CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2025

Szymanowski: Vioolsonate in d, op. 9 – Romance op. 23 – Mythes op. 30 – Trois Caprices de Paganini pour violon et piano op. 40

Francesca Bonaita (viool), Saskia Giorgini (piano)
Brilliant Classics 97299 • 68' •
Opname: okt. 2023, 6th Floor Recording Studio, Brescia (I)

 

Violiste Francesca Bonaita en pianiste Saskia Giorgini zorgden zelf voor de begeleidende tekst bij deze uitgave. Hun bedoeling is om een chronologisch overzicht te geven van de ontwikkeling van Karol Szymanowski in zijn werken voor viool en piano in de periode 1904 tot 1918. Ze openen dit recital met een vioolsonate uit 1904, opus 9, in veel overzichten voorzien met de toevoeging nummer twee, veroorzaakt door een jeugdwerk dat verloren ging. De sonate werd in première gebracht door twee goede vrienden van Szymanowski, pianist Arthur Rubinstein en violist Paul (Pavel) Kochanski, in april 1909. Kochanski speelde een belangrijke rol in het componistenleven van Szymanowski: hij gaf adviezen bij de totstandkoming van het Eerste vioolconcert uit 1916, waarvoor hij tevens de cadens verzorgde. Overigens is dat Vioolconcert het werk dat de reputatie van Szymanowski op de concertpodia in leven heeft gehouden. De sonate staat evenwel nog met beide benen in de hoog romantiek, met als grote voorbeelden de sonates van Brahms en Franck. Op de cd wordt vervolgd met de Romance opus 27 uit 1910, die voorzichtig de weg wijst naar bovengenoemd vioolconcert.

Een jaar voor het ontstaan van dat vioolconcert componeerde Szymanowski een triptiek, gebaseerd op de Metamorfosen van Ovidius met de titel Mythes. Overduidelijk is de kennismaking die Szymanowski intussen maakte met de werken van Stravinsky (Petroesjka) en Debussy. Mythes maakt inmiddels deel uit van het repertoire van grote violisten, getuige het aantal opnamen dat in de tientallen loopt. De delen zijn La Fontaine d'Arethuse, Narcisse, en Dryades et Pan. De première werd verzorgd door Szymanowski en Kochanski in 1916.

De cd wordt besloten met drie Caprices van Paganini, in een bewerking van de nrs. 20, 21 en 24 voor viool solo. Geschreven in 1918 en een inspiratie voor de Paganini-variaties voor twee piano's van Witold Lutoslawski uit 1941.

De uitgebreide levensbeschrijving in het boekje van violiste Francesca Bonaita maakt er geen melding van, maar het heeft er alle schijn van dat zij met deze cd haar discografische debuut maakt. Dat geldt bepaald niet voor de Italiaans/Nederlandse pianiste Saskia Giorgini, van wie diverse opnamen op deze site enthousiast zijn besproken. Bonaita treft de ideale toon voor dit repertoire, met donkergekleurde lange lijnen, een warmbloedig vibrato en een onberispelijke techniek, inclusief kwarttonen in de Mythes. Aan de virtuositeit van Saskia Giorgini worden de hoogste eisen gesteld, waaraan ze met gemak voldoet. Samen vormen ze een perfect duo.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links