CD-recensie
© Tjako Fennema, februari 2019
|
Een feest deze cd en wat mij betreft voor het volle pond Edisonwaardig. In Engeland en Frankrijk werd deze cd met instrumentale en vocale muziek uit de 17de eeuw al bekroond, net als zijn voorganger Bien que l'amour. Het is een en al feest en levendigheid in dit bekoorlijk programma dat in verschillende bezettingen fris van de lever wordt gezongen, afgewisseld met instrumentale tussendelen. Denk bij de titel drinkliederen niet meteen aan vrolijke meezingers als Chevaliers de la table ronde. De sfeer is hier letterlijk meestentijds hoofs en de luisteraar wordt verplaatst naar adellijke hoven en grand salons. Als referentie pakte ik toch nog even de lp's van David Munrow en the Early music consort of London erbij alsmede een zeldzame, opmerkelijke Vanguard-lp met catches and glees door het Deller consort. Op de Harmonia Mundi-cd klinkt muziek van de Parijzenaar (en telg uit een grote familie van componisten) Marc- Antoine Charpentier (1643?-1704) en van minder bekende tijdgenoten als Lambert, Moulinié en Le Camus. Het is best wel verbazingwekkend dat dirigent, musicoloog, klavecinist en organisator William Christie (74 en toch niet de makkelijkste man) jonge musici enthousiast weet te krijgen voor zijn repertoirekeuze en om vervolgens met hem te (willen) werken. Maar een betere leerschool is dan ook niet zo makkelijk te vinden, getuige ook zijn festival Dans les jardins de William Christie, dit jaar met Pasen rond zijn woonstee in het zuiden van de Vendee, 100 km van Nantes. Op deze cd buitelen speel- en zingvreugde uit de luidsprekers, waarbij de studioakoestiek de salondimensies van dit relatief kleine ensemble raak weet te treffen. Vijf instrumentalisten (twee violen, viola da gamba, teorbe en klavecimbel) en vijf vocalisten (sopraan, mezzo, twee tenoren en bas) trekken - oneerbiedig gezegd - de kar, zeg maar gerust: zegekar. De belg Reinoud van Mechelen wordt als altus geafficheerd maar dat hoor ik er niet vanaf. index |
|