![]() DVD-recensie Actualisering 'over de top'
© Paul Korenhof, maart 2013
|
Rossini: Mosè in Egitto Riccardo Zanellato (Mosè), Alex Esposito (Faraone), Olga Senderskaya (Amaltea), Dmitry Korchak (Osiride), Sonia Ganassi (Elcia), Yijie Shi (Aronne), Enea Scala (Mambre), Chiara Amarù (Amenosi), Teatro Comunale di Bologna Opus Arte OA BD 7112 D (Blu-ray) Opname: Pesaro, 11-20 augustus 2011
Opera moet actueel zijn en iedere regisseur streeft daarbij ook nog naar orginaliteit. Wat zien we nu dus al twintig jaar? Zodra een opera zich ergens in het Midden-Oosten afspeelt, schotelen regisseurs ons een toneel voor met Palestijnen, joden, moslims, terroristen, keppeltjes, kaftans en alles wat er maar op lijkt, verlevendigd door prikkeldraad, bloed, kalasjnikovs, soldaten die willekeurige burgers in elkaar slaan en natuurlijk ook computers voor de digitale communicatie. Of de opera in kwestie Die Entführung aus dem Serail, Samson et Dalila of Nabucco heet doet daarbij niet ter zake, ook niet of er wel of geen sprake is van een politiek conflict. Zelfs Rossini's L'Italiana in Algeri en Il Turco in Italia moesten er al aan geloven. Kortom: de originaliteit viert hoogtij! Hoe een regisseur de actualisering van Rossini's Mosè in Egitto zal aanpakken, kan iedereen op basis van de synopsis bij voorbaat al invullen. Daarbij wordt het toneelbeeld in de 'joodse scènes' dan lekker opgefleurd met camera's, wassende huisvrouwen, gebedssymboliek en wat dies meer zij. Het slaat vaak nergens op, maar het staat 'actueel' en het beantwoordt bovendien aan het folkloristische idee van een rommelige stad in het Midden-Oosten, want dat is toch onze associatie met die regio: huizenblokken die rommelig, stoffig en smerig zijn, terwijl paleizen bestaan uit een kitscherige overdaad aan marmer, palmen, kroonluchters, rood fluweel en (blad)goud. Kortom: de clichés vieren eveneens hoogtij. Ook gewoon 'kijkkasttoneel' staat bij sommige zogenaamd moderne regisseurs nog steeds in een slechte reuk en dus wordt het heel 'eigentijds' en om de 'relevantie' te benadrukken door de denkbeeldige muur tussen toneel en publiek ook fysiek te slechten. Je kunt bijvoorbeeld acteurs of zangers door de zaal laten opkomen, maar je kunt ook figuranten in met bloed bevlekte kleding de zaal in sturen om het publiek op die manier met de ellende van de oorlog te confronteren. Alsof het publiek niet weet dat dat bloed theatrale nep is. Kortom: zelfs het verplichte engagement uit de jaren zeventig van de vorige eeuw viert bij deze regisseurs nog hoogtij. Basketbalstadion Archetype Tweede Napolitaanse versie De bezetting wordt aangevoerd door twee voortreffelijke Rossini-tenoren: de uiterst capabele Dmitry Korchak als Osiride, de zoon van de farao, en de veelbelovende jonge Chinese tenor Yijie Shi als Aronne (Aäron). Als Mosè (Mozes) overtuigt Riccardo Zanellato op de meer lyrische momenten, maar in andere scènes had ik graag een rondere bas met meer draagkracht gehoord. Iets dergelijks geldt ook voor Alex Esposito, die als Faraone iets te veel een slanke bas is, terwijl een ruige (bas)bariton beter in de rol past en ook meer effect had gemaakt in het duet met Osiride, naast het gebed van Mozes een van de mooiste momenten in deze partituur. De drie vrouwenrollen zijn betrouwbaar maar weinig opvallend bezet, waarbij opvalt dat voor de jonge Elcia (Anaide in de Franse versie) de keuze viel op de mezzosopraan Sonia Ganassi, terwijl Rossini de rol geschreven had voor zijn latere echtgenote Isabella Colbran. Nu wordt Colbran inderdaad soms omschreven als 'mezzosopraan', maar dan wel in de toenmalige betekenis van het woord: een zangeres met de hoogte van een gewone sopraan maar met een iets donkerder timbre, en dat is echt een ander soort stem dan onze huidige mezzosopraan, die bijna identiek is geworden aan de lichte alt. In de Philips-opname van deze versie werd Elcia terecht gezongen zong door June Anderson, een sopraan die uitblonk in de coloratuurrollen van Bellini en Donizetti, maar die ook op haar plaats was in andere 'Colbran-rollen' als Semiramide, Elena in La donna del lago en Anna in Maometto II. Voor de beeldregie was dit geen gemakkelijke productie, maar het resultaat mag gezien worden, al is het soms moeilijk een overzicht te krijgen. Technisch verder niets dan lof, zowel voor de blu-ray-weergave (1080/60) als voor het audiodeel (48kHz/24bit). Erg prettig was bovendien dat bij deze uitgave niet zo'n tegelijk lawaaiig en rommelig muziekje onder de menubeelden is gezet. index |