Dirigenten Een gedreven klankpolijster: Mariss Jansons (1943 ~ 2019)
© Aart van der Wal, 2 december 2019
|
||
Mariss Jansons overleed gisteren in zijn woonplaats Sint-Petersburg als gevolg van hartfalen. Volgens Jan Raes (hij vertrekt deze maand als algemeen directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest) was het een vredig einde na een welbestede dag. U begrijpt het, het zal in deze dagen bijkans regenen van de necrologieën en de vele wapenfeiten die de belangrijke rol van Jansons in het muziekleven markeren. U zult het allemaal kunnen lezen in de dagbladpers, maar ook op de sociale media. Maar hopelijk worden daaraan nog persoonlijke herinneringen toegevoegd, want die zijn vaak juist het meest sprekend. Bernard Haitink zei het eens, naar aanleiding van een aanvraag voor een interview: "Als je mij echt wilt leren kennen moet je naar mijn concerten komen. Ik dirigeer liever muziek dan dat ik erover praat. Terwijl het toch primair om de muziek moet gaan." Die uitspraak schoot me gisteren in gedachten, toen ik erover nadacht wel of niet een uitgebreide necrologie aan deze op 76-jarige leeftijd overleden topdirigent (want dat was hij ontegenzeglijk) te wijden. Ik besloot het niet te doen. Want die persoonlijke herinneringen aan Jansons, die heb ik niet. En dan te bedenken dat mijn vraaggesprek met Mariss Jansons alweer lang geleden wel degelijk aanstaande was. De voorgestelde plaats van handeling: het Amsterdamse Okura Hotel. Ik kan de geplande datum niet meer zo precies herinneren, maar het moet ergens in 2015 zijn geweest. Tot er onverwacht het bericht kwam dat Mariss 'noodgedwongen' ervan moest afzien wegens 'ernstige gezondheidsproblemen'. Het bleek alras: zijn hart wilde niet meer. Volgens sommigen tegen de verwachting in bracht de chirurgische ingreep meer dan alleen verlichting en zelf voelde hij zich naar zeggen al vrij spoedig daarna als herboren. Zozeer zelfs dat hij spijt had dat hij door zijn toen wankele gezondheid zijn positie van chef-dirigent bij het Concertgebouworkest had opgegeven. Maar gedane zaken namen geen keer: zijn opvolger, Daniele Gatti, stond al in de coulissen te trappelen. Jansons had spijt, maar ik ook en eveneens achteraf. Dat geplande interview had een vervolg kunnen krijgen, maar na de aankondiging dat Jansons bij het Concertgebouworkest zou stoppen, heb ik niet doorgezet. Als ik het wel had gedaan had ik mijn persoonlijke herinneringen aan het In Memoriam kunnen toevoegen. Haitinks uitspraak houdt evenwel zijn geldigheid: Jansons als mens mag dan buiten mijn horizon vallen, dat geldt uiteraard niet voor zijn dirigeercapaciteiten. Op onze site is een groot aantal (live)opnamen onder zijn leiding besproken. Niet allemaal positief (hij was in mijn oren toch vooral een gedreven polijster van de orkestklank en hij had weinig op met moderne en eigentijdse muziek), maar wel degelijk een uitermate belangrijke figuur in het muziekleven. Het hart is de metaforische bron van de liefde, maar vaak ook de realistische bron van de dood. Dat laatste heeft ook menige musicus moeten ervaren. Ik denk daarbij op dit moment in het bijzonder ook aan de vader van Mariss, Arvids, aan de violist David Oistrakh en aan de dirigent Kirill Kondrashin. index |
||