![]() Componisten/werken Allan Pettersson: drama in optima forma
© Gerard Scheltens, oktober 2007
|
|||||
"Wat zijn wij aan het doen, meneer Pettersson?" Verbaasd
keek de zaalzuster naar haar doodzieke patiënt. Op de verbanden
waarmee hij was ingesnoerd waren notenbalken en allerlei onbegrijpelijke
figuurtjes gekrabbeld. Hij was bezig aan zijn Tiende en Elfde
symfonie. Creativiteit laat zich nu eenmaal niet aan banden leggen... Zijn ambities gingen verder. Opnieuw trok hij naar Parijs, nu
voor compositielessen bij Milhaud en Honegger, die geen spoor
in zijn eigen werk hebben nagelaten, en vooral bij René
Leibowitz, die hem de beginselen van de twaalftoonstechniek bijbracht.
Hij wilde er niets van weten: later zei hij met afgrijzen dat
het 'overal wemelde van Weberns chromosomen'. De overlevering
wil, dat hij zijn 2de symfonie achter Leibowitz' rug om componeerde.
Daarvoor verstopte hij zich in de kelder van de Zweedse kerk in
Parijs.
Onbegrepen Dat zo'n geïsoleerde, doodzieke, onbegrepen figuur niet
soepel in de omgang was, laat zich raden. Toen Gennadi Rozjdestvenski
(toch niet de minste dirigent) in 1975 stopte met het instuderen
van de 7de symfonie, omdat hij er geen raad mee wist, verbood
Pettersson het Stockholms Philharmonisch Orkest 'ooit nog iets'
van hem te spelen. Al hief hij die banvloek later op, de verstandhouding
met zijn oude orkest was voorgoed bedorven. Typerend voor hem,
maar niet erg handig voor een componist wiens hoogst individuele,
complexe en lijvige partituren het moeten hebben van een begripvol
pleidooi door alle executanten. Hoe laat Petterssons muziek zich beschrijven? Moeilijk, want
als individualist sloot hij geen compromissen met de luisteraars.
Het grootste deel van zijn werk bestaat uit 17 symfonieën,
waarvan de eerste en de laatste onvoltooid zijn gebleven. De meeste
zijn eendelig (m.u.v. de Eerste, Derde en Achtste), wat niet wegneemt
dat sommige heel lang duren - het is alsof de componist de aandacht
van de luisteraar koste wat kost vast wil houden. Uit zijn afkeer
van twaalftoonmuziek blijkt zijn voorkeur voor het handhaven
van de tonaliteit, tegen alle toenmalige modes in. Ondanks onmiskenbare
associaties met Bruckner, Mahler, Sibelius en Sjostakovitsj heeft
zijn muziek een volstrekt eigen geluid, waarin de emotie centraal
staat; voor humor of zelfs sarcasme is geen plaats. De vaak gemaakte
vergelijkingen met Karl Amadeus Hartmann of Matthijs Vermeulen
snijden alleen hout voor zover ze betrekking hebben op hun positie
als Einzelgänger, niet op de muziek. Pettersson gebruikt dan ook zijn eigen bestaan als metafoor voor
zijn universele boodschap aan de mensheid. Sprekende getuige daarvan
is, naast de bovengenoemde Barfotasånger, de heftige 12de
symfonie (De döda på torget) met koor uit 1977 op tekst
van Pablo Neruda (Los muertos de la plaza), waarin het lot van
de Chilenen in 1973 aanleiding is voor een diep-gevoeld protest
tegen alle vormen van wreedheid. De andere symfonieën zijn
puur instrumentaal, maar ademen in feite dezelfde gedachte. Het
zijn allemaal afleveringen in één grote, doorlopende
reeks. Dat heeft zich vanaf de jaren negentig ook vertaald in de activiteiten
van de platenindustrie. De tot dan toe uitgebrachte symfonieën,
op labels als Caprice, BIS, DG, EMI en Philips, gaven geen compleet
beeld en zijn bovendien lang niet allemaal op cd overgezet. Vandaar
mijn blijdschap over het voortreffelijke initiatief van CPO om
systematisch de hele reeks op te nemen. Het project begon in 1993
en werd pas in 2006 voltooid met een indrukwekkende uitvoering
van de vocale Twaalfde symfonie onder Manfred Honeck. Niet alleen
bekende dirigenten als Alun Francis, Thomas Sanderling en Gerd
Albrecht werden ingezet, maar ook componisten als Manfred Trojahn
en Peter Ruzicka, die getuigen van hun bewondering voor het oeuvre
van de Zweed. De uitstekende toelichtingen zijn van Andreas K.W.
Meyer. De twaalf apart verkrijgbare cd's zijn begin 2007 in één
doosje samengebracht als CPO 777247. Kopen! En luisteren! Onderga
deze muziek! index | |||||