DVD-recensie

 

© Paul Korenhof, november 2023

 

Moesorgski: Boris Godoenov (eerste versie)

Bryn Terfel (Boris), John Graham Hall (Sjoejski), Ain Anger (Pimen), David Butt Philip (Grigori), Rebecca De Pont Davies (Herbergierster), John Tomlinson (Varlaam), Harry Nicoll (Missaïl), Vlada Borovko (Xenia), Sarah Pring (Voedster), Ben Knight (Fjodor), Kostas Smoriginas (Sjtsjelkalov), James Platt (Grenswacht)Andrew Tortise (Joerodivi) e.a.
Royal Opera House Covent Garden
Dirigent: Antonio Pappano
Regie: Richard Jones
Decors: Miriam Buether
Kostuums: Nicky Gillibrand
Opus Arte OA OABD7314D (BD)
Opname: Londen, 21 maart 2016

 

Eigenlijk had ik er niet bij hoeven zetten dat dit een opname is van de 'eerste versie', want iedere uitvoering is er tegenwoordig een van de eerste versie, vaak (zoals hier) modieus aangeduid als 'original version', en daar zet ik een vraagteken bij. De enige overduidelijk 'niet originele' versie is de bewerking van Rimski-Korsakov, die de uitgebreide versie van Boris Godoenov niet alleen praktisch uitvoerbaar heeft gemaakt, maar die - vooral met het oog op uitvoeringen in Moskou met Sjaljapin in 1898 - er bewust naar gestreefd heeft de muziek minder 'rauw' en 'melodischer' te maken.

Kennelijk zijn voor velen Moesorgski's eigen latere versies echter evenmin 'origineel'. Als we voorbijgaan aan de partituur die door Sjostakovitsj met aanmerkelijk meer respect werd samengesteld, zijn er in ieder geval twee pogingen gedaan om nóg dichter bij Moesorgski's 'eigen stem' te komen, eerst door Pavel Lamm (1928) en vervolgens door David Lloyd-Jones, wiens editie in 1975 door de Oxford University Press werd uitgebracht en waarvan in 1977 bij EMI de eerste opname verscheen. Of wordt hier 'artistiek belang' gesuggereerd, terwijl het erop neerkomt dat de eerste versie (korter, geen ballet, minder solisten, minder decors en veel minder kostuums) een stuk goedkoper is en daarmee operadirecties beter uitkomt?

De eerste versie is een meesterwerk, absoluut, maar ik begrijp niet waarom dat een reden zou zijn de latere versie met de Poolse akte, de scène in het woud van Kromy en enkele andere toevoegingen niet meer uit te voeren. Ik heb beide versies regelmatig gezien, en hoewel de eerste door haar compactheid en haar sterke focus dramaturgisch inderdaad sterker is, gaan mijn beste herinneringen toch uit naar twee producties van de uitgebreide versie, beide op basis van de originele partituur. Onvergetelijk en kleurrijke opera op zijn best blijft de filmische productie die Andrej Tarkovski ontwierp voor voorstellingen in Covent Garden onder Claudio Abbado in 1983, en die in 1990 (inclusief de titelrol van Robert Lloyd) door Valeri Gergiev werd overgenomen in het Marijinski Theater.

Zo mogelijk nog indrukwekkender was de actualisering door Herbert Wernicke voor de Salzburger Festspiele 1994, wederom gedirigeerd door Abbado en in de jaren erna door (wederom) Gergiev. Die productie, die ondubbelzinnig een parallel trok tussen de autoritaire en meedogenloze tsaren en latere Russische machthebbers, was tegelijk soberder en overweldigender dan die van Tarkovski, en blonk daarbij uit door een strakke, zeer moderne personenregie. De gladde, sterk gestileerde Sjoejski van Philip Langridge in Salzburg, met paraplu en hoed het summum van de schijnbaar onderdanige maar volledig ongrijpbare ambtenaar, is nog altijd een van de fascinerendste creaties die ik ooit in een opera gezien heb.

Helaas zijn beide producties wel bewaard gebleven, maar voor de operaliefhebber inmiddels ontoegankelijk. De eerste werd voor laserdisc opgenomen door Philips (en uitgebracht door Decca), was vervolgens even op dvd in de handel maar is helaas met het Philips-label van het toneel verdwenen. De tweede werd voor televisie opgenomen en was onder meer te zien op Mezzo, maar is helaas nooit officieel in de handel gekomen, zodat we het moeten stellen met (privé) op dvd overgezette kopieën van videobanden.

De nu uitgebrachte dvd toont een geheel ander soort productie, niet alleen door de keuze van de beknopte eerste versie, maar ook visueel. Het is een voorstelling uit 2016 in Covent Garden in de van Richard Jones bekende, aan stripverhalen herinnerende beeldtaal waarbij het toneelbeeld van Miriam Buether naadloos aansluit. Met heldere, bijna artificieel aandoende kleuren verdeelde zij het toneel in twee delen, beide met een gestileerd-Russische uitstraling. Op het toneel speelt zich in overwegend donkere kleuren de handeling zelf af en daarboven bevindt zich een helder verlichte galerij met meer illustratieve beelden.

Visueel leidmotief is een kleurige (anachronistische) bromtol die al vóór de voorstelling op een voordoek te zien is. Vervolgens zien we meteen in het begin op de bovengalerij hoe een kind met een poppenhoofd en een bromtol, door drie gemaskerden wordt vermoord, een scène die in de loop van de opera diverse malen zal terugkeren. Jones knoopt daarmee aan bij de laatste woorden van Sjoejski als hij in de opera een ooggetuigeverslag geeft van de moord op de jonge tsarevitsj: 'Het zag eruit alsof hij in zijn wiegje heel rustig sliep, de armpjes gevouwen en in zijn rechterhand een kinderspeelgoedje' (vertaling Raya Lichansky).

De expressieve kostumering van Nicky Gillibrand combineert folkloristische, moderne en tijdloze elementen, en is daarbij over het algemeen aan de sobere kant. Behalve in de overdadiger aangeklede kroningscène ligt de nadruk in het toneelbeeld vooral op de menselijke aspecten, culminerend in de sterfscène van een verwilderde Boris met wilde grijze manen, blootsvoets en gekleed in een wijde mantel van schapehuiden. In overeenstemming daarmee is de natuurlijke acteerstijl waarin alle personages als sterk omlijnde karakters naar voren komen; een uitzondering daarop vormt het koor dat meer in groepen dan individueel lijkt te acteren, en dat in aankleding dermate vaag, soms zelfs stuntelig overkomt, dat het lijkt of Jones hier het groepsmatig slaafse van massagedrag wil tekenen.

Centraal bij dat alles staat een uitermate sterk vetolkte titelrol van Bryn Terfel, culminerend in een aangrijpende maar nooit overmatig geacteerde sterfscène. Bij het vocale aspect kunnen echter kanttekeningen worden geplaatst. Zo lijkt het of hij tijdens de kroningscène nog niet helemaal op dreef is, iets waarvan later tijdens de kamerscène overigens niets meer te merken is.

Wel dient gezegd dat zijn stem, meer een bariton dan een basbariton, een wat 'lichte' Boris oplevert. Op zich is een bariton in deze rol niet uniek, zoals blijkt uit meerdere opnamen van George London, die er zelfs in Moskou triomfen mee vierde, maar zijn timbre was wel wat ruiger dan dat van Terfel. Een 'echte' Boris-stem was voor mij die van John Tomlinson die de rol ook bij DNO zong. Hier horen we deze Britse basbariton in de slotfase van zijn carrière als een kapitale Varlaam die met zijn nog altijd krachtige stem en zijn tot in de details beheerste acteren zo ongeveer iedereen van het toneel speelt. Gelukkig is Terfel zo verstandig zich hier niet aan te spiegelen en uitsluitend met zijn 'eigen stem' te zingen.

Met zijn meer gepolijste bas is Ain Anger een Pimen die uitstekend contrasteert met Terfel en Tomlinson, terwijl John Graham Hall ondanks zijn wat ingehouden zang van Sjoejski een juweel van een karakterrol maakt. Alle overige rollen zijn trouwens eveneens uitstekend bezet en groeien in de regie van Jones stuk voor stuk uit tot geciseleerde karaktertjes, met voorop drie andere tenorrollen: de Joerodivi van Andrew Tortise, de Grigori van David Butt Philip en de Missaïl van Harry Nicoll.

Antonio Pappano laat bij dat alles het orkestrale aandeel uitgroeien tot een veelkleurig, fraai afgewerkt klanktapijt, maar de klank had iets prominenter (en van mij ook iets rauwer) mogen zijn. Dat geldt eveneens voor het koor en omdat ik de voorstelling niet heb bijgewoond, weet ik niet of dat laatste een kwestie is van interpretatie of een gevolg van de opname en wellicht ook het decor. Daarbij komt de cameraregie in de koorscènes soms wat rommelig over, vooral tijdens het slottafereel.

In het summiere tekstboekje vinden we zowaar weer een scène-indeling die overeenkomst met de track-indeling, maar ook weer een rolverdeling met piepkleine donkergroene lettertjes op een zwarte ondergrond waarin datzelfde groen verwerkt is. Heel handig!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links