![]() Dirigenten Jevgeni
Svetlanov (1928 ~ 2002)
© Gerard Scheltens, oktober 2007
|
|||||||||||||
"Ik mag hopen dat ik niet het lot zal delen van mijn collega's die gedwongen waren te emigreren": de noodkreet van een dirigent die aan de dijk was gezet door een decreet van de Russische minister van cultuur. Wanneer werd dit geschreven? In de Sovjetperiode, toen Dmitri Sjostakovitsj vreesde voor zijn leven, toen Solsjenytsin, Kondrashin, Rostropovitsj, Visjnevskaja en vele anderen hun heil moesten zoeken in het buitenland? Kunstenaars die voor de apparatsjiki golden als landverraders omdat zij zich vrij wilden kunnen uiten? Nee dus. De brief, getiteld »Hoe ik uit Rusland verjaagd werd in tijden van democratie en glasnost«, dateert uit het jaar 2000 en was gericht aan 'tsaar' Vladimir Poetin, de huidige Russische president, lang nadat de Sovjets aan de kant waren geschoven. De auteur van het verbitterde epistel was Jevgeni Svetlanov, die meer dan veertig jaar voor het Staatssymfonieorkest had gestaan en wiens carrière nu naargeestig eindigde. Ook bij andere Russische orkesten was hij niet meer welkom. Toen hij kort daarna, in mei 2002 stierf, prees Poetin hem als 'één van de laatste giganten van de Russische cultuur'... Vanwaar deze tragische afloop van een glanzende carrière? Svetlanov zelf vermoedde een van bovenaf aangestuurd complot, maar een orkest kan na lange jaren uitgekeken raken op zijn dirigent, vooral als die autocratische trekken heeft en over weinig sociale vaardigheden beschikt. De tijden waren veranderd. Ook Svetlanovs prestige-orkest werd onderworpen aan de tucht van de markt. Musici die hij jarenlang had kunnen kneden, maakten gebruik van de nieuwe vrijheid. Zij liepen over naar orkesten die met westerse dollars werden gefinancierd of vertrokken naar het buitenland. Het werd steeds moeilijker om de hoge standaard te handhaven waarom het Staatssymfonieorkest beroemd was. Svetlanov had het er moeilijk mee, maar ook hij combineerde het werk in Rusland met lucratieve buitenlandse contracten. Zo leidde hij 'ons' Residentie Orkest van 1992 tot 1999. Met veel succes: ik koester de herinnering aan diverse Mahlers, een gedenkwaardige Alpensinfonie van Richard Strauss, een heel mooie Psyché van César Franck. Hij opende veel Haagse oren voor onbekende Russische muziek met fantastische uitvoeringen van Tanejevs Vierde symfonie en de Vijfentwintigste van Miaskovski. Met zijn wat boerse kop bracht hij een enorm fluïdum over op de musici. Toch was hij niet helemaal de dirigent die het orkest verwachtte. Daarvoor was de stugge maestro te weinig communicatief. Hij wilde niet beleefd handen schudden met de geldschieters. Hij voer liever met zijn werphengel het Scheveningse zeegat uit. Svetlanovs ouders waren zangers in het Bolsjoi Theater en zo stond kleine Jevgeni al vroeg op de planken als het kind van Cio-Cio-San in Puccini's Madama Butterfly. Zijn mentor als dirigent was Aleksandr Gauk, de oprichter van het Staatssymfonieorkest. Ook zijn pianodocent Heinrich Neuhaus had hoge verwachtingen van hem, maar de dirigeerstok trok meer, al heeft Svetlanov ook mooie kamermuziekopnamen gemaakt. In 1955 werd hij assistent-dirigent bij het Bolsjoi. De topdiva van het Bolsjoi, Galina Visjnevskaja, beschrijft in haar
memoires hoe Svetlanov ('een lompe, onredelijke man') chef-dirigent
werd nadat Aleksandr Melik-Pasjajev in ongenade was geraakt. Zij noemde
hem een 'jong dictatortje dat de macht met twee handen had aangegrepen'.
Svetlanov heeft nooit last ondervonden van het Sovjetregime dat zoveel
anderen het werken onmogelijk heeft gemaakt. Integendeel, er zijn
momenten aan te wijzen waarop hij dankbaar profiteerde van de excommunicatie
van anderen. Toen Aleksandr Melik-Pasjajev in ongenade viel wegens
een voorzichtig geformuleerd democratiseringsvoorstel bij het Bolsjoi
Theater, nam Svetlanov dien positie als chef-dirigent maar al te graag
over.
Inderdaad is hem nooit veel in de weg gelegd als het ging om artistieke
keuzes. Hij werd algemeen geacht als leidende Russiche dirigent. Zijn
autoriteit was zo groot dat hij ook muziek heeft gedirigeerd waarmee
anderen minder gemakkelijk weg kwamen, zoals de muziek op joodse thema's
van Sjostakovitsj, wiens zoon Maksim in 1966 zijn assistent werd.
Hij was zo bezeten van muziek dat hij daarbuiten nauwelijks interesses
had, zeker niet voor politiek. Hij had geen tijd voor kritiek op het
regime. De keerzijde van de medaille was dat geen voormalige dissident
of balling hem steunde toen hij ten slotte zijn eigen orkest verloor.
Hij kreeg gewoon een koekje van eigen deeg, vonden ze. Leedvermaak
is menselijk... Geen enkele andere Russische dirigent heeft zoveel opnamen gemaakt.
Eén van zijn grote prestaties is de 'Anthologie van de Russische
symfonische muziek', waarin niet alleen Tsjaikovski, Borodin, Rimski
en Skrjabin een prominente rol speelden, maar ook Tanejev, Kalinnikov,
Arenski, Ljadov, Liapoenov en vele anderen. Als enige dirigent durfde
hij het aan alle 27 symfonieën van Miaskovski op te nemen, een
project waaraan hij bijna failliet ging toen geen platenmaatschappij
bereid bleek ze uit te brengen. Hij financierde dat toen maar zelf
via het label Russian Disc. Jarenlang stond zijn Moskouse flat vol
met de 16-cd-boxen. Via een Amerikaanse internethandelaar kwamen ze
uiteindelijk terecht bij liefhebbers zoals ik...
Svetlanov editie Levensloop Tot nu toe beluisterd (Svetlanov-editie): Reeds verschenen, o.a.: Rachmaninov; Symfonieën 1-3, De rots, Het dodeneiland.
index | |||||||||||||