essentieel, willen ze in zowel menselijk als in artistiek opzicht overleven. Veel jonge musici vinden het ook belangrijk om met gelijkgestemden te musiceren, waarbij ze in muzikaal opzicht helemaal vrij, helemaal zichzelf kunnen zijn. Dat er niemand is die hen op de vingers kan kijken of tikken, iets van ze wil of allerlei verplichtingen voor ze in petto heeft die ze zelf niet zo bar belangrijk vinden en waarvan ze toch wel weten dat de voordelen daarvan grotendeels in de handen van anderen terechtkomen. Geen wonder dus dat een eigen festival wat dat betreft het non plus ultra voor hen is. We kennen dat bijvoorbeeld van de Noorse pianist Leif Ove Andsnes, de twee Franse musicerende broers Renaud en Gauthier Capuçon, de Franse cellist Jean-Guihen Queyras, Julian Rachlin, maar ook van Janine Jansen die in Utrecht het Internationaal Kamermuziek Festival onder haar hoede heeft. Als dit eveneens een manier van overleven is beleven duizenden muziekliefhebbers over de gehele wereld er in ieder geval heel veel plezier aan. Wat Janine betreft is het daar in Utrecht, zoals ze zelf zei, 'gewoon thuiskomen', met repertoire dat ze door en door kent en dat ze ontzettend graag speelt. Niets heerlijkers dan met elkaar in Dvoráks Dumky-trio of Schönbergs strijksextet 'Verklärte Nacht' niet alleen Utrecht maar zelfs de halve wereld te veroveren!

Een ander aspect van 'dat leven' is het gedoe rond sponsors en andere 'belangrijke mensen'. Dat komt meestal neer op keurig opzitten, pootjes geven en heel veel glimlachen (Julian Rachlin memoreert dat nog even: zoveel glimlachen dat als ze thuiskwam die op haar gezicht was verstijfd tot een hardnekkige grimas), veel handenschudden en dan ook nog achter de tafel om voor een enthousiaste schare Janine-aanhangers eindeloos cd's te signeren. Of een uitgebreide fotosessie waarin het 'vrouwelijke' maar volgens mij eerder erotische aspect eveneens een mooi plaat(s)je moet krijgen. Janine is soepel, gemakkelijk en zeer toegevend, ze werkt volop mee en de fotograaf is er blij mee. Goed voor de glossy!

Wat in deze film ook op een prachtige manier tot uitdrukking komt is haar vertolkingskunst die zomaar uit het niets lijkt te komen. Geen moment roept zij het gevoel op dat zij op deze muziek heeft gestudeerd, misschien soms zelfs bijna haar tanden erop heeft stukgebeten. Janine lijkt in niets op de musiciënne die graag praat over 'haar' kunst, er wijdlopige filosofieën over debiteert en van iedere noot, frase, akkoord precies weet waar die vandaan komt of naartoe gaat. Zoals Rachlin zegt: dat wil ze helemaal niet weten. Maar ze is wel de perfectionist die in de Berlijnse Teldex-studio keurig luistert naar producer Friedemann Engelbrecht die haar opname van de Chaconne heel erg goed vindt, maar zij...niet. Hoezeer er ook op haar wordt ingepraat, het moet en het zal ten slotte toch opnieuw. Ze doet geen enkele concessie aan haar kunstenaarschap.

Intussen is er een heus ontwerp voor Janine, het tijdschrift, zij het alleen grafisch, op de pc. Op de glossy voorkant staat onder andere 'Reportages: Dubrovnik en Stradivarus'. Stradivarus? Geen met 'klassiek' bekende jongens en meisjes blijkbaar, maar dan nog. Want de meeste mensen weten niet eens wat dat is, vindt Bruger. Dat moet anders, zoals er zoveel dingen nog anders moeten. Maar goed nieuws is er ook, want het publiciteitscircus draait op volle toeren, met Janine onder meer in een programma van Ivo Niehe, een interview in Libelle en twee pagina's in de NRC (Popma: "via een deal"). Popma heeft nog maar eens een stapel nieuwe foto's naar Eric Bruger gestuurd. Hij vraagt hem telefonisch of ze aangekomen zijn, maar Bruger heeft nog geen mails gelezen. Of er ook naaktfoto's bijzitten? Nee, die zitten er volgens Popma niet bij. Bruger wil ook graag weten of Janine inmiddels een vriendje heeft waarmee ze de lakens deelt. Popma moet het antwoord gelukkig schuldig blijven.

Voor Janine ging het leven even niet gewoon door. Afgemat door al die concerten en al dat reizen is ze op zoek gegaan naar rust en heroriëntatie. Op de grens van overspannenheid en oververmoeidheid nam ze het wijze besluit om - al was het dan maar voor even - haar viool aan de wilgen te hangen. Dat is en blijft de enige manier om met het oude en vertrouwde opnieuw te kunnen beginnen. Alle andere wegen lopen hopeloos dood. Intussen heeft Janine de draad weer opgepakt en is ze weer volop aan de slag, maar hopelijk heeft ze er veel van geleerd en is het besef bij haar goed doorgedrongen dat ze zélf moet leven en niet dat ze wórdt geleefd. Dat was uiteindelijk misschien nog wel de belangrijkste vraag van Herman tijdens dat interview: of ze het gevoel had gelééfd te worden. Bij de kijker van deze film zal misschien het gevoel achterblijven dat beroemdheid vandaag de dag een wel erg hoge prijs verlangt. Zelf noemde Janine haar festival in Utrecht een 'adrenalinekick'. De les moet evenwel zijn dat met dit onmisbare hormoon wel heel zorgvuldig omgesprongen moet worden, maar misschien heeft Janine inderdaad die beschermengel waar Rachlin het in de film over heeft.

Dit is zonder meer een van de beste filmproducties op dit gebied van de laatste jaren. Alles is er, een waar kunststuk op het gebied van de beeld- en geluidmontage, al zet ik bij sommige muziekfragmenten een klein vraagtekentje: soms lijkt de opnametechnicus of de editor goed hoorbaar te hebben ingegrepen, zoals tijdens de expositie van Beethovens Vioolconcert, wanneer het fortissimo hoorbaar 'technisch' wordt teruggenomen. Na de bioscoop is het nu de beurt aan de thuisbios om van deze film in alle rust te genieten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links