CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2022

Anastasia Safonova – Vol vers l'étoile

Skrjabin: Four Pieces op. 51 – Etude in cis, op. 2/1 – Etude in cis, op. 42/5 – Fantasie in b, op. 28 – Pianosonate nr. 4 in Fis, op. 30 – Vers la Flamme op. 72

Pasternak: 2 Preludes

Medtner: Fairy Tales op. 26/1, op. 8/1, op. 20/1, op. 26/3, op. 14/2

Anastasia Safonova (piano)
Et'cetera KTC 1744 • 57' •
Opname: okt. 2021, Willem Hijstekzaal, Conservatorium van Maastricht

   

De begeleidende tekst maakt er geen melding van, maar dit is kennelijk het solistische discografische debuut van de Russisch/Nederlandse pianiste Anastasia Safonova. Afgaande op haar bio is ze van Russische komaf, en woont nu in Nederland. Haar opleiding ontving ze aan het legendarische Gnessin Instituut, tegenwoordig doceert ze aan het Conservatorium van Maastricht, nadat ze aan het Koninklijk Conservatorium afstudeerde bij Naum Grubert.

De titel die ze voor deze cd koos, Vol vers l'étoile, werd kennelijk ingegeven door wat ooit Aleksandr Skriabins Elfde pianosonate had moeten worden, maar door geld- en tijdgebrek voortijdig werd uitgebracht als Vers la flamme. Skrjabin werd geboren in 1872, dus wordt 2022 een Skrjabin-jaar. Safonova koos hem als kernpunt van dit recital, dat ze verder zelf toelicht met de wens ‘dat deze cd een beter inzicht mag verschaffen in de speciale periode in het Russische culturele leven tussen de beide revoluties'. Afgaande op de datering van de gespeelde werken doelt Safonova hier op de revoluties van 1905 en 1917.

Naast Skrjabin koos ze voor twee tijdgenoten, Boris Pasternak (1890-1951), die wereldfaam verwierf als Nobelprijs winnend auteur van Dokter Zjivago. Als zestienjarige twijfelde Pasternak nog tussen de muziek en het schrijverschap. Na zes jaar aarzelen koos hij voor het woord en nam afscheid van de noten. Wat overbleef zijn Twee preludes, geschreven in 1906, en een Pianosonate. Werken waarin de invloed van Skrjabin aanwezig blijkt, maar ook getuigend van maatschappelijke betrokkenheid. Horen we in de laatste maten van de tweede prelude de aanzet van ‘de Internationale' (in 1892 op voorstel van Lenin en Rosa Luxemburg tot officieel strijdlied verklaard)?

Nikolai Medtner (1880-1951) had weinig goeds te melden over Skrjabin, die volgens hem gevaarlijk misbruik van zijn talent maakte. Waar Skrjabin het zocht in hallucinerende fantasieën waarin hij zelf de rol van God speelde, zocht Medtner het in een nostalgische hang naar het verleden. Safonova heeft uit zijn vele bundels muzikale sprookjes een karakteristieke selectie samengesteld.

De cd opent en sluit met Skrjabin, en het is duidelijk dat Safonova een bijzondere band met deze toondichter heeft opgebouwd. In haar aanpak van deze ongrijpbare klankmagiër gaat ze recht op haar doel af. Geduld of tijd voor romantisch geneuzel heeft ze niet, in haar muzikale universum regeert de grote lijn. De technisch eisen die met name Skrjabin stelt zijn zonder meer kolossaal, en worden door haar zonder blikken of blozen aangepakt. Haar forte heeft een formidabele impact zonder ooit blikkerig te worden, en haar pianissimo kent alle schakeringen waar de componist om vraagt. Op foute noten, een handelsmerk van Sviatoslav Richter, kunnen we haar niet betrappen. Kortom, een indrukwekkend debuut, waarin de Steinway dankzij de opnametechniek van Daan van Aalst schitterend uit de luidsprekers komt. Jammer dat het na een krap uur alweer voorbij is ……


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links