DVD-recensie Algehele triomf voor Lady Macbeth
© Paul Korenhof, januari 2007
|
Sjostakovitsj: Lady Macbeth van Mtsensk. Eva-Maria Westbroek (Katerina), Lani Poulson (Sonjetka),
Carole Wilson (Aksinja - Een gevangene), Christopher Ventris (Sergej ),
Ludovit Ludha (Zinovij), Valentin Jar (De onderwijzer), Alexandre
Kravets (Een verlopen boer), Nikita Storojev (Politiechef), Alexandre
Vassiliev (Pope - Wachter), Vladimir Vanajev (Boris - Oude gevangene),
e.a., Koor van De Nederlandse Opera, Koninklijk Concertgebouworkest Opus Arte OA 0965 D (2 dvd's) Bij voorbaat was al duidelijk dat de voorstelling van Lady Macbeth van Mtsensk door De Nederlandse Opera tijdens het Holland Festival 2006 door zowel critici als publiek met spanning tegemoet werd gezien. Niet alleen als de eerste opera die Mariss Jansons zou dirigeren in zijn functie als chef-dirigent van het KCO - en ook zijn eerste opera sinds zijn hartaanval tijdens een voorstelling van La Bohème in Oslo in de jaren negentig. Het betekende namelijk ook het debuut bij DNO van Eva-Maria Westbroek, die na een respectabele carrière in Duitsland haar vocale kwaliteiten al tijdens enkele ZaterdagMatinees had kunnen demonstreren, en het was de eerste productie in ons land van de omstreden Oostenrijkse regisseur Martin Kusej. Al toen het doek viel nadat de eerste twee bedrijven als in een sneltrein aan ons voorbij waren getrokken, was de uitkomst duidelijk. Nooit eerder maakte ik mee dat het premièrepubliek in Het Muziektheater de pauze inluidde met zo'n donderend applaus voor dirigent en orkest, en toen dat zelfs op dat moment al overging in een staande ovatie, was duidelijk dat solisten, koor en productie gelijkelijk in het algemene enthousiasme betrokken konden worden. Die euforie duurde voort, ook toen tijdens de laatste akte een lichte scheiding merkbaar werd tussen toneelbeeld en tekst. In deze enscenering, waarin het laatste bedrijf gesitueerd was in een 'gemengd' strafkamp, was immers onduidelijk waarom de wachten omgekocht zouden moeten worden als een man en een vrouw bij elkaar wilden komen. De grote ontdekking van de avond was wellicht dat virtuoos orkestspel van het hoogste niveau - want dat was toch wel het minste wat van het KCO gezegd kan worden - de partituur van Sjostakovitsj voorzag van een onvermoede transparantie, waarin Jansons menig dramatisch detail en zelfs momenten van melancholie hoorbaar kon maken. Daarnaast toonde hij een scherp oor voor het satirische element en op dat punt vond hij een waardige evenknie in regisseur Martin Kusej. Deze Lady Macbeth werd daardoor de schildering van een ware machtsstrijd tussen met seks en dood als de belangrijkste wapens, en Kusej liet in zijn enscenering niets aan de fantasie over. Zelden werd het theater zo'n ontluisterende arena waarin volledig de vloer werd aangeveegd met menselijke warden. Centraal in deze apocalyptische eindstrijd van man en vrouw stond Eva-Maria Westbroek, die met een onvoorstelbare inzet haar krachtige warme sopraan en haar hele fysieke aanwezigheid in de strijd gooide. Iedere vergelijking met voorgangsters viel bij deze vertolking volledig in het niet en het slotapplaus toen zij na haar totale ineenstorting tijdens de slotscène alleen op het toneel verscheen, sprak boekdelen. Haar minnaar Sergej vond in Christopher Ventris de in alle vulgariteit volmaakte vertolker, maar de scherpe karakterisering door de bas Anatoli Kotsjerga van haar door venijn en onderdrukte wellust bezeten schoonvader liep soms vast in een gewrongen vocalistiek. Bij latere voorstellingen werd hij dan ook - en op een uitstekende wijze - vervangen door Vladimir Vanejev, die tevens de oude gevangene in de laatste akte voor zijn rekening nam. In de overige rollen trad een keur aan solisten aan, van wie in ieder geval Lani Poulsen als een sonore Sonjetka en Carole Wilson als een aangrijpende Aksinja genoemd dienen te worden. En dan was er natuurlijk het Nederlands Operakoor, momenteel misschien wel het beste operakoor ter wereld, muzikaal op het hoogste niveau en daarnaast in staat tot onvergelijkelijke acteerprestaties. Het was de laatste productie van de scheidende koorleider Winfried Maczewski, die hiermee de kroon op zijn werk zette. Dat alles is nu in de huiskamer opnieuw te beleven dankzij een registratie die Opus Arte op eigen initiatief (en dus buiten de NPS om) tijdens de laatste voorstellingen gemaakt heeft. Dat moet geen gemakkelijke klus zijn geweest, maar het resultaat is in alle opzichten overweldigend, en de uitgave werd aangevuld met een speciale documentaire van Reiner Moritz met interviews waarin naast Jansons en Kusej ook enkele solisten aan het woord komen. Maar het belangrijkste is toch dat Jansons visie op deze fenomenale partituur nu voor iedereen toegankelijk is, in een klankbeeld waarin de ambiance van Het Muziektheater slechts een enkele maal ten koste van de directheid en de helderheid werkt. Afspelen via de versterker dus - in stereo of surround (ieder zijn smaak) - en daarna mag u zich afvragen of dit misschien toch de belangrijkste opera is die de twintigste eeuw heeft opgeleverd. index |