www.op.klassiek.nl

CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, oktober 2009

 

 

Wellesz: Symfonie nr. 1 op. 62 - nr. 8 op. 110 - Symphonischer Epilog op. 108.

Radio Symphonieorchester Wien o.l.v. Gottfried Rabl.

CPO 999 998-2 • 71' •

www.egonwellesz.at

 

 

 


Egon Wellesz (1885-1974) was een Oostenrijkse componist in het tijdvak tussen Bruckner en Mahler (twee componisten die hij bewonderde), en Schönberg (bij wie hij studeerde). Zowel de dirigent als de componist Mahler was van grote betekenis voor Wellesz: diens directeurschap van de Weense Staatsopera maakte een onuitwisbare indruk op de jonge componist. Schönberg bleef een levenslange invloed, zo sterk zelfs dat Wellesz de eerste biograaf van die componist werd. Naast zijn componistenopleiding studeerde Wellesz musicologie bij de vermaarde Hugo Adler. Hij specialiseerde zich in Byzantijnse muzieknotatie, die hij als eerste wist te ontcijferen. Zijn droom was echter om een succesvol theatercomponist te worden en hij slaagde in zijn opzet: tussen 1921 en 1931 creëerde hij vijf opera's en vier balletten, die alle meerdere malen in productie werden genomen. Zijn opera Alkestis werd in acht Europese theaters opgevoerd. Die Bakchantinnen was de eerste die het toneel van de Weense Staatsopera haalde, gedirigeerd door Clemens Krauss - twintig orkestrepetities en zestig koorsessies waren ervoor nodig. Dat was in 1931 en de wereld stond op de drempel van een morele aardverschuiving. De opkomst van de Nazi's viel samen met een omslag in het wereldbeeld dat Wellesz aanhing: van de joodse religie stapte hij over op het rooms-katholicisme. Het eerste grote project waarmee hij zich daarna bezig hield, was een groot orkestwerk, gebaseerd op de vijf hoofdpersonen in Shakespeares The Tempest, onder de titel Prospero's Beschwörungen

 
  Egon Wellesz

Toen Hitler op 12 maart 1938 Oostenrijk binnenviel, bevond Egon Wellesz  zich door een gelukkig toeval in Amsterdam. Bruno Walter had hem meegenomen om de uitvoeringen van Pospero's Beschwörungen door het Concertgebouworkest bij te wonen. Vrienden spoorden hem aan om niet naar Oostenrijk terug te keren. Wellesz  emigreerde naar Engeland en vond een positie aan de universiteit van Oxford in zijn specialisme, de notatie van byzantijnse muziek. Tot 1945 componeerde hij niets, maar in 1945 werd er iets in hem wakker, en in de ongelofelijk korte periode van drie weken schreef hij een symfonie: zijn Eerste. Hij was zestig jaar! Dat was slechts het begin: tussen 1945 en 1974 schreef hij nog zeven symfonieën. In een nuttige toelichting op de praktische kanten van het totstandkomen van deze productie schrijft dirigent Gottfried Rabl: het derde deel van de Eerste symfonie is "der schönste und gelungenste Satz aller Wellezs'chen Symphonien." Oppervlakkig gezien is dat misschien wel waar, zeker voor liefhebbers van Bruckner en Mahler - de term Bruckners Tiende is hier en daar gevallen. Critici hebben het echter ook over epigonisme. In de volgende drie symfonieën volgt Wellesz dit discours, met meer originaliteit, maar nog steeds gebonden aan zijn oude voorbeelden. Vanaf de Vijfde symfonie uit 1956 vindt er een omslag plaats: de oude leermeester Schönberg steekt zijn kop op en Wellesz begint de verworvenheden van de twaalftoonstechniek toe te passen, maar altijd met een oog gericht op de tonaliteit. Een forse stilistische verandering van koers die bijna niet los te zien is van het heersende muzikale klimaat van de jaren vijftig.

Op deze cd vinden we de beide uitersten verenigd, de eerste symfonie tegenover de achtste: een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Opvallend is de buitengewoon verzorgde en knappe instrumentatie van de achtste - Wellesz schreef het handboek Die neue Instrumentation. Al even knap is de buitengewoon verzorgde wijze waarop Rabl en zijn musici deze partituren realiseren. Het is razend moeilijk om de strijkers in de twaalftoonspassages die vaak extreem open en hoog liggen, zuiver te laten intoneren, maar hier lukt het. De uitstekende opname is gemaakt in de studio van de ORF, niet in het Weense Konzerthaus, de thuishaven van dit orkest. De toelichting is onmisbaar.

Dit was in 2004 de eerste aflevering in de complete registratie van de complete symfonieën van Egon Wellesz door deze uitvoerenden. Inmiddels is de cyclus voltooid, en - goed nieuws - gebundeld en uitgebracht in een lager prijssegment.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links