DVD-recensie Der Freischütz als 'filmopera'
© Paul Korenhof, november 2013
|
Als één opera theatraal verouderd kan overkomen, geldt dat wel voor Der Freischütz. Weber's romantische opera is immers niet alleen het eerste volwassen 'Duitse' muziekdrama en de muzikale wegbereider voor Wagner, met een programmatisch opgebouwde ouverture die vooruitwijst naar de ouvertures voor Der fliegende Holländer en Tannhäuser. Dramatisch staat het werk met twee benen in zowel de 'Naturromantik' die wij zo goed kennen van de schilderijen van Caspar David Friedrich en zijn tijdgenoten, als in de Duitse 'Schauerromantik' met op de parallelweg de sprookjesverzameling van de gebroeders Grimm, die in de originele versie beslist geen lectuur vormt voor kleine kinderen. Hoe knap en bij vlagen fascinerend Weber dat alles ook op muziek heeft gezet, sommige folkloristische scènes, de melodramatiek (letterlijk en figuurlijk) van de Wolfsschlucht en de sterk moraliserende slotscène laten zich in deze tijd niet meer zo makkelijk op het toneel zetten, terwijl inhoud en structuur van dien aard zijn, dat een moderne regisseur er niet zo makkelijk een aanvaardbare eigen draai aan kan geven. Sommigen kwamen een heel eind, onder meer Hans Neuenfels in zijn Hamburger enscenering (op dvd verkrijgbaar), maar na de eerste verrassing wordt het toch vaak meer een geslaagde gimmick dan overtuigend muziekdrama. De Duitse regisseur Jens Neubert heeft de oplossing gezocht in wat hij zelf aanduidt als een 'filmopera', die anders dan een 'operafilm' geen pure verfilming van de opera is, maar een film waarbij het libretto als uitgangspunt diende. Al kijkend had ik iets van 'what's in a name?', maar het resultaat is beslist de moeite waard, al was het maar omdat wij in films toch dramavormen accepteren die in het huidige theater onaanvaardbaar geworden zijn. Als naam voor zijn film greep Neubert overigens terug op de oorspronkelijke naam van het libretto, Die Jägerbraut, maar vooral op grond van de praktische overweging dat het woord 'Freischütz' vrijwel onvertaalbaar is en daardoor internationaal minder geschikt als filmtitel. Bij zijn niet echt ingrijpende bewerking van het verhaal, waarbij een poppenspeler een - mijns inziens overbodige - inleiding geeft, heeft Neubert heeft het 'gothische' element dat hij in het libretto van Johann Friedrich Kind vond, dankbaar uitvergroot. Verder heeft hij de naïeve folklore van vooral het eerste bedrijf gereduceerd door het verhaal te verplaatsen naar de tijd van de napoleontische veldtochten, waarbij Kuno en zijn houtvesters een militair regiment worden dat wij tijdens de ouverture op het slagveld aan zien. Heel knap is de manier waarop de gebruikelijke nadelen van een 'operafilm' eveneens geminimaliseerd werden. Het door Daniel Harding voortreffelijk geleide London Symphony Orchestra klinkt naar mijn smaak net een fractie te veel op de achtergrond, en ook een beetje dof, maar de zang is natuurlijker dan ooit in het geheel geïntegreerd, zowel in de synchronisatie als in verhouding tot de gesproken dialogen. Voor dit project werd overigens een uitstekende bezetting bijeengebracht, waarbij opvalt dat de solisten die zonder uitzondering hun rol zelf spelen, ook stuk voor stuk uitstekend verstaanbaar zijn. Kom daar in het tegenwoordige operatheater maar eens om! De erepalm gaat in alle opzichten naar de sopraan Juliane Banse, die het meisjesachtige en het vrouwelijk van haar rol uitstekend weet te combineren en die zowel vocaal als in haar spel haar toch wat moeilijke rol uitstekend neerzet. Heel overtuigend is ook de Ännchen van de jonge Regula Mühlemann, een warme zij het ietwat monochrome lyrische sopraan en minder het speelse soubrettetype dat we in deze rol gewend zijn. 'Filmopera' of 'operafilm', ondanks enkele kanttekeningen is dit eindelijk weer eens een geslaagde poging om twee schijnbaar onverenigbare media met elkaar te verbinden. Jammer is wel dat de muziek ook hier weer enkele malen ondergeschikt is aan de filmbeelden. Zo wordt die schitterende ouverture soms bijna volledig overstemd door krijgsrumoer en het geluid bij andere beelden, en later wordt nu en dan dat het volume van de muziek opeens veranderd omdat de camera zich van 'de scène' of die juist nadert. Juist voor de echte operaliefhebber die zich verheugt eindelijk weer eens Der Freischütz te kunnen zien, kan dit op den duur een kleine ergernis worden. Ik blijf herhalen: een echte operaliefhebber zal na de eerste keren een dvd toch vooral opzetten om te luisteren en niet meer om te kijken. index |
|