CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, november 2021

The Hidden Reunion

Bach: Brandenburgs Concert nr. 6 in Bes, BWV 1051 – Suite nr. 2 in b, BWV 1067

Telemann: Suite voor Viola da Gamba en strijkers in D, TWV 55:D6

Rainer Zipperling (viola da gamba), Michael Schmidt-Casdorff (traverso), Orkest van de Achttiende Eeuw, Marc Destrubé (concertmeester)
Glossa GCD 921130 • 61' •
Opname: mei & augustus 2021, Keizersgrachtkerk, Amsterdam

Vanaf 26 november beschikbaar

 

Er was eens…. zo begint de Nederlandse tekst bij deze uitgave, voor de verandering nu eens geen musicologisch exposé over de gespeelde werken, maar een poëtische bespiegeling van de wederwaardigheden van het Orkest van de Achttiende Eeuw, geschreven door Anna Enquist. Enquist is niet alleen een gelauwerd schrijfster, ze werd ook opgeleid tot pianiste aan het Koninklijk Conservatorium en is gehuwd met een cello spelend lid in ruste van het Concertgebouworkest. Uit alles wat ze schrijft blijkt haar welhaast aangeboren empathie voor het vak van musicus en het intense verdriet dat de gebeurtenissen van de afgelopen anderhalf jaar in de sector heeft veroorzaakt. Ondanks de geruststellende openingswoorden is het bepaald geen sprookje, maar wel een boeiend verslag dat aan het eind een sprankje hoop laat. ‘Eens was er een orkest en ooit zal dat er weer zijn, luister maar'.

Waar we naar luisteren is dan ook niet het hele orkest, maar alleen de strijkende helft ervan – blazen met een mondkapje is nu eenmaal praktisch niet mogelijk. Wel is gekozen voor een duidelijk concept: concertante werken waarbij twee markante solisten uit de eigen gelederen zich laten horen. Allereerst Rainer Zipperling, cellist en gambist met een jarenlange staat van dienst. Georg Philipp Telemann schreef stapels suites voor de meest uiteenlopende bezettingen, waaronder deze voor viola da gamba en strijkorkest, bestaande uit de traditionele Franse Ouverture (een langzame gepuncteerde inleiding, gevolgd door een fugatisch snel deel), plus de bekende reeks dansen – sarabande, rondeau, bourree, courante en gigue. Aardige bijzonderheid aan deze suite is het tweede deel met het opschrift La Trompette.

In het Zesde Brandenburgs Concert speelt Zipperling eveneens de gamba, nu als onderdeel van een kamermuzikaal ensemble dat bestaat uit twee viole da braccia (altviolen), twee gamba's, cello, violone (contrabas) en klavecimbel. Wie nog beschikt over de opnamen die in 1976/7 gemaakt werden van de Brandenburgse Concerten door Gustav Leonhardt, met medewerking van onder andere Frans Brüggen, zal getroffen worden door de overeenkomst in de gekozen tempi, waarvan een weldadige rust uitgaat.

De andere solist is fluitist en traversospeler Michael Schmidt-Casdorff, die sinds enige jaren de plaats van Ku Ebbinge heeft ingenomen. Schmidt-Casdorff is niet alleen werkzaam in de ‘oude' muziek, hij bespeelt ook de fluit in het Budapest Festival Orkest van Iván Fischer. Bovendien doceert hij in Duitsland en Polen, en geeft wereldwijd masterclasses. De Tweede Suite voor traverso en strijkers van Sebastian Bach lijkt willekeurig gekozen, maar biedt een uitgelezen gelegenheid om vast te stellen dat de vermeende conservatief Bach en de galante Telemann in deze werken stilistisch maar heel weinig van elkaar verschillen. Wie niet beter weet zou de beroemde Badinerie zomaar aan Telemann kunnen toeschrijven.

Dit is niet de eerste keer dat solisten uit eigen gelederen zich met hun collega's voorstellen, aangestuurd door de Canadese concertmeester Marc Destrubé. De foto's die in het boekje zijn afgedrukt geven geen uitsluitsel over wie wie is, maar op de eerste pagina zien we een mooie actiefoto van Destrubé. Ere wie ere toekomt. Het spel van de beide solisten (inclusief altviolisten Sayuri Yamagata en Yoshiko Morita en tweede gambist Evan Buttar) en hun collega's is, om even in stijl te blijven, van een sprookjesachtige schoonheid. De Amsterdamse Keizersgrachtkerk, de vaste repetitielocatie van het orkest, heeft zich al eerder bewezen als een prima opnamestudio. Deze uitgave kreeg als blikvangende titel The Hidden Reunion , om aan te geven dat spelen – nota bene in het jaar van het veertigjarig bestaan – in het openbaar niet mogelijk was. Intussen heeft het orkest zich alweer in zijn volledige sterkte op het concertpodium laten horen, en we mogen dus eindigen zoals we begonnen met ‘Er was eens…..'


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links