CD-recensie
© Siebe Riedstra, maart 2025
(R.) Strauss: Vier letzte Lieder (orkestversie) Zueignung, op. 10/1 - Die Nacht, op. 10/3 - Allerseelen, op. 10/8 - Ständchen, op. 17/2 - Cäcilie, op. 27/2 - Heimliche Aufforderung, op. 27/3 - Morgen, op. 27/4 - Das Rosenband, op. 36/1 - Muttertändelei, op. 43/11 - Katerina
Knežíková (sopraan), Bamberger Symphoniker o.l.v. Jakub Hrůša (piano) |
Richard Strauss was gehuwd met een sopraan uit de betere kringen, Pauline de Ahna. Voor haar schreef hij de hoofdrollen in zijn vroege opera's, en de cyclus van vier liederen opus 27, waaronder het onsterfelijke Morgen, was zijn huwelijksgeschenk. Na de geboorte van hun enige kind zegde Pauline het operatoneel vaarwel, maar gaf nog regelmatig recitals met Strauss aan de piano. Toen ze in 1906 definitief haar zangcarrière opgaf stopte Richard jarenlang met het componeren van liederen. Hij sloot zijn zeventigjarige carrière in het genre af in 1948 met de Vier letzte Lieder. De Tsjechische sopraan Katerina Knežíková presenteert hier onder de titel Tag und Nacht een selectie van 17 liederen – 13 met piano, gevolgd door de orkestversie van de Vier letzte Lieder. Bijzonder aan deze uitgave is dat dirigent Jakub Hrůša niet alleen zijn Bamberger Symphoniker dirigeert, maar ook de pianopartij voor zijn rekening neemt. De opnamen werden gemaakt in het Rudolfinum te Praag en op papier belooft de samenwerking veel moois. Knežíková beschikt over een fraaie lyrische sopraan waarmee ze in de liederen met piano schitterende momenten weet te bereiken. Spijtig dat ze het wat tekstbehandeling laat afweten en dat de stem voor de Vier letzte Lieder feitelijk een maatje te klein is. De ruime akoestiek van de zaal helpt daarbij ook niet mee.