DVD-recensie © Paul Korenhof, december 2019
|
Bij Nederlandse operaliefhebbers is Ermonela Jaho nauwelijks bekend, maar in Londen, Parijs en andere belangrijke operacentra geldt de Albanese sopraan als een van de sterren van dit moment. Haar grootste successen boekte zij daar in Puccini-rollen (met name Madama Butterfly) en als Violetta in La traviata, de rol waarmee zij op 17-jarige leeftijd in Tirana haar debuut had gemaakt. En zoals ik al eerder constateerde: het blijft een misser dat zij door DNO tot nu toe slechts geëngageerd werd als Antonia in een totaal mislukte productie van Les Contes d'Hoffmann. Gelukkig voor iedereen die niet regelmatig op het vliegtuig kan stappen, zijn diverse optredens van Jaho inmiddels via cd en dvd beschikbaar. Een absolute voltreffer was een dvd van Madama Butterfly uit Covent Garden die bij mij een plaats inneemt in een kopgroep met onder meer de plaatopnamen van Maria Callas en Renata Scotto (klik hier). Een nog grotere triomf behaalde Ermonela Jaho in januari in Londen in een op zich al bijzondere voorstelling van La traviata. Dit jaar is het immers 25 jaar geleden dat daar de legendarische première werd gegeven van de productie van Richard Eyre onder leiding van Sir Georg Solti. De titelrol zou bij die gelegenheid worden gezongen door Carol Vaness die in een aantal voorstellingen zou worden vervangen door de jonge Roemeense Angela Gheorghiu. Het pakte anders uit. Al na de eerste repetities ontbood Solti de artistieke staf van Decca en liet hen een repetitie bijwonen waarin Gheorghiu de plaats van Vaness had ingenomen. Het vervolg is bekend. Gheorghiu, die niet alleen de première mocht overnemen, maar ook de cd-productie en de opname voor televisie en dvd, werd op slag een ster van de eerste orde. Terecht overigens en zij zou dat heel lang gebleven zijn als zij zich niet onmogelijk had gemaakt door een ongedisciplineerd waarbij zij op een gegeven moment zelf haar beschermer Solti schoffeerde. Ondertussen bleef de productie van Eyre een publiekstrekker in Covent Garden, waar die visueel schitterende en tot in de details geregisseerde voorstelling vrijwel jaarlijks in wisselende bezettingen te zien was. Van zoiets kunnen wij in Nederland alleen maar dromen, maar het grootste compliment voor de Royal Opera is dat ook de reprises steeds met de grootst mogelijke zorg werden omgeven. Alle keren dat ik deze Traviata terugzag, werd ik getroffen door de visuele frisheid en de dramatische detailwerking met niet zelden nieuwe details. Diezelfde indruk had ik weer bij het bekijken van deze Blu-ray disc die begin dit jaar werd opgenomen tijdens een repriseserie t.g.v. het jubileum van deze productie. De hoofdrol was toevertrouwd aan Ermonela Jaho die voor de vierde keer in deze productie optrad en in de tussenliggende jaren was uitgegroeid tot een lieveling van het Londense publiek. En omdat na de opnamen met Gheorghiu en later Renée Fleming ook deze voorstelling worden vastgelegd, zou speciaal daarvoor Plácido Domingo tijdens enkele voorstellingen als gast de rol van Germont père vertolken. De medewerking van Domingo zag ik vooral als een verkooptruc. Dat hij tot op hoge leeftijd baritonrollen zingt en daardoor mogelijk meer mensen naar het theater trekt, vind ik uitstekend, maar een bariton is hij niet en hij zal het ook nooit worden. Zijn Germont blijkt opmerkelijk genuanceerd gezongen en in zijn spel laat hij zich hier van zijn beste kant zien. Wel had ik aan het slot van zowel het derde tafereel als het derde bedrijf problemen met het feit dat zijn stem daar leidde tot een verkeerde klankbalans, vooral in de sterfscène van Violetta. Bij haar dood moet een sonore bariton met de bas van Grenvil de ondergrond verzorgen voor de broze lyriek van Violetta (sopraan) en Alfredo (tenor), maar het sterk aanwezige tenorale timbre van Domingo overheerste nu de tenor van Alfredo en verstoorde daarmee de door Verdi opgebouwde sfeer. Dat laatste kan mede het gevolg zijn van het feit dat de stem van Charles Castronovo niet echt straalt. Hij is een uitmuntende zanger met een sterk timbre, maar hij mist de magie van lyrische tenoren als Gigli, Di Stefano, Pavarotti, Carreras, de jonge Villázon of Benjamin Bernheim die ik onlangs in Parijs in die rol hoorde. Wel overtuigde hij mij in zijn heftige emoties aan het slot van het tweede tafereel en ten huize van Flora, maar In het eerste bedrijf mist hij de charme waarvoor Violetta meteen bezwijkt. In zijn 'Libiamo' straalt de feestvruegde niet door, zijn 'Un dì felice' mist iets van de noodzakelijke tederheid en aan het slot hoor ik in zijn stem meer verdriet om zijn eigen verlies dan wroeging en medelijden. Daardoor komt het drama zelf ook in de vertolking van Ermonela Jaho misschien iets te langzaam op gang. Al vanaf het voorspel is zij echter wel een vrouw die twee levens leidt. Naar buiten is zij op en top de vrolijke en verleidelijke courtisane, maar de wetenschap dat haar dagen geteld zijn blijft op de achtergrond meespelen en uit zich niet alleen in een incidentele hoestbui. Terwijl Pretty Yende onlangs in Parijs de eerste acte beheerste door een sprankeling en een jeugdigheid waarin pas aan het slot echte barstjes kwamen, is bij Jaho de tragiek al vanaf het eerste moment aanwezig. Beide zangeressen komen dan ook tot een ander 'Ah, fors' è lui'. Aan Yende (die in tegenstelling tot Jaho beide strofen zingt) presenteert zich een onverwachte droom van en hoop op geluk die haar even de realiteit doet vergeten, terwijl Jaho's Violetta hooguit de illusie ziet, met op de achtergrond de onvermijdelijke desillusie en de wetenschap van haar ziekte. Met ook twee verschillende stemmen, Yende jong en helder, Jaho met de ondertoon en het expressieve vibrato van de vrouw die al door het leven getekend is, werken beiden echter toe naar betoverend slot van dat bedrijf, waarbij zij zich met een aangrijpend pianissimo in hun droom verliezen, Yende leunend tegen een gevel, Jaho liggend op haar rug in haar nu verlaten salon. In hun spel met een broos pianissimo, vooral in 'Dite alla giovine' en 'Addio del passato', zijn beiden in de volgende bedrijven onweerstaanbaar. Yende, die dit jaar Violetta in Parijs voor het eerst zong, gaat technisch het verst en klinkt zonder meer betoverend, maar Yaho is duidelijk de betere en meer ervaren stemactrice. De wanhoop en het plotselinge verdriet die plotseling doorklinken in kleine frases als de woorden 'era felice troppo' (in het duet met vader Germont) zijn zelfs hartverscheurend. Het knappe van Jaho (ik constateerde dat al bij Madama Butterfly) is dat expressiviteit bij haar nooit gaat ten koste van de muziek. Haar zang blijft hier puur bel canto en zij weet ook in 'Addio del passsato' haar fysieke neergang hoorbaar te maken zonder dat haar vocale lijnen door veristische effecten verstoord worden. Maar het moment waarop Yaho mij meer dan ooit van haar grootheid overtuigde, was de scène in het tweede bedrijf met de brief aan en het afscheid van Alfredo. Daar kreeg ik onwillekeurig de beroemde foto op mijn netvlies van Callas als een door smart verscheurde Violetta in de enscenering van Visconti. Zoals ik al opmerkte, werd deze reprise door de Royal Opera merkbaar met alle zorg omgeven. Ook het orkestspel is tot in de puntjes verzorgd waarbij opvalt dat dirigent Antonello Manacorda niet alleen streeft naar een fraaie balans met de stemmen, maar ook zijn muzikale frasering voortdurend op de zangers afstemt. Het is soms alsof hij met Ermonela Jaho mee-ademt. Ook de weergave van beeld (HD) en geluid (2.3MB!) via de technisch superieure Blu-ray Disc laat geen wens onvervuld. Klein puntje: niet alle 'chapter marks' in het menu reageren op de afstandsbediening. Verona De enscenering van Hugo de Ana is eveneens op die enorme ruimte afgestemd. De intimiteit van een Parijse salon werkt nu eenmaal niet in een arena, maar om toch het speelvlak enigszins in te perken werd een decor ontworpen waarin enorme schilderijlijsten de handeling min of meer 'omlijsten'. Een goede oplossing, hoewel de eerdere enscenering van Franco Zeffirelli in Verona mij meer overtuigde, ook doordat de door De Ana ontworpen kostuums niet altijd de elegante indruk maken die we toch met het gegeven associëren. De orkestrale begeleiding onder Julian Kovatchev klinkt meer gedegen dan kleurrijk en genuanceerd, en er zijn goede bijdragen van Francesco Demuro als een lyrische Alfredo en Vladimir Stoyanov als een betrouwbare zij het wat vlakke vader Germont. Voor wie de voorstelling gezien heeft een leuke herinnering, maar wie geïnteresseerd is in Verdi's opera, is aanmerkelijk beter uit met de opname uit Londen. Liefhebbers van uitvoeringen in Verona vinden hier echter een goede mix van sfeerbeelden met een registratie van de opera zelf. Klein technisch puntje: vooral tegen het einde blijft het beeld regelmatig een fractie van een seconde stilstaan. Op de weergave van de muziek heeft dit gelukkig geen invloed. (Fragmenten uit de uitvoering in Covent Garden zullen te horen zijn in Opera Actueel van 29 december: klik hier). index |
|