![]() DVD-recensie © Paul Korenhof, december 2012
|
Ligeti: Le Grand Macabre Chris Merritt (Piet the Pot), Inés Moraleda (Amando),
Ana Puche (Amanda), Werner Van Mechelen Nekrotzar), Frode Olsen (Astradamors), Ning Liang (Mescalina),
Barbara Hannigan (Venus, Gepopo), Brian Asawa
(Prince Go-Go), Francisco Vas (White Minister),
Simon Butteriss (Black Minister), Gabriel Diap (Ruffiak), Miquel Rosales (Schabiack), Ramon Grau (Schabernack), koor en orkest van het Teatro del Liceu Arthaus Musik 108 058 (Blu-ray) Opname: Barcelona, november 2011 Onder het motto 'music to watch' wordt op de voorlaatste pagina van het boekje bij deze uitgave propaganda gemaakt voor het assortiment aan dvd's en bd's. Die 'slogan' lijkt heel logisch, maar het absurde is dat bij deze meest absurdistische aller opera's het medium het overweldigende toneelbeeld van La Fura dels Baus naar het tweede plan schuift en de solisten weer helemaal tot hun recht laat komen. Voor hun toneelbeelden ontwerpt het Catalaanse collectief La Fura dels Baus bij voorkeur grootse en technisch geavanceerde constructies die door hun omvang soms over het traditionele speelvlak heen gaan en waaraan projecties en lichteffecten nog grotere dimensies schijnen te verlenen. Reeds enkele malen, onder meer bij hun visie op Der Ring des Nibelungen in Valencia, moest ik echter ook constateren dat de solisten binnen dit geheel snel marionetten dreigen te worden, weinig meer dan elementen binnen het toneelbeeld als geheel. Bij deze productie van Le Grand Macabre van György Ligeti, die in 2009 in de Munt in première ging en kort daarop ook in de English National Opera in Londen te zien was, wordt dit stramien op twee manieren doorbroken. Niet alleen verleidde het absurdistische libretto La Fura des Baus tot een speelse en niet minder absurdistische aanpak, doorspekt met een lichtvoetige humor. Dat alles neemt niet weg dat de voorstellingen beheerst werden door een gigantisch decor, beginnend als een vrouwenlichaam dat op uiteenlopende manieren 'functioneel' werd gemaakt, en dat visueel weer zo overheersend was, dat het belang van het solistische aandeel erdoor gereduceerd dreigde te worden. En dan komt de paradox: juist bij deze uitgave voor huiskamerdimensies wordt de 'muziek om naar te kijken' opeens veel meer 'muziek om naar te luisteren'. Juist omdat de camera zich bij deze absurdistische komedie nadrukkelijk op de solisten moet concentreren, valt het decor op het beeldscherm min of meer weg. Driekwart van de tijd valt het zelfs letterlijk 'buiten beeld' en ik durf bijna te stellen dat eenieder die primair geïnteresseerd is in het door de zangers uitgebeelde verhaal, beter af is met de dvd of blu-raydisc dan met een veel duurder plaatskaartje voor een voorstelling in het theater. Dat wil overigens niet zeggen dat alle solistische prestaties van het hoogste niveau zijn. Chris Merritt klinkt wat schorrig, bijna baritonaal, als Piet the Pot (voor deze voorstelling werd gebruik gemaakt van de laatste, in het Engels gezongen versie van het werk), terwijl de Nekrotzar van Werner Van Mechelen minder scherp omlijst is dan ik me bij absurdistisch theater zou wensen. Daar staan echter uitstekende vertolkingen tegenover van onder anderen Brian Asawa als Prince Go-Go, Ning Liang als Mescalina en zowel Francisco Vas als Simon Butteriss als de White Minister en de Black Minister. De erepalm wordt echter weggedragen door Barbara Hannigan, die eerst een perfect gezongen etherische Venus neerzet en vervolgens met haar vocale en theatrale virtuositeit van de politiechef Gepopo een onweerstaanbaar komisch hoogtepunt maakt. index |