Componisten/werken

Haydn als symfonicus (1)

 

© Gerard van der Leeuw, juli 2025

 

Dat Joseph Haydn, al heeft hij de symfonie niet uitgevonden, algemeen bekend staat als de ‘vader van de symfonie' is volkomen terecht. Immers als geen ander heeft hij het genre gedefinieerd. Geen componist die een symfonie wil schrijven kan om hem heen. Onder zijn handen groeide de symfonie van een betrekkelijk onbeduidend ouverturetje uit tot een van de belangrijkste muzikale genres. Zijn lust tot experimenteren met vorm en inhoud kende, net als zijn verbeeldingskracht en in-zicht in de grote vorm, geen grenzen. Bij Haydn vormt een symfonie vanaf het allereerste begin altijd een samenhangende eenheid. Als orkestrator kent hij, zegt ook de grote specialist Nikolaj Rimski-Korsakov, zijns gelijke niet.

Toch is het zeker ook in de concertzaal met de uitvoering van zijn werk nog altijd niet al te best gesteld. Er zijn een aantal geliefde en veel gespeelde symfonieën, maar het gros ervan hoor je nooit. En daardoor mist menig concertganger de werkelijk ontzagwekkende ontwikkeling die de symfonie in Haydns handen heeft doorgemaakt. Ik hoop u van die zowel vormtechnische als emotionele groei het een en ander duidelijk te kunnen maken. Allereerst noem ik u twee boeken die voor een goed begrip van deze muziek van het grootste belang zijn:

1. Charles Rosen (1971): The Classical Style : Haydn, Mozart, Beethoven (ISBN 0393317129)
2. Dave Hurwitz (2005): Exploring Haydn: A Listener's Guide to Music's Boldest Innovator ISBN 9781574671162)

Beide boeken hebben veel voor me betekend. Rosen geeft een magistraal overzicht over het ontstaan van de klassieke stijl en hoe Haydn, Mozart en Beethoven die hanteerden en aanpasten aan hun specifieke muzikale bouwwerken. Hurwitz, de man van het Amerikaanse Classics Today , leerde me te luisteren naar de verborgen samenhangen in deze werken. Hij leerde me dat Haydn structureel gebruik maakt van stiltes in zijn muziek en van de orkestklank als vormbepalend middel. Haydn was zijn tijd eeuwen vooruit.

Haydns eerste symfonieën zijn geen jeugdwerken. Mozart schreef zijn eerste symfonie (KV 16 uit 1764) toen hij acht jaar oud was. Haydn was, als Beethoven een jaar of dertig toen hij zijn eerste symfonie schreef. Kijk eens naar de eerste vijf:

Symfonie nr. 1 in D-groot (± 1757)
1. Presto D-groot
2. Andante G-groot
3. Presto D-groot

Symfonie nr. 2 in C-groot (tussen 1757 en 1759)
1. Allegro C-groot
2. Andante. G-groot
3. Presto. C-groot

Symfonie nr. 3 in G-groot (ca. 1761)
1. Allegro G-groot
2. Andante moderato g-klein
3. Menuet G-groot
4. Allegro G-groot

Symfonie nr. 4 in D-groot (tussen 1757 en 1760)
1. Presto D-groot
2. Andante d-klein
3. Tempo di Menuetto D-groot

Symfonie nr. 5 in A-groot (1760-1761)
1. Adagio ma non troppo A-groot
2. Allegro A-groot
3. Menuet A-groot
4. Presto A-groot

Toen Haydn begon met het componeren van symfonieën was een symfonie weinig meer dan een korte (opera)ouverture, vrijwel altijd driedelig en onveranderlijk in een majeur toonaard. Het derde deel, de finale, was de traditiegetrouw altijd erg kort: het publiek zat immers te popelen op de opkomst van de zangers. En zie wat Haydn doet: vanaf het begin probeert hij van alles uit. Symfonie nr. 2 is zijn enige symfonie zonder ook maar één herhalingsteken. De drie delen zijn elk compleet dóórgestuctureerd, met in ieder belangrijk thema een triller. In symfonie nr. 3 doet het Menuet zijn intrede. In de vierde symfonie vinden we een spookachtig Andante met een ongekende emotionele diepgang en wordt ook de finale enorm opgewaardeerd.

En dan de vijfde symfonie! Een van zijn symfonieën in ‘da chiesa'-vorm: vierdelig: langzaam, snel, Menuet, snel. En alle delen traditioneel in dezelfde toonsoort. Let hier vooral op de uiterst virtuoze, hoge hoorns, die met hun hoge klank alleen al de symfonische eenheid garanderen. En wat is de hele symfonie, die Haydn schreef voor het kleine orkestje van Graaf Morzin (de vader dan wel de zoon, daarover is men het niet eens) schitterend georkestreerd! Luister alleen al eens naar het bucolische trio met weer die hoge hoorns.

Een paar muziekvoorbeelden. Allereerst het begin van het eerste deel. Let op de inzet van de hoorns:

Het tweede deel, Allegro, begint energiek unisono met een octaafsprong en veel grote sprongen in de van een opmaat voorziene melodie. Grote sprongen die we ook tegenkomen in het tweede thema, in het Menuet en in de Finale. Het unisono begin herinnert engszins aan een barok soloconcert. Denk bijvoorbeeld aan Bachs klavecimbelconcert in d-klein BWV 1052. Vergeten we niet dat Bach nog leefde toen Haydn werd geboren:

Het Menuet begint ook met een octaafsprong:

En dan dat verrukkelijke trio. Let op de geplukte bas en weer die hoge hoorns, die herinneren aan het eerste deel:

De finale is heel kort, maar heeft al alle kenmerken van Haydns latere finales.

Ook de eerste symfonieën van Haydn tonen hem zoals hij was: een grootmeester zonder weerga. Het mogen dan korte werken zijn, ze zijn overvol verrassingen en onverwachte vondsten. Ze zetten een moeilijk te overtreffen standaard.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links