CD-recensie
© Siebe Riedstr, november 2023 |
Toetsenist Peter Waldner (*1966) werd geboren in een dorpje in Tirool en ontving zijn basisopleiding in de hoofdstad Innsbruck. Hij vervolgde zijn studie onder meer bij Gustav Leonhardt in Amsterdam en William Christie in Parijs. Waldner is van vele markten thuis, en werkt als bespeler van een veelheid aan oude klavierinstrumenten, maar ook als musicoloog en ensembleleider. Hij doceert aan het Tiroler Landesconservatorium en de Universität Mozarteum in Insbruck en is organist van de Pfarrkirche Mariahilf aldaar. Waldner heeft in de loop van zijn carrière een fors aantal cd's uitgebracht, recentelijk ook op het nieuwe Belgische label Organroxx. Ook publiceerde hij een aantal cd's op zijn eigen label, Tastenfreuden, waarvan dit alweer de twaalfde aflevering is. Tastenfreuden (Toetsenvreugden) is een plek waar een verscheidenheid aan historische toetsinstrumenten aan bod komt: orgel, virginaal, clavichord, Lautenklavier, Hammerflügel, klavecimbel etcetera. Deze cd ontstond in samenwerking met het Muziekinstrumentenmuseum (MIM) in Brussel. Daar bevindt zich te midden van een keur aan instrumenten een origineel klavecimbel van de hand van Ioannes Couchet (1615-1655). Couchet was een kleinzoon van een andere fameuze bouwer van toetsinstrumenten, Hans Rückers. Na diens overlijden werd Couchet lid van het Antwerpse gilde en zette hij het bedrijf voort. Dit is het enige nog speelbare instrument dat van zijn hand is overgeleverd en het is voor deze gelegenheid zorgvuldig geprepareerd en gestemd. Het werd gebouwd in 1646 en heeft in de loop der tijd kleine aanpassingen ondergaan (o.a. completering van het laagste octaaf), maar dat heeft de klank niet wezenlijk beïnvloed. Couchet is niet oud geworden, en dat kan alles te maken hebben met de omstandigheid dat hij geboren werd met een gebochelde rug. In een aanvullende toelichting citeert curator Pascale Vandervellen een gedichtje van Constantijn Huygens naar aanleiding van de dood van Couchet:
Couchet werd vanwege zijn vergroeiing in een kist begraven die de vorm had van een klavecimbel (past neet = past precies), en lag daarin op zijn linkerzij. Waldner heeft het repertoire voor deze uitgave verdeeld in drie segmenten. Hij begint en sluit af met Hollandse en Vlaamse werken rond 1600, met als ankerpunt Jan Pieterszoon Sweelinck, in vier van diens bekendere stukken. Het aardige is dat hij in de door hemzelf verzorgde toelichting de teksten van Onder een linde groen en Mein junges Leben hat ein Endt integraal heeft afgedrukt, vandaar de titel van deze cd, Musical Storytelling. Als contrast koos Waldner voor Frans repertoire uit de zeventiende eeuw, met als centraal punt een Suite van Jacques Champion de Chambonnières (1601/2-1672), omringd door een keur aan chaconnes. De extra kleuren die daarvoor nodig zijn contrasteren mooi met het noordelijke repertoire en vestigen terloops de aandacht op de gebruikte middentoonstemming. Waldner laat hier overduidelijk horen dat dit schitterende instrument hem in zijn spel heeft geïnspireerd. Aan technisch bedrevenheid ontbreekt het hem bepaald niet, maar stijlbesef is hem liever dan virtuositeit. Voor alles telt hier de behoefte om dit legendarische instrument tot in de puntjes te laten horen. Mede dank zij de voortreffelijke opnametechniek van Harry de Winde en de zorgvuldige afregeling van het klavecimbel door Christophe Bursens is dit een schitterende hommage aan Ioannes Couchet geworden. index |
|