CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2021 |
Toetsenist Peter Waldner (1966) werd geboren in een dorpje in Tirool en ontving zijn basisopleiding in de hoofdstad Innsbruck. Hij vervolgde zijn studie onder meer bij Gustav Leonhardt in Amsterdam en William Christie in Parijs. Waldner is van vele markten thuis, en werkt als bespeler van een veelheid aan oude klavierinstrumenten, maar ook als musicoloog en ensembleleider. Hij doceert aan het Tiroler Landesconservatorium en de Universität Mozarteum in Insbruck en is organist van de Pfarrkirche Mariahilf aldaar. Waldner heeft in de loop van zijn carrière een fors aantal cd's uitgebracht, recentelijk ook op het nieuwe Belgische label Organroxx. Ook publiceerde hij een aantal cd's op zijn eigen label, Tastenfreude, waarvan dit alweer de achtste aflevering is. Tastenfreude is - de naam zegt het al - een plek waar een verscheidenheid aan historische toetseninstrumenten aan bod komt. Virginaal, clavichord, Lautenklavier, Hammerflügel, klavecimbel, en uiteraard orgel. Op deze cd presenteert hij een wel heel bijzonder orgel: het enige historisch instrument dat voorzien is van louter houten pijpwerk en nog steeds in zijn originele staat verkeert. Het werd gebouwd in 1610 door Esaias Compenius en bevindt zich in het kasteel Frederiksborg in Denemarken. Het was een cadeau aan de Deense koning Christian IV van zijn zuster Elisabeth. Compenius bouwde het voor haar echtgenoot, in Hessen, en na diens dood verplaatste hij het naar Frederiksborg. Waldner heeft het programma voor deze cd opgehangen aan gebeurtenissen in het leven van Christian IV, van alledaags tot historisch en ceremonieel. Een keuze die uit een breed internationaal repertoire kan putten. Waarbij aangetekend moet worden dat de nadruk valt op werken die geschreven zijn voor het klavier, en dus niet specifiek orgelgebonden zijn. Daardoor krijgen we het tamelijk uitgebreide vrije pedaal waarover het instrument beschikt nauwelijks te horen. Gezien de ontstaansperiode van de betrokken werken (de eerste helft van de zeventiende eeuw) zal dat niemand verbazen. Wat we wel te horen krijgen is een juweel van een instrument met een veelheid aan klankkleuren, van ronde prestanten tot romige fluiten en knorrende tongwerken. De windvoorziening wordt uiteraard nog steeds door handkracht verzorgd. Wat in de opname heel knap tot zijn recht komt is de plaatsing van het pijpwerk van de beide klavieren op verschillende hoogte, waardoor er als het ware een echo-effect ontstaat. Waldner schreef zelf de toelichting (alleen Engels) en weet zo de diverse componisten een plek in het leven van Christian IV toe te dichten. Opvallend is de prominente aanwezigheid van Jan Pieterszoon Sweelinck die hier eens te meer bewijst hoe hij met kop en schouders boven zijn klavierspelende tijdgenoten uitsteekt. We krijgen hem hier te horen in Puer nobis nascitur, SwWV 315, Ballo del Granduca SwWV 319, Malle Sijmen SwWV 323 en Pavana Lachrymae SwWV 328. Peter Waldner beschikt over een uitgelezen virtuositeit in de beste zin van het woord, en de taal van deze oude meesters kent voor hem geen geheimen. De uitstekende toelichting van eigen hand gaat gepaard met de complete dispositie en schitterende kleurenfoto's. Het enige dat mist is de gebruikte registraties bij de individuele werken. Een prachtige hommage aan een van de schoonste wereldwonderen in het internationale orgellandschap. index |
|