DVD-recensie

Nieuw leven voor een onsterfelijke Rosenkavalier

 

© Paul Korenhof, augustus 2012

 

 
   
   
   

R. Strauss:Der Rosenkavalier

Elisabeth Schwarzkopf (Die Feldmarschallin), Sena Jurinac (Octavian), Otto Edelmann (Baron Ochs auf Lerchenau), Erich Kunz (Faninal), Anneliese Rothenberger (Sophie), Judith Hellwig (Jungfer Marianne Leitmetzerin), Renato Ercolani (Valzacchi), Hilde Rössl-Majdan (Annina), Alois Pernerstorfer (Ein Polizeikommissar), Erich Majkut (Der Haushofmeister bei der Feldmarschallin), Siegfried Rudolf Frese (Der Haushofmeister bei Faninal), Josef Knap (Ein Notar), Fritz Sperlbauer (Ein Wirt), Giuseppe Zampieri (Ein Sänger) e.a., Chor der Wiener Staatsoper, Mozarteum-Orchester Salzburg, Wiener Philharmoniker
Dirigent: Herbert von Karajan
Regie: Rudolf Hartmann
Decors: Teo Otto
Kostuums: Erni Kniepert
Filmregie: Paul Czinner

Park Circus PCB0021 (Blu-ray)
Productie: The Rank Organisation 1961


Een heruitgave om in een gouden lijstje te zetten. Zelfs bij staat deze uitgave meteen in de topcategorie van 'belangrijkste uitgaven van dit jaar, terwijl ik normaal toch helemaal niet zo weg ben van operafilms, en niet alleen vanwege de vaak onnatuurlijke nasynchronisatie. Zelfs als de lipbewegingen synchroon lopen met de zang, zie je toch aan de fysieke uitstraling van de solisten dat zij op dat moment niet 'echt zingen' en vaak is het ook geen 'echt theater' meer is, maar dat alles speelt hier helemaal niet mee.

Vóór de bewerking
Na de bewerking

Regisseur Paul Czinner, die een halve eeuw geleden deze openingsproductie van het Grosses Festspielhaus in Salzburg op het witte doek bracht, heeft er alles aan gedaan om ook de atmosfeer van het theater en van de Salzburger Festspiele naar de bioscoop te vertalen. Erg knap is bovendien dat hij dat met puur filmische middelen heeft gedaan en zonder een publiek van figuranten op te trommelen. We zien Karajan in het Festspielhaus de bak in komen, we zien het doek open en dicht gaan, we zien af en toe de toneelrand en soms ook duidelijk dat het decor uit beschilderde platen bestaat, en door of ondanks dat alles is de sfeer onontkoombaar. Vanaf het moment waarop Karajan zijn armen heft, wordt de toeschouwer meegetrokken in een van de mooiste voorstellingen die ik ooit gezien heb. Een voorstelling ook die dankzij de regie van Rudolf Hartmann ieder detail van tekst en muziek tot zijn recht laat komen zonder dat het libretto van Hofmannsthal of de muziek van Strauss al dan niet gewrongen wordt ingepast in een 'regieconcept'.

Kleurrijk
De verschillen tussen de twee mij bekende dvd-uitgaven (een uitgave van de Salzburger Festspiele en een digitaal gerestaureerde versie op RCA) zijn opzienbarend, vooral in de kleurweergave. In hoeverre daarbij werd 'ingekleurd', is moeilijk na te gaan, maar het resultaat is zonder een een enorme verbetering. Daarbij is het beeld ook aanmerkelijk scherper geworden, waarbij men dankbaar heeft ingespeeld op de cameravoering van Czinner, die heel bewust geprobeerd heeft diepte te suggereren door herhaaldelijk de camera op één bepaalde afstand te focussen. Zo zien we tijdens het voorspel al in de originele film een uitermate 'scherpe' Karajan tegenover een wazig orkest en zulke effecten zijn nu alleen nog maar sterker geworden. Het grootste winstpunt is echter het feit dat de personages in deze blu-ray-versie letterlijk en figuurlijk beter 'uit de verf' komen. Ik heb naar de eerste scène met Ochs zitten kijken met een gevoel alsof ik de film voor het eerst zag en vooral tijdens het derde bedrijf werd dat gevoel alleen maar sterker. In mijn herinnering was de film eigenlijk een beetje 'zoetelijk', maar dat gevoel is door deze restauratie helemaal verdwenen. Bij zo'n kleurrijke weergave wordt Der Rosenkavalier wat het is: een komedie en geen sentimenteel verhaaltje!

Muziekdrama
De uitvoering is welbekend en ik moet eerlijk zeggen dat ik deze Rosenkavalier van Karajan 'uit het theater' qua sfeer prefereer boven zijn veelgeprezen studio-opname uit 1956 met ten dele dezelfde bezetting. Toegegeven: in de studio ontplooide de dirigent meer orkestrale verfijning die door Legge ook meesterlijk werd vastgelegd, maar opera blijft 'muziekdrama' en dat aspect komt hier toch beter aan bod, zeker ook dankzij de Wiener Philharmoniker, die dit werk bij wijze van spreken ook zonder dirigent kunnen spoelen. Het grote verschil blijft dan de klank zelf, die natuurlijk bij EMI briljanter en vooral helderder was dan in de monaurale filmband.
(Hier is overigens een noot op zijn plaats. Toen Legge en Karajan in 1956 hun Rosenkavalier in Londen opnamen, stond de stereofonie nog in de kinderschoenen en Walter Legge geloofde er kennelijk ook niet echt in. De door EMI uitgebrachte stereoversie maakte hij 'omdat het commercieel moest', maar voor zijn eigen genoegen maakte hij een monoversie waar hij zijn hele hart in legde en gelukkig heeft EMI later ook die opname in een beperkte oplage op cd uitgebracht, en als ik eerlijk moet zijn: die versie klinkt beter! Maar dat terzijde.

Ideale bezetting
Over de solisten heb ik het al vaker gehad en met alle respect voor Christa Ludwig en Teresa Stich-Randall: het zijn vooral Sena Jurinac en Anneliese Rothenberger die deze uitvoering haar grote voorsprong verlenen! Met haar warme sopraan (geen mezzosopraan), haar licht androgyne uitstraling, haar affiniteit met Strauss' muziek en haar sterke uitstraling is Jurinac misschien wel de beste Octavian van de vorige eeuw en zij is zeker mijn favoriete zangeres voor die rol, overigens samen met Irmgard Seefried (een nog lichtere sopraan - wat zou ik Christine Schäfer graag in die rol horen!). Met Rothenberger blijft het probleem dat het moeilijk kiezen is tussen haar en Hilde Güden, en het feit dat haar populariteit in Wenen die van haar 'echt Weense' collega evenaarde, spreekt boekdelen. Door en door Weens is ook de Ochs van Otto Edelmann en zeker met het beeld erbij groeit hij naast Sena Jurinac's Octavian uit tot tweede grote ster van deze opname. Zijn spel is onweerstaanbaar, zijn gezicht spreekt boekdelen, maar het is toch vooral zijn frasering in een 'authentiek Weens' dialect dat hem boven al zijn latere collega's uit tilt. Deze Ochs blijft een olijke schuinsmarcheerder van goeden huize die nooit echt ordinair wordt. Knap!
De aanduiding 'Weens' past trouwens op de hele bezetting, die door en voor Karajan werd bijeengebracht als de beste die op dat moment te vinden was, en 'Weens' zijn zelfs de beide Italiaanse tenoren, Giuseppe Zampieri en Renato Ercolani, die een abonnement hadden op hun beider rollen in de Weense Staatsopera. En dan tot slot Elisabeth Schwarzkopf. Voor het grote publiek was zij ontegenzeglijk 'de' Marschallin van haar generatie, een zangeres die zowel de stem, het uiterlijk, de muzikaliteit en het tekstbegrip voor haar rol had. De keuze tussen haar en haar rivale Lisa Della Casa moet moeilijk zijn geweest en een voorkeur voor een van beiden is heel persoonlijk. Mij klinkt Schwarzkopf altijd net iets te gekunsteld, terwijl Della Casa in de muziek van Strauss een en al natuurlijkheid uitstraalt, ongeacht of het gaat om Arabella, Ariadne, de Vier letzte Lieder of - in dit geval - de Marschallin. Het zij zo. Maar dat Schwarzkopf met haar vertolking in deze film geschiedenis heeft geschreven, staat als een paar boven water en met haar spel erbij, is zij ook superb, vooral in de laatste akte. Ontroerend is het contrast tussen de manier waarop zij eerst door haar precieus geheven lorgnet Sophie bestudeert en daarna in minieme details duidelijk maakt dat zij een streep heeft gezet onder haar affaire met Octavian.

Een paar kanttekeningen
Bij dat alles is het jammer dat bij de restauratie geen beroep werd gedaan op iemand uit de muziekwereld. Die had een paar lelijke lassen in de geluidsband kunnen wegpoetsen, voor een logischer tracking kunnen zorgen en ook iets kunnen doen aan de irritante en veel te luide muzikale begeleiding van dvd-menu. Een ander merkwaardig detail in deze uitgave: de bekende foto van Schwarzkopf op de cover werd 'gefotoshopt' waardoor zij nu glimlachend de wereld in kijkt…

 
Schwarzkopf vóór het fotoshoppen (RCA-cover)   en erna... (Park Circus Blu-ray cover)

Ook de verdere verzorging van deze blu-ray-uitgave laat iets te wensen over. Zo is er geen boekje met een rolverdeling bij, laat staan met een toelichting, ondertitels zijn er alleen in het Engels (wel uitschakelbaar) en ook het doosje biedt weinig meer informatie dan de namen van Czinner, Karajan en de drie protagonisten. Zelfs Hartmann wordt niet genoemd en Rothenberger alleen in heel kleine lettertjes. Leuk is wel een kort extraatje op de disc, waarin we 64 seconden uit het origineel en uit de gerestaureerde versie kunnen vergelijken.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links