|
DVD-recensie
© Paul Korenhof, november 2021
|
Gounod: Faust
Michael Fabiano (Faust), Irina Lungu (Marguerite), Erwin Schrott (Méphistophélès), Stéphane Degout (Valentin), Marta Fontanals-Simmons (Siébel), Carole Wilson (Dame Martha Schwertlein), German Alcantara (Wagner)
Royal Opera Covent Garden
Dirigent: Dan Ettinger
Regie: David McVicar
Decor: Charles Edwards
Kostuums: Brigitte Reiffenstuel
Opus Arte OABD7285D (BD)
Opname: Londen, 18 & 30 april 2019
|
|
|
Elf jaar geleden besprak ik de dvd-registratie uit 2004 van een muzikaal voortreffelijke Faust uit Covent Garden onder leiding van Antonio Pappano in de (toen) nieuwe productie van David McVicar. Bij die gelegenheid ging ik - behalve natuurlijk op de uitvoering met Bryn Terfel, Roberto Alagna en Angela Gheorghiu - dieper in op zowel het werk zelf als de productie. De onderhavige Blu-ray disc toont ons op enkele minieme verschillen na dezelfde productie en daarom verwijs ik voor meer informatie over Gounod's opera en voor meer details over de enscenering naar die eerdere bespreking (klik hier).
Verder is het natuurlijk fijn de voorstelling nu op een Blu-ray schijf te hebben met een nog scherper beeld en nog iets meer diepte in het geluid dan in de EMI-uitgave uit 2010. Laten we alleen eerlijk zijn: het klankverschil zal op de meeste installaties niet eens hoorbaar zijn en als ik een voorstelling twee keer gezien heb, weet ik het wel. Verder draait het echt om de uitvoering en op dat punt prefereer ik toch de vorige versie. In dit geval leidt dat tot de conclusie dat deze uitgave min of meer overbodig is en ik vraag me af in hoeverre dat economisch verantwoord is. (Overigens is de dvd uit 2010 momenteel voor de helft van de prijs op intenet te vinden.)
Mefisto, een rol die Gounod schreef voor basse-chantante, een donkere, kernachtige bariton die bovendien een grote dosis vocale élégance moet meebrengen, werd in 2004 vrijwel ideaal vertolkt door Bryn Terfel, ondanks het feit dat - zoals hij mij vertelde - de tessitura hem niet helemaal lag. Vocaal was hij voor mij de beste niet-Franse vertolker van die rol die ik ooit gehoord had en de combinatie van bonhommie, humor, ironie en sarcasme in zijn vertolking was zonder meer weergaloos.
Erwin Schrott haalt het daar niet bij. De stem is goed (zwarte bassen als Christoff en Ghiaurov waren misbezettingen), maar mist kleuren en een volle laagte, wat iets anders is dan de 'zwarte' laagte van een zanger als Ghiaurov. Zijn Frans is in de loop der jaren iets beter geworden, maar klinkt nog steeds niet altijd idiomatisch, vooral doordat hij de feeling mist voor de Franse klinkerlengte.
Dat laatste blijkt al in zijn eerste zin: in 'N'est-ce pas un surprise?' moet de 'i' echt langer klinken, maar zoals Schrott het hier zingt, doet het mij denken aan een surprise op een Hollandse pakjesavond. Maar mijn grootste bezwaar geldt een vertolking zonder diepte en persoonlijkheid, die je vergeet zodra hij uit beeld loopt. Meer dan eens doet hij qua uiterlijk even denken aan Ruggero Raimondi, maar diens persoonlijkheid is ver te zoeken.
De titelrol van Michael Fabiano voldoet aanmerkelijk beter. Ook zijn Frans is niet altijd idiomatisch, maar hij heeft iets van de lyriek van Alfredo Kraus, het timbre van Benjamin Bernheim en de flair van Roberto Alagna. Dat ik de laatste prefereer heeft vooral te maken met het naturel van de Frans-Siciliaanse tenor, bij wie spel, zang en tekstbehandeling zozeer een geheel vormden, dat zij elkaar versterkten, terwijl ik bij Fabiano toch meer een tenor zie die een (goede) rol speelt.
Heel mooi is de Marguerite van Irina Lungu, die wij in 2014 ook in die rol zagen bij DNO in een productie van Alex Ollé die de plank volledig mis sloeg. Gheorghiu had in 2004 meer vocale klasse, maar Lungu komt natuurlijker over, meer als het onschuldige, bijna wereldvreemde jonge meisje, en juist daarom heb ik nu nog meer moeite met de 'vondst' van McVicar om haar als serveerster in een bar te laten optreden. Zoals ik in mijn eerdere bespreking al aangaf, berooft dit het karakter van Marguerite van een essentieel element.
In een recensie elders op internet werd overigens gesteld dat de uitvoering geheel compleet was (" alles wat Leo Riemens over de opera schrijft, heb ik langs zien komen"), maar ook hier ontbreekt weer Marguerite's aria 'Il ne vient pas' met de hele door Riemens beschreven scène met het spinnewiel en dus ook de aria 'Si le bonheur' van Siébel. (Van de door dezelfde recensent gesignaleerde cancan-danseressen in de eerste scène van Marguerite heb ik trouwens niet veel gezien. Danseressen? Ja, maar cancan?)
Vreemd genoeg klinkt de Valentin van Stéphane Degout wat houterig, minder met de souplesse dan ik van deze Franse bariton zou verwachten. Daartegenover staan een leuke karakterrol van Carole Wilson als Marthe Schwertlein (jammer dat Schrott zijn scène met haar zo weinig ironische humor meegeeft) en een fraai gezongen Siébel van de mij nog onbekende Spaans-Engelse mezzosopraan Marta Fontanals-Simmons.
Inderdaad. weer een mezzosopraan en geen lichte 'Franse' sopraan in de traditie van Liliane Berton. Het is als met Cherubino, Hänsel, Octavian en de Komponist: voor een 'Hosenrolle' wordt tegenwoordig meteen een mezzosopraan gezocht omdat die 'mannelijker' zou klinken. Onzin natuurlijk, en afgezien daarvan: waarom altijd maar aandacht besteden aan 'authenticiteit' en 'wat de componist wil', maar niet op dit punt?
Onder de gedegen leiding van Dan Ettinger geven koor en orkest de partituur het volle pond en met een prachtig HD-beeld en een geluidskwaliteit die LDC-24 bits en 5.1 DTS-HD combineert (2.3 Mb), is ook technisch op deze uitgave niets aan te merken. Het bijgeleverde boekje (een groot woord voor 16 kleine pagina's, grotendeels gevuld met foto's) bevat behalve de rolverdeling en feitelijke informatie slechts een korte toelichting en een dito synopsis. Van een handige tracklijst met timings is weer geen sprake.
|
|