![]() DVD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2011
|
||||||
Demessieux – Complete orgelwerkenNativité, op. 4 – Six études, op. 5 – Sept Méditations sur le Saint-Esprit, op. 6 – Triptyque, op. 7 – Douze Chorals-Préludes, op. 8 – Te Deum, op. 11 – Répons pour les temps liturgiques – Prélude et Fugue en ut, op. 13 Maxime Patel, orgel van de Stiftsbasilika te Waldsassen (D) Productie en regie: Federico SavioFugatto Fug 025 • 148' •
De reputatie van Jeanne Demessieux als een van de allergrootste organisten van de twintigste eeuw, staat haaks op haar bekendheid als componist. Toen zij in 1968 op 47-jarige leeftijd aan kanker overleed stond ze eigenlijk nog maar aan het begin van de volwassen fase van haar leven als componist en pedagoog. Na haar dood is het rond de componerende Demessieux enige decennia angstig stil gebleven, maar in de afgelopen jaren is er een voorzichtig begin gemaakt met een discografische ontsluiting van haar levenswerk. Jeanne Demessieux werd geboren in 1921, in Montpellier, in Zuid-Frankrijk. De eerste muzieklessen ontving ze van haar oudere zus, die haar piano leerde spelen. Ze bleek een muzikaal wonderkind te zijn, en dus verhuisde de familie naar Parijs, waar ze op haar twaalfde niet alleen haar studie voortzette, maar ook titulair organist werd van de Saint-Esprit. Daar bespeelde ze niet een hoofdorgel – dat was er nog niet – maar een nieuwgebouwd koororgel van beperkte omvang. De eerstvolgende dertig jaar zou ze die positie blijven bekleden! Aan het Conservatoire behaalde ze Premier Prix in de vakken harmonie, contrapunt, fuga, piano en orgel. In 1941 studeerde ze af, eenentwintig jaar oud en klaar voor een grootse carrière, tenminste dat is wat je zou denken. Haar orgeldocent, de fameuze Marcel Dupré, dacht daar anders over. Hij overtuigde zijn sterleerling ervan de studie op privébasis voort te zetten en haar klaar te stomen voor het meest opzienbarende debuut dat Parijs in lange tijd had gezien. Dat van de kant van Dupré een zekere vorm van eigenbelang een rol meespeelde valt daarbij niet uit te sluiten. Dit alles speelde zich af in het begin van de Tweede Wereldoorlog, en het hoeft geen betoog dat een opzienbarend debuut in de eerstvolgende jaren niet erg voor de hand lag. Maar in 1946 was het zover: de Salle Pleyel werd ingeschakeld, de speeltafel van het Cavaillé-Coll orgel werd midden op het podium van de zaal opgesteld en een serie van maar liefst zes orgelrecitals werd aangekondigd. Het eerste concert vond plaats op 24 februari 1946. Beroemdheden als Maurice Duruflé waren aanwezig, evenals de binnen-en buitenlandse pers. De reacties waren overweldigend, van Le Monde in Parijs tot de Herald Tribune in New York werd het debuut van Jeanne Demessieux in superlatieven beschreven. Dat was niet in de laatste plaats te danken aan de Six Études, waarmee Jeanne niet alleen haar enorme virtuositeit kon demonstreren, maar ook haar kwaliteiten als componist etaleerde. Tot 3 juni 1946 vonden de overige recitals plaats, en de aanbiedingen voor optredens in Frankrijk en daarbuiten stroomden binnen. Het was tijd voor dit overweldigende talent om op eigen benen te staan. Marcel Dupré had in dit alles een belangrijke, misschien wel overheersende rol gespeeld. Kort na Jeannes laatste concert vertrok hij met zijn echtgenote voor een tournee naar de Verenigde Staten, waarbij hij tevens de paden wilde effenen voor Jeannes Amerikaanse debuut. Bij hun terugkomst in Parijs in december van dat jaar moet er iets voorgevallen zijn waardoor de grote liefde van de Dupré’s voor Jeanne omsloeg in onmiddelijke afwijzing. Van de ene op de andere dag wilde Dupré niets meer met haar te maken hebben. Een duidelijke verklaring gaf hij niet, en het was zeker een bron van verdriet voor een jonge vrouw die het voorbije decennium afhankelijk was geweest van een leraar die alles voor haar betekende. Muziekhistorici hebben zich het hoofd gebroken over deze affaire, en hebben geen afdoende verklaring kunnen vinden. Toch laten ze daarbij één aspect buiten beschouwing: de leerling had meer succes dan de leraar. En wanneer die leraar Marcel Dupré heet...... Hoe dan ook, het moge duidelijk zijn dat het eerder in Dupré’s bedoeling had gelegen dat Jeanne hem zou opvolgen als titularis van de Sainte-Sulpice. Zij verving hem wanneer hij op een van zijn vele concertreizen buiten Parijs verkeerde. Het was niet voor niets dat ze dat nietige baantje aan de Saint-Esprit bijna dertig jaar volhield – waar ze zichzelf natuurlijk ook weer gemakkelijk door een leerling kon laten vervangen. Overigens liet de aartsbisschop van Parijs er geen twijfel over bestaan: een vrouw in zo’n positie was onacceptabel. Na de breuk met Dupré werd het dus tijd om uit te kijken naar een betere positie in de Parijse orgelscene, maar pas in 1962 verruilde Demessieux haar post aan de Saint-Esprit uit voor de Madeleine, een kerk die voordien titularissen had gekend van het formaat van Saint-Saëns, Dubois en Fauré. Jeanne Demessieux maakte diverse succesvolle tournees naar Amerika en concerteerde over geheel Europa. Haar pedagogische activiteiten vonden plaats buiten Parijs, aan de conservatoria van Nancy en Luik. De meest succesvolle organist van haar dagen was een vrouw, en dat was voor de mannetjes in Parijs maar moeilijk te verteren. Intussen was er ook op fonografisch gebied belangstelling voor Demessieux, en voor het label Decca maakte ze diverse opnamen, die regelmatig in de prijzen vielen. Maar net als bij haar composities is daar vandaag de dag nog maar weinig van na te speuren. Gelukkig is de meermalen bekroonde opname van de orgelwerken van César Franck heruitgegeven op het Nederlandse label Festivo (klik hier). De componist Demessieux heeft een klein maar hoogwaardig oeuvre nagelaten. Veel ervan is onspeelbaar moeilijk en heeft dan ook maar weinig respons ondervonden. Maar ook de werken die gemakkelijker uitvoerbaar zijn – zoals de Douze Chorals-Préludes – zijn maar zelden te horen. Jammer, want het zijn zonder uitzondering stukken die zich kunnen meten met het werk van tijdgenoten als Jehan Alain en Olivier Messiaen. Een topwerk als het Te Deum, dat ze al improviserend ‘uitvond’ op het kolossale Aeolian-Skinner orgel van Saint-John-the-Divine in New York, is weliswaar op een paar recital-cd’s terug te vinden, maar wordt weinig in concerten gespeeld. Wie weet is de tijd er nu eindelijk rijp voor. Dat brengt ons op de hier te bespereken cd, die in een monsterrecital van ruim tweeëneenhalf uur de complete – gepubliceerde – orgelwerken van Demessieux presenteert. De Franse organist Maxime Patel volbrengt deze heroïsche taak op het zes!manualige orgel van de Stiftsbasilika te Waldsassen. Uiterlijk een beeldschoon instrument in een weelderige barokke omgeving, bij nadere beschouwing een kolossaal conglomeraat van drie instrumenten, die gezamenlijk bespeelbaar zijn vanaf een electrische en zo te zien verplaatsbare speeltafel. Tijdgenoten wisten te melden dat Jeanne Demessieux het orgel bespeelde zonder enig uiterlijk vertoon – alsof ze een spinet bespeelde – en dat is precies wat we ook op deze beelden te zien krijgen. Maxime Patel zit volkomen bewegingsloos op zijn orgelbank. Voeten en vingers doen het werk. En wat voor werk. In de Études zien we twee voeten simultaan met een enorme snelheid over de pedalen wervelen. De camera registreert dat zonder opsmuk. What you see is what you get. In de rustiger momenten van de koraalvoorspelen neemt de camera ons even mee naar buiten voor een sfeervolle wandeling in de omgeving. Dat is het. Geen extraatjes, alleen muziek. Jeanne Demessieux, ze was een levende legende. Een frêle verschijning die de pedalen bespeelde op zeven centimeter hoge hakken. Ze componeerde als een kerel, maar daar had men in haar tijd geen oog voor. In een tijd dat organistes nog in lange rokken speelden liet zij haar kuiten zien. Dat trok wèl de aandacht. In Nederland was ze enige malen op bezoek, en gelukkig heeft het Hollandse label Festivo een viertal cd’s bijeengebracht waarop we haar kunnen beluisteren. Die zijn overigens niet alleen in Nederland opgenomen, en haar eigen werken speelt ze daarop slechts mondjesmaat. Wat we wel te horen krijgen is haar fenomenale greep op de materie. We zullen nooit weten waartoe deze dappere verschijning nog meer in staat zou zijn geweest wanneer ze iets meer levensruimte had toebedeeld gekregen. Hoe ze zich als componist zou hebben ontwikkeld weten we al helemaal niet, maar het topje van die ijsberg is op deze dvd te horen en te zien, en het is verbluffend. index | ||||||